PW Personen Met Beperkingen: Diagnostiek hoorcollege 1 05/02/2020
15 colleges
Literatuur:
- Boeken: sporen van de reiziger (kopen), children with disabilities (gratis online te verkrijgen)
- Artikelen (15 stuks)
- Klapper
- Podcast
Thema’s:
1) Vroegkinderlijke ontwikkeling en motorische problemen
2) Mensen met een visuele, auditieve beperking of doofblindheid
3) Mensen met een verstandelijke beperking
4) Ervaringsdeskundigheid (ouder)
5) Casuïstiek (orthopedagogische handelingscyclus doorlopen)
Orthopedagogische Handelingscyclus
Eerste 5 stappen: diagnostiek
Laatste stappen: behandeling
Met wat voor klachten komen ouders van jonge kinderen bij jou als orthopedagoog?
Met wat voor klachten komen ouders van een kind met een motorische beperking bij een
orthopedagoog?
Wat voor hulpvragen kun je dan opstellen?
Aan wat voor hypothesen kun je denken? Vulling voor je rugzakje.
Maar ook, een kennismaking met veel gebruikte instrumenten, waar loop je tegenaan als je
diagnostiek doet, waarmee moet je rekening houden?
Etc.
Thema: het jonge kind met ontwikkelingsproblematiek
Vandaag
➢ Vroegdiagnostiek
- Belang
- Belemmeringen
- Kansen
➢ Ontwikkeling jonge kind → als je problemen wilt onderkennen, moet je inzicht hebben in de
normale ontwikkeling
Leerdoelen
Na afloop van het college over het jonge kind met ontwikkelingsproblematiek:
- Heeft de student inzicht in het begrip ontwikkelingsproblematiek;
- Kan de student het belang van vroegdiagnostiek beschrijven;
- Kan de student belemmeringen en kansen in vroegtijdige onderkenning van
ontwikkelingsproblematiek beschrijven;
- Kan de student verschillende perspectieven ten aanzien van motorische ontwikkeling van
elkaar onderscheiden en uitleggen.
Begrippen (1)
Meeste kinderen ontwikkelen zich gewoon, maar bij een aantal kinderen loopt het anders. Zij kunnen
bijvoorbeeld een achterstand oplopen. Bij kinderen waarvan bekend is dat ze een afwijking hebben,
bijv. een bepaalde genetische aandoening of dat moeder tijdens zwangerschap drugs heeft gebruikt,
daarbij is bekend dat ze een achterstand op kunnen lopen. Bij ‘gewone’ kinderen zonder deze
problemen kunnen ook achterstanden/problemen oplopen. Dit komt soms pas tot uiting wanneer
,het kind naar school gaat. Vaak merken ouders al wel dat het bij dit kind op jonge leeftijd al wat
anders gaat. Er kan sprake zijn van een vertraagde ontwikkeling = als kind op bepaalde leeftijd
vaardigheden laat zien die kenmerkend zijn voor jongere kinderen. Bijvoorbeeld taalvaardigheid die
past bij een jongere leeftijd. Een 4-jarige praat in gewone zinnen, maar als deze in 2-woorden zinnen
praat, dan past dit beter bij een jonger kind.
Ook afwijkende ontwikkeling = gedrag laten zien dat niet thuishoort in een bepaalde
ontwikkelingsfase en geen samenhangend beeld vormt. Bijvoorbeeld als kind geen actief taalgebruik
gebruikt. Kinderen met duchene (spierziekte) hebben een waggelend looppatroon, dit zien we in
geen enkele ontwikkelingsfase normaal, dus kan als een afwijkende ontwikkeling gezien worden.
Asynchrone (dissociation) afwijking = ontwikkeling loopt op verschillende gebieden niet gelijk aan
elkaar. Bijvoorbeeld: achterstand op taal, maar op motorisch niet.
Regressie in de ontwikkeling: alarmsignaal moet dit zijn! Een terugval in normale
ontwikkelingsverloop. Verlies van vaardigheden is dit (denk aan stoornis van Rett).
