Met deze samenvatting uit het rapport 'Een beroep op de burger' H5, hoop ik je dat de leerstof beter begrijpt. Ik heb alle afbeeldingen en bepaalde manieren van uitleg exact overgenomen uit het rapport. Ik hoop dat je met dit gratis document sneller erdoorheen komt.
Het gaat om het sociale stelsel...
Samenvatting ‘Een beroep op de burger’ – hoofdstuk 5
Werken voor je geld
Door: Patricia van Echtelt en Edith Josten
De Nederlandse overheid:
(sinds jaren’80): streven naar vermindering werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
DOEL: verzorgingsstaat betaalbaar houden
Vangnet sociale zekerheid werd ingeperkt
o Men heeft meer financieel belang bij werken;
o Men moet meer eigen verantwoordelijkheid nemen;
o Men moet zichzelf zoveel mogelijk voorzien in hun eigen levensonderhoud d.m.v.
werk.
Dit hoofdstuk gaat over de eigen verantwoordelijkheid van het individu om zelf door werk voor
voldoende inkomsten te zorgen. Twee thema’s:
1) Inspanningen van uitkeringsontvangers om betaald werk te vinden
2) Inspanningen van werkenden om hun inzetbaarheid (employability) op peil te houden en zo
uitval uit werk te voorkomen
Er wordt onderzoek gedaan naar verschuivingen in het overheidsbeleid en hoe deze tot stand zijn
gekomen.
Worden mensen meer dan vroeger geacht te werken voor hun geld?
Vervolgens brengen we in kaart hoe de bevolking denkt over deze vormen van eigen
verantwoordelijkheid en of de door de overheid gewenste gedragsveranderingen – intensiever
baanzoekgedrag van werklozen, meer aandacht van werkenden voor hun employability – zich
inderdaad hebben voorgedaan.
5.1 Van inkomensbescherming naar re-integratie
Sociale zekerheid
Was bedoeld voor mensen die niet zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien.
In de tweede helft van de twintigste eeuw:
o Werkloosheid en armoede werd gevolg van:
Structurele maatschappelijke ontwikkelingen
Toen ging het nog niet om individuele tekortkomingen als luiheid, drankzucht etc.
Dit leidde tot de overtuiging dat de zorg voor voldoende bestaansmiddelen niet alleen bij het
individu ligt, maar ook bij de samenleving.
De verantwoordelijkheid voor de armenzorg kwam meer bij de overheid te liggen.
Bij de totstandkoming van de wettelijke sociale zekerheid had men een republikeinse
burgerschapsvisie: een burger die zich verbonden voelt met de maatschappij en haar
normen en waarden deelt, die solidair is met de zwakkeren in de samenleving en geen
misbruik maakt van de goedheid van medeburgers.
Nadruk: rechten van elke burger > daarom: invoering Algemene Bijstandswet (1965); volgens
de verantwoordelijke minister Klompé: ‘een geweldige switch van genade naar recht’.
In de jaren zeventig en tachtig namen de uitgaven aan sociale zekerheid fors toe, waardoor
de financiële houdbaarheid van het systeem onder druk kwam te staan.
Toename: aantal uitkeringen > daardoor werd beeld van de uitkeringsontvanger ook anders
in de jaren tachtig en negentig.
, ‘De “dankbare man met de pet in de hand” is veranderd in een “calculerende” burger die zijn recht
op sociale zekerheid als vanzelfsprekend opeist’.
Ook het oordeel over de verzorgingsstaat veranderde.
Het stelsel werd gezien als oplossing voor maatschappelijke problemen. Nu wordt juist gesteld dat de
problemen juist komen door het stelsel. Het stelsel bevatte weinig prikkels voor
uitkeringsgerechtigden om zelf voor voldoende inkomsten te zorgen. Mensen werden onnodig
afhankelijk van een uitkering.
Bovendien zouden huishoudens beter dan vroeger in staat zijn zelf risico’s zoals
werkloosheid te dragen, door de toegenomen welvaart en de stijging van het aandeel
tweeverdieners.
Meer hulp bij re-integratie
In 1987 en 1990 verschenen de adviezen Activerend arbeidsmarktbeleid en Een werkend
perspectief waarin de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) pleitte voor een
actievere rol van de overheid bij de re-integratie van werklozen en arbeidsongeschikten en bij de
naleving van de verplichtingen die tegenover het uitkeringsrecht staan.
In het beleid: meer nadruk op re-integratie, handhaving en bevordering van de eigen
verantwoordelijkheid:
‘Aan de eigen verantwoordelijkheid tot inkomensverwerving dient consequent voorrang te
worden gegeven. Inkomensverwerving dient boven uitkeringsverstrekking te gaan’
Werk zoeken en vinden wordt een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en burger,
waarbij de overheid meer verantwoordelijkheden neerlegt bij uitkeringsontvangers, maar
hen tegelijkertijd helpt werk te vinden.
Burgers hebben niet langer het onvoorwaardelijke recht op een uitkering, maar moeten daar iets
tegenover stellen. De republikeinse burgerschapsvisie > werd meer een liberale opvatting, waarin
mensen in beginsel zelf voor hun inkomen moeten zorgen, en als dit niet lukt, via financiële prikkels
en disciplinaire maatregelen zo snel mogelijk van uitkering naar werk worden gebracht.
Goed burgerschap
Het activerende beleid was niet alleen bedoeld om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden
> MAAR: een betaalde baan uiteindelijk het beste is voor de mensen zelf.
Werk geeft niet alleen inkomen, maar ook ontplooiingsmogelijkheden en sociale contacten.
Maatregelen om bepaalde groepen aan het werk te krijgen (vrouwen, allochtonen,
arbeidsongeschikten, langdurig werklozen) werden ook vanuit dit oogpunt.
Tegen deze achtergrond zijn vanaf de jaren negentig de toegangscriteria aangescherpt en de
hoogte en duur van de uitkeringen beperkt. > minder mensen een uitkering, eigen
verantwoordelijkheid/inkomen nam toe.
Kabinet-Rutte II zet dit voort. De wederkerigheid kwam vooral tot uiting in de toegenomen
verplichtingen die tegenover het uitkeringsrecht staan, het sleutelbegrip ‘werken naar
vermogen’ en steun van de overheid bij re-integratie.
Meer nadruk op verplichtingen tegenover het uitkeringsrecht
De paternalistische verantwoordelijkheid van de overheid voor de minstbedeelden veranderde in
stimuleren tot zelfredzaamheid.
Financiële prikkels, duidelijke regels en een intensiever sanctiebeleid moeten de
‘calculerende burger’ naar de arbeidsmarkt leiden.
Wijzigingen in de arbeidsongeschiktheidsregelingen > meer verantwoordelijkheid voor de re-
integratie van zieke werknemers bij de werknemers zelf en hun werkgevers.
Werkgevers: loondoorbetalingplicht en bijdrage aan re-integratie van zieke medewerker
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hhsgebruiker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.