Uitgebreide Samenvatting van het Handboek Ruimtelijke Ordening en Bouw voor het vak planningstelselvraagstukken.
Hoofdstukken volledig samengevat zijn: 1, 3 & 13.
Van hoofdstuk vier zijn alle paragrafen samengevat tot en met paragraaf 4.2.9.11., exclusief de paragrafen 4.2.6 en 4.2.8.
Ook de par...
Handboek ruimtelijke Ordening en Bouw
Hoofdstuk 1.1
Ruimtelijke ordening betekent compromissen sluiten en prioriteiten stellen.
Mede bepalen en invulling geven aan andermans eigendomsrecht om het algemeen belang voorop
stellen (i.p.v. individueel belang). Dit is een overheidstaak.
Compromis tussen verschillende ‘klanten’(initiatiefnemers en tegenstanders) burgerinitiatief van
nieuwe klant. Deze handelen vanuit eigen belang, maar hebben wel motivering.
Ruimtelijke ordening: het zoeken en tot stand brengen van best denkbare wederkerige aanpassing
van ruimte en samenleving, ter wille van de samenleving.
Tot 2008 vooral denken over nieuwbouw en nieuwe ideeën. Toen kwam de crisis en ging het fout en
moest het anders met als gevolg de komst van de Omgevingswet.
1.2 Ruimtelijke kwaliteit, ruimtelijke relevantie en een goede ruimtelijke ordening
Sector en facet Een sector kan ook een facet worden. Dit hangt af van het belang dat eraan wordt
gegeven en van de schaarste.
Ruimtelijke relevantie: de ruimtelijke aspecten van maatschappelijke (sectorale) processen.
Ruimtelijke kwaliteit: ruim begrip eisen worden steeds hoger. Het gaat erom de meest gewenste
ruimtelijke structuur te vinden en daarvoor heeft de RO een eigenwaarde.
1.3 Geschiedenis
1.3.1 woningwet 1901 en herziening daarvan
Ontstaan uit de volkshuisvesting en reactie op de I.R.
Verplichting gemeente om meer dan 10.000 inw om uitbreidingsplan te hebben.
Moest eerst met stratenplan, mocht later meer algemeen.
Vaststellen bestemminsplan verplicht.
Na WO2 wederopbouwwet.
1.3.2 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
Decentraal rijk en provincie alleen indicatief doorvertaling nodig voor gem gebeurde vaak
niet.
Not in my backyard- instrumentarium bepaalde ruimtelijke ordening (ro) kon worden
afgedwongen bij gemeente coördinatie van besluitvorming over projecten van bovengemeentelijk
belang .
Nauwelijks toegepast, dus doorwerking bleef een probleem.
Compromissen kwamen pas tot stand na lang overleg.
Juridische complexiteit bestemmingsplannen moesten door GS worden goed gekeurd.
Kan toekomst niet voorspellen en daarom is er flexibiliteit nodig. Dit gaat ten koste van de
rechtszekerheid.
Daarvoor waren de bestemmingsplannen heel gedetailleerd, maar waren daardoor al snel
verouderd/achterhaald (weinig flexibiliteit).
,Vrijstelling artikel 19 WRO procedure: manier om toch van bestemmingsplannen af te wijken lege
besluiten alles kon in werking worden gezet ook zonder bestemmingsplan. Dit was geen
toetsingskader als situatie ging veranderen.
Door deze procedure kwam het bestemmingsplan als sturend plan kwam niet tot zijn recht.
Geprobeerd bestemmingsplan sturende rol terug te geven in globale lijnen Beschrijving in
Hoofdlijnen (BIH) Streefbepalingen.
Bleek echter vaak te vage normen te bevatten.
Kwamen nieuwe vrijstellingen zelfstandige projectprocedure, vrijstelling voor door GS.
Aangewezen categorieën, vrijstelling voor door AMvB aangewezen gevallen en de zelfstandige
projectprocedure voor gebieden waarvan bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar.
Werkte niet.
Bestemmingsplan zowel rol als sturend plan als juridisch toetsend kader verloren.
WRO voldeed niet meer ruimtelijk planningsstelsel was te versnipperd samenhang plannen en
projecten ontbrak.
Steeds meer projectontwikkelaars op de grondmarkt grote concurrentie voor gemeente en die
bleven hierdoor achter met systeem dat niet functioneerde.
Vraag naar publiek-privaat instrument.
1.4 doelstellingen van de Wet Ruimtelijk Ordening (WRO)
1.4.1. oorspronkelijke doelstellingen
WRO gaat uit van het volgende:
1. Ontwikkelingsplanologie: gebiedsgericht en integraal. Overheid moet haar beleid actief
uitdragen en realiseren.
2. Scheiding tussen beleid en normstelling
3. Nieuwe sturingsfilosofie: ’decentraal wat kan, centraal wat moet’.
4. Gem regisseert overleg over bestemmingsplannen en projecten.
5. Verruiming reikwijdte van bestemmingsplan: bijv. ook milieunormen, kwaliteit of locatie
eisen.
6. Actuele bestemmingsplannen als centraal sturend instrument bestemmingsplannen
mogen niet meer ouder zijn dan 10 jaar.
7. Nieuw hoofdstuk grondexploitatie (GREX): regeling kostenverhaal via overeenkomsten, als
niet lukt via het publiek-privatelijk stelsel.
8. Bevoegdheid om verbeterings-en moderniseringsgebieden aan te wijzen en de regeling van
de sloopvergunning.
9. Verruimde reikwijdte van het voorbereidingsbesluit: wijzingen in het gebruik kunnen worden
verboden.
10. Ruimere toepassing van de coördinatieregelen.
Decentraal stelsel behouden.
