Organisatieanalyse: samenvatting meerkeuzetoets
Start-up: beginnende jonge ondernemers, die innovatief en ambitieus de wereld
willen veroveren met een prototype, patent of een eigen branche.
Scale-up: een grotere organisatie waarin meerdere mensen gaan werken.
Organisatie: een aantal mensen dat zich als eenheid aan de buitenwereld
presenteert en door middel van onderlinge samenwerking bepaalde doelstellingen wil
bereiken.
Bouwstenen organisatie:
• Het aantal mensen
• De gemeenschappelijke doelen
• De taakverdeling en coördinatie
• Met een kenmerkende manier met elkaar omgaan, gedrag en communicatie
In organisaties die bekend staan om hun effectiviteit en efficiëntie zie je bijna geen
samenwerking tussen managers en uitvoerend personeel. Er wordt een grote mate
van zelfsturing verwacht.
Managen: dit is het gesmeerd laten lopen van de processen in de organisatie en
erop toe zien dat doelen worden bereikt. Continuïteit en groei zijn hiervoor
belangrijke uitganspunten.
Hoofdtaken managers van organisatie:
• Bewaken van de externe afstemming (strategie)
• Bewaken van het bouwwerk (structuur)
• Bewaken van de interne afstemming van activiteiten (sturing)
Niveaus management:
• Het topniveau: bewaakt de omstandigheden waarin het werk gedaan wordt.
• Het middenniveau: heeft een leidinggevende en uitvoerende taak maar is ook de
schakel tussen het top en het operationeel niveau.
• Het operationeel niveau: de aansturing van dagelijkse werkzaamheden.
,Taak van de topmanager heeft vooral te maken met de externe afstemming en de
algemene bewaking van structuur en sturing van de organisatie. De motivatie van de
mens wordt bepaald door de opeenvolgende behoeftefasen:
• Fysiologische behoeften (zuurstof, voeding, kleding, onderdak).
• Behoefte aan zekerheid en veiligheid (bescherming).
• Behoefte aan acceptatie (vriendschap, opgenomen worden in een groep).
• Behoefte aan waardering en erkenning door anderen (succes, prestige).
• Behoefte aan zelfontplooiing (je in de gewenste richting kunnen ontwikkelen).
Theorie Scientific Management:
• Ontwikkel de beste manier van het uitvoeren van een taak door de arbeider.
• Selecteer, train, onderwijs en ontwikkel iedere arbeider.
• Stimuleer de arbeider met prestatiebeloning om zijn taak op de enig juiste manier
uit te voeren.
• Verdeel het werk en de verantwoordelijkheid over het management en de
arbeiders.
Interne afstemmingsfunctie: manager moet toezien op een goede aanpak van het
werk om tot een goed resultaat van zijn afdeling te komen.
Externe afstemmingsfunctie: gaat om de afstemming tussen de interne activiteiten
(kansen) en de omgeving (bedreigingen). Denk bij omgeving aan: klanten,
leveranciers, concurrenten, de overheid en belangengroepen.
Disruptie: vernieuwing die het marktsegment volledig opschudt.
Innovatie: nieuwe producten worden uitgevonden die voor een onderneming van
belang kunnen zijn.
Geen onderneming kan nog zonder social media, omdat die vele voordelen bieden:
• Effectief voor naamsbekendheid
• Klanten persoonlijk benaderd
• Voorkomen van reputatieschade
• Positief effect op zoekmachine optimalisatie
• Goedkoop adverteren en promoten
Kenmerken big data:
• Grote hoeveelheid
• Snelheid
• Diversiteit
,7S’en van het 7S-model:
1. Strategy
2. Structure
3. Systems
4. Style
5. Staff
6. Season
7. Shared values & Skills
Harde S’en:
• Strategy
• Structure
• Systems
Zachte S’en:
• Staff
• Season
• Culture
• Shared values & Skills
, Strategy: het proces van het vaststellen van doelen, de manier waarop en wanneer
die doelen bereikt dienen te worden om te kunnen overleven, te vernieuwen en te
groeien.
De strategische driehoek:
Er zijn drie manieren om de strategie te toetsen:
1. DESTEP-model
2. SWOT-analyse
3. Vijfkrachtenmodel
DESTEP-model klassiek: de omgeving van de organisatie in kaart brengen
D = Demografische factoren: samenstelling van de bevolking
E = Economische factoren: inkomen, belasting en bestedingen
S = Sociaal-maatschappelijke factoren: opvattingen en normen en waarden
T = Technologische factoren: ontwikkeling van techniek op vele terreinen
E = Ecologische factoren: milieu, klimaat en maatschappelijk ondernemen
P = Politieke factoren: ongelijkheid, polarisatie, wetten- en regelgeving
DESTEP-model 2.0: drie extra factoren
1. Sociaal-medische factoren: met de technieken die er nu zijn, kan het geslacht van
een persoon ingrijpend worden veranderd.
2. Digitaal transformationele factoren: de veranderingen in de manier waarop
organisaties functioneren met behulp van big data, robotisering, digitale
communicatie, blockchaintechnologie.
3. Klimatologische factoren: verandering van water- en luchtstromen, temperatuur,
ontstaan van orkanen en zeestormen, gevolgen van ontbossing en opwarming
van de aarde.
DESTEP-factoren staan in verbinding met elkaar:
• Economisch: groei is mogelijk door massaproductie;
• Sociaal-maatschappelijk: weerstand vanuit de publieke opinie;
• Technologisch: roep om schone productiemethoden;
• Ecologisch: negatieve invloed op milieu door olie, chemische en zware industrie;
• Politiek-juridisch: verlenen van exploitatievergunningen;
• Sociaal-medisch: aantoonbare gezondheidsrisico’s;
• Klimatologisch: effecten op veranderingen in temperaturen, zee- en windstromen.