Alle vragen en bijbehorende van alle Griekse teksten van het boek. Het zijn 452 vragen in totaal. Makkelijk leesbaar. * Ook verkoop ik een document met ALLE vertalingen van de Griekse teksten van het boek* Beoordelingen of tips worden zeer gewaardeerd :) Inhoud document (Vragen & antwoorden):
H4...
Grieks CE 2020: Plato Symposion
De rede van Phaedrus
a. Eros behoort tot de alleroudste goden
1. Uit welke woorden uit regel 1-4 (κατὰ τὴν γένεσιν) blijkt dat Aristodemus niet heel precies de
rede heeft weergegeven?
ἐνθένδε ποθὲν (1-2) (= ongeveer vanaf dit punt)
2. Phaedrus stelt dat Eros een grote god is. Wat is het belangrijkste argument dat hij in deze
paragraaf hiervoor aanvoert?
Eros behoort tot de alleroudste goden
3. ἦ δ’ ὅς (5): wie is ὅς?
Phaedrus
4. οὔτε λέγονται (6): dit is niet juist. Wie is als moeder van Eros in Socrates’ tijd zeker al genoemd?
Aphrodite
5. Om zijn punt over de ouderdom van Eros kracht bij te zetten haalt Phaedrus drie schrijvers aan.
Wie hiervan is de ἰδιώτῃς?
Acusilaüs, hij was prozaschrijver (= ἰδιώτῃς)
6. Leg uit dat in het woord πολλαχόθεν (15) een overdrijving schuilt.
Phaedrus noemt drie bronnen voor zijn stelling dat Eros tot de alleroudste goden behoort. Om deze
drie bronnen gelijk te stellen aan ‘van vele kanten’ is wat overdreven gesteld.
b. Eros en moraliteit
1a. Wat/wie is onderwerp van αἴτιός ἐστιν (1)?
Eros
1b. Met welke vorm van liefde wordt door Phaedrus eros in het vervolg bij uitstek verbonden?
Eros is gezien het vervolg voor Phaedrus bij uitstek verbonden met een homoseksuele relatie.
2. εὐθὺς νέῳ ὄντι (2): geldt dit zowel voor de eromenos als erastes? Licht je antwoord toe.
Het laat zich aanzien dat dit alleen geldt voor de eromenos. Die moet jong zijn. Van de erastes wordt
niet verwacht dat hij jong is.
3. χρηστὸς (3): deze term duidt in deze context op iemand met een hoogstaande moraal, die
verbonden was met de hogere klasse. In Plato’s tijd ondergaat de term wel een democratisering en
ze kan gebruikt worden voor iemand die zich tegenover de gemeenschap verdienstelijk maakt.
Vele commentatoren menen dat bij het woord παιδικά (3) ook het woord χρηστά moet worden
toegevoegd. Waarom ligt dit niet voor de hand?
De paidika moet jong zijn. Die moet zich op het morele vlak nog vormen. Ook zal hij zich nog niet jegens
de gemeenschap verdienstelijk hebben gemaakt. De erastes moet wel χρηστὸς (= goed) zijn omdat hij in
de ogen van Phaedrus voor zijn jonge vriend op het morele vlak een voorbeeld moet zijn.
,4. ἀνθρώποις (3): het gaat niet om alle mensen zonder onderscheid. Welke woorden geven aan
om welke mensen het gaat?
τοῖς μέλλουσι καλῶς βιώσεσθαι (4): het gaat om de mensen die de intentie hebben om op een
moreel goede manier hun leven de leiden.
5a. In hoeverre bevatten de woorden οὔτε συγγένεια t/m ὡς ἔρως (5-6) een climax?
De reeks eindigt met het woord ἔρως, dat de meest waardevolle term is, omdat eros bij uitstek een
waarborg is voor sociaal moreel goed gedrag.
5b. Wat wil Phaedrus met de anafora en het polysyndeton οὔτε onderstrepen?
Dat alle genoemde aspecten van iemands leven (συγγένεια, τιμαὶ, πλοῦτος) het afleggen tegenover
eros. De anafora/polysyndeton onderstreept de bijzondere waarde van eros.
6. τοῦτο (6): naar welke Griekse woorden verwijst dit terug?
ὅ χρὴ t/m βιώσεσθαι (3-4)
7. Welke van de hier gegeven omschrijvingen sluit het best aan bij a. αἰσχύνην en b. φιλοτιμία:
a. zijn uiterste best doen om zo goed mogelijk te functioneren
b. zich niet laf gedragen
c. gevoelig zijn voor het oordeel van anderen over zijn gedrag
Omschrijving c bij αἰσχύνην en omschrijving a bij φιλοτιμία.
8. Τὴν t/m φιλοτιμίαν (6-7):
a. Wat valt op aan de woordvolgorde?