Vanuit gegaan andere belangen worden meegenomen (milieu, werk-privé, etc)
Gezorgd voor doorwerking vanuit hoge overheidsbeleid.
Wet moet tot meer daadkracht, besluitvaardigheid, doelmatigheid en helderheid bij
overheidsbesluiten leiden.
,1.4.2 Aanpassingen tussen 2008 en 2012
Na 2008 WRO verandert veegwetten, veranderingen in sectorale wetgeving en door Crisis- en
herstelwet (Chw) en wet algemene bepaling omgevingswet (Wabo).
Vervallen van tussentijdse inspanningsplicht van projectbesluiten.
Regels vergunningen en ontheffingen uit WRO en in de Wabo.
Wabo: besluitvorming omtrent omgevingsvergunning en handhaving daarvan (en van andere
wetten).
1.4.3 De Grondexploitatiewet
Reguleert het kostenverhaal.
Is een publiekrechtelijk instrumentarium als stok achter de deur kosten die gemaakt worden
ten behoeve van de exploitatie van bouwlocatie ten last worden gelegd aan degene die ervan
profiteren.
Uitvoerbaarheidseisen in het bestemmingsplan opnemen daarmee kan worden gestuurd op
categorieën.
1.4.4. Het besluit ruimtelijke ordening
Dit is een AMvB en hierdoor kan Bro weer verder worden uitgewerkt.
Door dit besluit meer gelaagdheid.
Hierdoor dreigt een labyrint van regels te ontstaan, die de structuur van de wet kan aantasten.
Besluit geeft algemene regels onder bestemmingsplan die ook in het inpassingsplan zijn
inbegrepen.
1.4.5. Scheiding tussen beleid, normstelling en uitvoering
WRO mogelijkheid om in PKB of in het streekplan concrete beleidsbeslissingen op te nemen.
Plan bevatte daardoor zowel beleid als normen hebben een verschillend karakter.
Beleid: bindend voor het vaststellend orgaan en dat hiervan binnen bepaalde marges kan
afwijken en is gericht op besturen.
Gebaat bij flexibiliteit inspelen nieuwe ontwikkelingen en inzichten.
Normen: bindend voor iedereen en moeten voldoen eisen van het recht.
Moeten voor één uitleg vatbaar zijn en zekerheid bieden.
Concrete normen passen niet in beleidsmatige documenten.
Spanningsveld zekerheid- flexibiliteit
PKB en streekplan steeds meer inspraak-, toetsings- en rechtsbeschermingsprocedures
hierdoor ging het niet meer om inhoudelijke afwegingen, maar producerele
vormgevingselementen waren bepalend geworden.
Indicatief
Er is geen procedure voorgeschreven, tenzij dat wordt voorgeschreven door een
wetgeving/orgaan.
Structuurvisie: ruimtelijk ontwikkelingsbeeld voor bepaald gebied en communicatief krachtig
genoeg zijn om gedurende langere tijd als referentiekader te kunnen dienen en alle
, uitvoeringsmaatregelen te kunnen dragen . Moet duidelijk onderscheiden worden van een
uitvoeringsstrategie uitvoering moet flexibel zijn zonder de visie geweld aan te doen.
Onderscheid beleid, normstelling en uitvoering zijn structuurbepalende elementen van de wet
zijn structuurvisies moet wel rekening houden met uitvoerbaarheid/realiteit.
Vraag is of er wel duidelijk onderscheid te maken is beleid moet namelijk worden omgezet in
normen.
1.4.6 Sturingsfilosofie
WRO decentraal, maar met sterk centrale elementen.
Gemeente
Provincie of rijk kan echter ook naar zich toe trekken door:
- Aansturing = instructies
- Directe regeling (bindende regels= instructieregels)
Overheidslagen zijn complementair.
Bevoegdheden rijk en provincie gekoppeld aan provinciaal of nationaal belang.
Provincie en rijk geven aanwijzingen.
Rijk en provincie zijn in staat hun beleid uitgevoerd te krijgen via andere bevoegdheden is
doorzettingsmacht bij besluitvorming en uitvoeringsmacht bij beleidsuitvoering.
Sturingsfilosofie WRO:
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen bij het meest geschikte bestuursorgaan
In beginsel Gemeente
Gem maakt burgers bindende regels
In beleidsdocumenten staan geen normen. Als bindende werking gewenst is, moet dat via
andere bevoegdheden worden geregeld
Rijk &Provincie beschikken over bevoegdheden om vooraf richting te geven aan en achteraf
in te grijpen bij gemeentelijke ruimtelijke besluiten
1.4.7. juridisering van de ruimtelijke praktijk
Door vage beleidsdocumenten zouden deze later door een rechter vorm worden gegeven.
Minister kon altijd corrigeren via AMvB.
In praktijk bleef vergaande juridisering uit en bleven een aantal AMvB beperkt.
Structuurvisies geven geen rechtsbescherming tenzij ze worden toegepast.
Uit jurisprudentie blijkt prominente rol rechter.
1.4.8 rol burger
Burgerparticipatie belangrijk B&W en GS voeren anders te veel eigen koers. B&W= college van
burgermeesters en wethouders.
In WRO aantal momenten burgerparticipatie:
Publicatieplicht: plan aan burgers presenteren/ burgers al betrekken in vroege planvorming.
Kennisgeving: geeft aan op welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties bij voorbereiding
ruimtelijke ontwikkeling worden betrokken.
Tijdens formele procedure mogelijkheid om zienswijze in te dienen.
Schenden inspraakverplichting geen gevolgen rechtmatigheid bestemmingsplan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MMHermans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,04. Je zit daarna nergens aan vast.