Ontwikkelingsproblematiek wordt beschreven als afwijkend gedrag dus: achterstand, vertraging,
asynchroon, regressie. Als kind zich afwijkend ontwikkelt, wat is dan normaal?
➢ Vertraagde ontwikkeling: wanneer een kind op een bepaalde leeftijd vaardigheden laat zien
die kenmerkend zijn voor jongere kinderen.
- Bijv. het taalgebruik van een 4-jarige vertoont kenmerken die gewoonlijk niet meer
voorkomen in het taalgebruik van 4-jarigen, maar wel in dat van 2- of 3-jarige kinderen
➢ Afwijkende ontwikkeling: wanneer een kind gedrag laat zien dat niet in een bepaalde
ontwikkelingsfase thuishoort en dat geen samenhangend beeld vormt.
- Bijv. het taalgebruik van een kind vertoont kenmerken die niet passen bij een bepaalde fase
van het taalverwervingsproces.
➢ Asynchrone ontwikkeling (dissociation): ontwikkeling op verschillende gebieden loopt niet
gelijk aan elkaar.
- Bijv. motorische mijlpalen worden op tijd behaald, maar achterstand op het gebied van taal.
➢ Regressie in de ontwikkeling: terugval in normaal ontwikkelings-verloop.
- Altijd een reden om aan de bel te trekken!
➢ Dus: een kind met ontwikkelingsproblematiek wordt beschreven aan de hand van ‘afwijkend
gedrag’
- De vraag is dan: wat is ‘normaal’?
In het diagnostisch proces hebben ouders 4 vragen:
1) Wat is er aan de hand met mijn kind? (diagnose)
2) Wat gaat er gebeuren met mijn kind? (natuurlijke geschiedenis/prognose)
3) Wat kan er gedaan worden om de situatie van mijn kind te verbeteren? (behandeling)
4) Wat is de oorzaak? (etiologie)
Voorbeeld Noah en ouders:
“Ze waren teleurgesteld toen zijn spraak niet dramatisch verbeterde na plaatsing van
tympanostomiebuizen op de leeftijd van 23 maanden. Neurologische beoordeling op de leeftijd van
28 maanden bracht significante wereldwijde ontwikkelingsachterstand, milde hypotonie en neuro-
gedragsafwijkingen aan het licht, waaronder motorstereotypie, slapeloosheid en zelfbeschadigend
gedrag. Hij was kort van gestalte en werd opgemerkt dat hij kleine dysmorfe kenmerken en een nors
stem had.”
Atypische ontwikkelingspatronen
Gesell zag dat typische ontwikkeling methodologisch, sequentieel, gepland en dus voorspelbaar is.
Verschillende soorten ontwikkeling staan in de afbeelding hieronder. Dit principe is de basis om
mijlpalen en tests als markers van hersenontwikkeling te gebruiken.
,De verschillende ontwikkelingsstoornissen die we kennen als resultaat van neurologische
abnormaliteiten in cognitieve, motorische en neurogedragsfuncties liggen op een spectrum van
ontwikkelingsonmogelijkheden. Denk aan ASS.
Een disfunctie van het brein heeft invloed op de 3 hoofdgebieden: cognitieve ontwikkeling (taal,
probleem oplossen), motorische ontwikkeling (fijne en grove motoriek) en neurogedragsontwikkeling
(sociaal gedrag, adaptief emotioneel gedrag en mentale status).
Orthopedagogische handelingscyclus
Als er sprake is van ontwikkelingsproblematiek, dan moet er onderzoek plaatsvinden om te
achterhalen wat er aan de hand zou kunnen zijn. We gebruiken vooral de rechterkant van het model.
Wat voor hulpvragen zien we bij ouders van jonge kinderen, tegen welke problemen lopen zij aan,
waarom is vroegbehandeling belangrijk?
Waarom vroegdiagnostiek?