Er is sprake van een parallellisme: beide zinsdelen hebben dezelfde structuur.
b. Hoe markeert het Grieks de tegenstelling τοῖς αἰσχροῖς - τοῖς καλοῖς?
Met μὲν … δὲ
c. Hoe suggereert het Grieks dat αἰσχύνην en φιλοτιμίαν eigenlijk samen één begrip vormen?
Het lidwoord wordt niet herhaald, beide zelfstandige naamwoorden hebben samen hetzelfde
lidwood.
9a. Φημὶ τοίνυν t/m τινι ὤν. (9-15): welk van de twee mogelijkheden (πόλιν / ἰδιώτην), die
Phaedrus in de vorige zin noemde, werkt hij het eerst uit?
Hij werkt eerst uit hoe hij de werking van eros in het geval van het individu (ἰδιώτης) ziet.
9b. In passage c licht hij het voorbeeld van de πόλις toe. Leg uit dat we hier te maken hebben met
een chiasme.
In regel 8 is de volgorde: πόλιν - ἰδιώτην, in de uitwerking is de volgorde: ἰδιώτην - πόλιν.
10a. Zeg in eigen woorden wat Phaedrus bedoelt met de woorden Φημὶ τοίνυν ἐγὼ ἄνδρα t/m
παιδικῶν (9-13).
Wanneer iemand, die verliefd is, een moreel slechte daad verricht of slecht door iemand wordt
behandeld terwijl hij zich daartegen niet verzet, dan is het voor hem veel pijnlijker als zijn geliefde
hierachter komt dan wanneer het door zijn vader, vrienden of iemand anders wordt ontdekt.
10b. Met welke woorden uit deze zin laat hij zien dat συγγένεια (5) minder effectief is dan een
liefdesrelatie?
οὔτε ὑπὸ πατρὸς ὀφθέντα (11)
, c. Eros leidt tot dapperheid
1. Welke woorden suggereren dat Plato Phaedrus met zijn uitspraak over een leger bestaande uit
homoseksuele paren hoogstwaarschijnlijk niet laat denken aan het Thebaanse leger?
Εἰ μηχανή τις γένοιτο (1): deze woorden suggereren niet dat er al zo’n leger bestaat.
2. Met welke woorden wordt het στρατόπεδον ἐραστῶν τε καὶ παιδικῶν (1-2) verder toelicht?
καὶ μαχόμενοί t/m φύσει (4-12)
3. Wie is/zijn onderwerp van οἰκήσειαν (2)?
De minnaars en beminden die de stad bevolken.
4. Het woordje ἢ in regel 3 is eigenlijk ongelukkig. Het is beter om het te schappen, zoals door
verschillende commentatoren is voorgesteld. Hoe luidt dan de vertaling van de woorden οὐκ ἔστιν
t/m ἀλλήλους (2-4)?
‘dan is er geen manier waarop zij hun eigen stad beter zouden kunnen besturen aangezien zij zich
onthouden van al het schandelijke en eerzuchtig zijn in wedijver met elkaar’
5. ἀπεχόμενοι t/m ἀλλήλους (3-4): met welke begrippen uit passage b corresponderen deze
woorden?
- ἀπεχόμενοι πάντων τῶν αἰσχρῶν met αἰσχύνην (b-7)
- φιλοτιμούμενοι πρὸς ἀλλήλους met φιλοτιμίαν (b-7)
6. De woorden καὶ μαχόμενοί t/m ἀνθρώπους (4-6) bevatten een antithese. Om welke woorden
gaat het?
ὀλίγοι ὄντες - πάντας ἀνθρώπους
7. In regel 7 gebruikt Phaedrus een chiasme. Om welke woorden gaat het?
λιπὼν τάξιν - ὅπλα ἀποβαλὼ
8. πρὸ τούτου (8): waar slaat τούτου op terug? Zeg in eigen woorden.
Dat de minnaar gezien wordt door zijn beminde terwijl hij de slaglinie verlaat of zijn wapens
wegwerpt.
9. Regel 9-11 (ἀρετήν): waarom zou Phaedrus juist in deze zin een anakoloet gebruiken?
Phaedrus komt te spreken over het ergste dat een minnaar zou kunnen doen. Óf de anakoloet
suggereert dat Phaedrus zelf geëmotioneerd raakt van de gedachte dat een minnaar zijn geliefde in
de steek laat en daardoor deze zin grammaticaal niet goed formuleert óf de anakoloet is een
bewuste retorische stijlfiguur van Phaedrus (door Plato aangebracht) om de aandacht van de lezer te
vestigen op deze cruciale fout, die een erastes eventueel zou kunnen maken.
10. τὸν θεόν (13): wie/wat wordt bedoeld met ὁ θεός?
Het gaat niet om één specifieke god, maar het gaat om de godheid in het algemeen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quantore. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.