100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting uitwerkingen leerdoelen empirical legal studies nabespreking 7 €7,16   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting uitwerkingen leerdoelen empirical legal studies nabespreking 7

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

uitwerkingen leerdoelen empirical legal studies nabespreking 7

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • 17 november 2024
  • 13
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (47)
avatar-seller
fleuremilie
LEERDOELEN NBS 7 EMPIRICAL LEGAL STUDIES

1. Wat leert empirisch onderzoek ons over wetgeving en beleid?

Haarhuis & Niemeijer; ‘Wetten in werking’, 2008

Wetten en beleidsinterventies
Beleid krijgt juridisch vorm door middel van wetgeving. Aan wetten worden belangrijke
sturende vermogens toegeschreven; wetten moeten het gedrag van maatschappelijke
actoren, zoals burgers, bedrijven en instellingen in een bepaalde richting (helpen) sturen.
Dat kan met communicatie en overreding, met financiële prikkels zoals heffingen en
subsidies of met verboden of verplichtingen.

Wetgeving en beleid zijn nauw verweven. Beleid bestaat uit het inzetten van interventies met
het oog op bepaalde doelen. Wetten zijn te beschouwen als een specifieke vorm van beleid.
Zij hebben een juridisch vaste vorm. Zij leggen instituties, bevoegdheden, geldstromen en
verplichtingen vast. Het typerende van wetten is bovendien dat ze behalve een
instrumentele functie ook een waarborgfunctie vervullen. Denk aan rechtsbescherming en
rechtszekerheid of het waarborgen van een evenwichtige belangenafweging.

Één wet bevat vaak meerdere soorten interventies:
1. Interventies op uitvoerende instellingen met een publieke taak; bijv. opdracht aan
gemeente om een wet uit te voeren
2. Juridische interventies; afdwingbare rechten, plichten/verboden voor
normadressaten
3. Financiële interventies; er worden consequenties verbonden aan gedrag via subsidies
of heffingen

Perspectieven op werking van wetgeving
Griffiths stelt de sociale werking van het recht als tegenhanger van het instrumentalisme. Zijn
kritiek is dat er bij het instrumentalisme nauwelijks aandacht is de maatschappelijke context
waarin wetgeving landt en voor andere dan beoogde gevolgen van wetgeving.
Ook stelt hij dat het instrumentalisme uitgaat van een aantal (onhoudbare)
veronderstellingen:
 De wetgever wordt beschouwd als ‘autonome monopolist’, de sociale ruimte tussen
wetgever en het individu wordt gezien als normatief en leeg.
 Het instrumentalistisch perspectief is vooral gericht op de beoogde effecten van
wetgeving. Bovendien is het context-neutraal, de (sociale) realiteit waarbinnen
rechtsregels gelding krijgen wordt buiten beschouwing gelaten.

Griffiths geeft invulling aan deze ‘gaten’ dmv het perspectief van de sociale werking; in dat
perspectief gaat het er niet om of mensen zich aan de wet houden, maar om de vraag wat de
betekenis is van een wettelijke regel in een concrete situatie waarin mensen hun gedrag
bepalen. Om de invloed van wetgeving op gedrag goed te kunnen begrijpen, moet volgens
de theorie van de sociale werking de ‘sociale organisatie’ van de samenleving op de
voorgrond worden gesteld. De centrale veronderstelling daarbij is dat de mens in beginsel
sociaal van aard is.

, Mensen bewegen zich in tal van sociale verbanden en maken deel uit van verschillende
netwerken. Naast de staat brengen ook deze verbanden vormen van regulering en normering
met zich mee. Mensen ervaren deze vaak als duidelijker en dwingender dan wetgeving. Deze
normen kunnen de werking van wetgeving belemmeren, maar ook versterken. Wetgeving is
in dit perspectief dus niet een autonome, onafhankelijke factor, maar één die in
voortdurende wisselwerking staat met de normatieve en sociale processen in de
samenleving.

Context, mechanismen en outcome (CMO)
Het instrumentalistische perspectief stelt de interventie en de beoogde effecten ervan
centraal. In het perspectief van de sociale werking van het recht wordt een zeer grote invloed
toegekend aan de sociale context op de effectiviteit van wetgeving.
De CMO-benadering doet beide, door de drieledige evaluatieve vraag te stellen:
1. Welke interventies hebben resultaat? (Outcome)  instrumentalistische vraag
2. Op welke manier zijn die resultaten tot stand gekomen? (Mechanismen)
3. En onder welke omstandigheden? (Context)  contextuele werking

De heuristiek van ‘realistic evaluation’ begint altijd met een reconstructie van de door de
wetgever beoogde gebeurtenissen of processen. Mechanismen zijn te beschouwen als
kernonderdelen van de beleidstheorie van een wet, het zijn veronderstellingen over relaties
tussen prikkels en gedrag. De kern van ‘realistic evaluation’ bestaat dus uit het nagaan welke
meer of minder impliciete theorieën in wetten verscholen liggen, in hoeverre zij plausibel
zijn, en of zij zich voordoen in de werkelijkheid.

De CMO-heuristiek dwingt ertoe om alle interventies in een beleidsprogramma expliciet te
maken. Deze benadering is daarom bij uitstek geschikt om zowel de ‘bundels van
interventies’ in wetten uit een te rafelen als de verschillende mechanismen die door elk van
deze interventies al of niet in werking worden gezet.

Voorbeeld; Megan’s law
Megan’s law was een wet die in de VS werd opgenomen waarvan de belangrijkste interventie
was om de identiteit en verblijfplaats van eerder veroordeelde zedendelinquenten openbaar
te maken.
Conclusies uit onderzoek:
1. Het belang van reconstructie van de gedachtegang of theorie achter een wet
2. De verwachtingen over de effectiviteit van interventies kan niet los worden gezien van de
context waarin ze worden gezet.

CMO-benadering een synthese van wetsevaluaties

Met behulp van een synthese kunnen bevindingen uit evaluaties op een systematische
manier bij elkaar worden gebracht, zodat meer algemene conclusies over de werking en
effectiviteit van interventies kunnen worden getrokken.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleuremilie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,16
  • (0)
  Kopen