Hierbij een zeer uitgebreide samenvatting van het boek Jaarverslaggeving. De stof die hierin wordt behandeld, is helemaal up-to-date en kan dus perfect gebruikt worden ter voorbereiding op het tentamen dat in verschillende opleidingen wordt gegeven.
,Jaarverslaggeving hoofdstuk 13, historische kostenstelsel
Het historische kostenstelsel baseert zich op werkelijk betaalde prijzen en is als zodanig vrij van
schattingen. Alleen bij de afschrijvingen van duurzame productiemiddelen wordt er een vorm van
schatten gebruikt bij het bepalen van de economische gebruiksduur.
Grondslag (artikel 384.1)
Bij de keuze van een grondslag voor de waardering van een actief of passief en voor de bepaling van
het resultaat heeft een rechtspersoon de keuze tussen de verkrijgingsprijs en de actuele waarde.
Voorraad
Voorraad kan gewaardeerd worden tegen: fifo, gemiddelde inkooprijs of lifo.
Minimumwaarderingsregel (artikel 387.2 & 387.3) geeft aan dat een voorraad moet worden
afgewaardeerd als de netto-opbrengstwaarde lager is dan de balanswaarde van de voorraad.
Dus de voorraad wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of tegen lagere netto-opbrengstwaarde
Winstopvattingen
Winstbepalingsstelsels:
• Historische kostenstelsel (FIFO, gemiddelde inkoopprijs & LIFO)
o Instandhoudingsdoelstelling: nominalisme
o Waarderingsgrondslag: betaalde inkoopprijs
o Volgens IASB zijn LIFO en IJzerenvoorraadstelsel niet toegestaan
o Volgens RJ is LIFO alleen toegestaan als in toelichting gemiddelde inkoopprijs gemeld
wordt. IJzerenvoorraadstelsel niet toegestaan
• Actuele waardestelsel
o Instandhoudingsdoestelling: substantialisme
o Waarderingsgrondslag: actuele kostprijs
Winst = Het bedrag dat aan het eind van de periode aan de onderneming kan worden onttrokken,
zodanig dat die onderneming daarna weer in dezelfde “positie” is als aan het begin van de periode
Nominalisme = beginsituatie hersteld in geld gemeten
Nominalisme = elk overschot boven de nominale EV
Nominalisme = verschil opbrengst en betaalde inkoopprijs
Gerealiseerde voorraadresultaten maken onderdeel uit van de winst volgens het nominalisme.
Substantialisme = beginsituatie hersteld in hoeveelheden productiemiddelen
Substantialisme = verschil opbrengst en het bedrag dat op moment van verkoop betaald dient te
worden ter vervanging van de verkochte hoeveelheid goederen
Gerealiseerde voorraadresultaten maken geen onderdeel uit van de winst volgens substantialisme.
Er wordt vaak gekozen voor de optie met de minste winst, zodat er meer belastingvoordeel is.
3
, Lesbrief actuele waarde
Het historische kostenstelsel van hoofdstuk 13 heeft in tijden van prijsstijgingen tekortkomingen,
zowel wat betreft de winstbepaling als de vermogensbepaling. Waardering tegen actuele waarde
geeft in tijden van prijsstijgingen een beter beeld van zowel de winst- als de vermogensbepaling.
1. Winstbepalingsstelsel
Het winstbepalingsstelsel is opgebouwd uit de instandhoudingsdoelstelling en de
waarderingsgrondslag.
Instandhoudingsdoelstelling
Winst is het bedrag dat aan het eind van een periode van de onderneming afgehaald kan worden,
zodanig dat de onderneming daarna weer in dezelfde positie staat als aan het begin van de periode.
De nominalistische winstopvatting houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in
geld gemeten de beginsituatie hersteld is.
De substantialistische winstopvatting houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in
hoeveelheid productiemiddelen (de substantie) gemeten de beginsituatie hersteld is.
Voorbeeld
Een taxichauffeur start op 1 januari 2017 een onderneming met € 40.000 liquide middelen en koopt
daarvoor op 2 januari een auto voor €40.000.
Balans per 2 januari 2017
Auto 40.000 Eigen vermogen 40.000
Stel dat de auto in 2 jaar wordt afgeschreven tot een restwaarde van nihil.
De omzet over het boekjaar bedraagt € 100.000 en de kosten exclusief de afschrijvingen bedragen
€ 30.000. De winst bedraagt dan € 100.000 minus de afschrijvingen van € 20.000 en minus de overige
bedrijfskosten van € 30.000 is € 50.000.
De balans per 31 december 2018 is dan als volgt:
Balans per 31 december 2018
Auto -- Eigen vermogen 40.000
Liquide middelen 140.000 Winst 100.000
Totaal 140.000 Totaal 140.000
Indien de volledige winst wordt uitgekeerd is in geld (nominalisme) weer precies de beginsituatie
hersteld. De balans na uitkering van de winst kan als volgt worden weergegeven:
Balans per 31 december 2018 na winstuitkering
Auto -- Eigen vermogen 40.000
Liquide middelen 40.000
Totaal 40.000 Totaal 40.000
Indien de prijs van een nieuwe auto op 31 december 2018 echter is gestegen van € 40.000 naar
€ 42.000 en de taxichauffeur wil op 1 januari 2019 een nieuwe auto kopen dan heeft hij teveel winst
uitgekeerd. Volgens het substantialisme dient de onderneming eind 2018 weer in de positie te zijn om
een nieuwe auto te kopen. De winst die kan worden uitgekeerd over de twee boekjaren is dan niet
€ 100.000 maar € 98.000.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bryancuperus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.