Als er daadwerkelijk iets aan de hand is en als je er vroeg bij bent, dan kun je op een vroeg moment
de juiste hulp bieden. Dit is het meest effectief, maar dan moet je wel weten wat er aan de hand is.
Dan moet je ook weten welke interventie je moet toepassen. Tijdig opsporen is belangrijk en wat
tijdig is, hangt af van het type ontwikkelingsprobleem en van acceptatie van ouders. Tijdig is daarom
een breed begrip. Als je later ontdekt dat er wat aan de hand is, dan kan kind te laat in het
zorgproces terecht komen en dan komen er allerlei secundaire gedrags- en ontwikkelingsproblemen.
Dus als je vroeg opspoort, dan is dat ook belangrijk voor de genetische advisering van ouders.
, Als je te laat start, dan kan een kind zich onvoldoende optimaal kan ontwikkelen.
Ook is vroegdiagnostiek belangrijk voor ouders, want dan kunnen ze ondersteund worden bij
opvoeding en je kunt dan al invloed uitoefenen op ontwikkeling van kind. Voor ouders is het vaak
belangrijk om te weten dat het niet aan hen ligt en niet hun schuld is. Het helpt ouders dus ook bij
emotionele verwerking. Als ouders denken dat er iets met hun kind is, dan is dat vaak ook zo. Er zijn
overbezorgde ouders, dus soms kun je met vroegdiagnostiek ook ouders geruststellen dat er juist
niks aan de hand is. Het is gewoon dat kinderen sneller ontwikkelen op het ene gebied (bijv. taal) dan
op het andere gebied (bijv. motoriek).
➢ Tijdig opsporen van stoornissen om vroeg behandeling / begeleiding op te starten.
➢ Ouders zo vroeg mogelijk steunen in opvoedingsproces (hulpvragen).
- Faciliteren interactie met ouders en realiseren veilige hechtingsrelatie
- Voorkomen secundaire gevolgen
- Stimuleren ontwikkelingspotentieel
- Adaptief functioneren: zelf leren verzorgen en leren omgaan met leeftijdsgenootjes
- Emotionele verwerking
➢ Maar ook: geruststelling van ouders en verhogen van kennis en vaardigheden.
Het kan ook tot acceptatie leiden bij ouders. Soms kan bepaald gedrag ook in een bepaald
perspectief geplaatst worden en dan kun je meer begrip krijgen voor het gedrag van het kind in een
bepaalde situatie.
Niemand wil dat kind een ontwikkelingsstoornis heeft, maar als je uiteindelijk weet wat je kind heeft,
dan kun je ook verder gaan (Johan).
➢ Bij diagnose
- Ouders: van onzekerheid naar houvast, bijstellen eisen, minder frustraties ouders/kind, meer
begrip.
- Kind: meer begrip omgeving, beter relatie ouders.
“Gek hoe belangrijk het is dat je een naam hebt voor de afwijking van je kind ... Net alsof de
benoemende waarde van zo’n naam een ordenende kracht heeft, alsof die naam in die verwarrende
chaos van gevoelens en ervaringen het begin van een fundering is waarop je verder kunt bouwen ...”
Johan (vader van Floor)
Vroegdiagnostiek belangrijk, maar…
➢ Kunnen bepaalde diagnoses bij jonge kinderen worden gesteld? Normale range of stoornis?
- Grote verschillen in verloop ontwikkeling tussen en binnen kinderen.
- Verwevenheid ontwikkelingsdomeinen.
Is vroegdiagnostiek altijd goed of belangrijk? Kun je wel bepaalde diagnoses stellen bij jonge
kinderen. Stel je hebt een 2-jarig kind, kun je dan al zeggen dat het kind autisme heeft? Want er zijn
heel veel verschillen tussen kinderen. Sommige lijken een vertraagde ontwikkeling te hebben of
ontwikkelen zich op taal sterk, terwijl motoriek achter blijft. Dit trekt later weer bij en hoeft dus geen
achterstand of ontwikkelingsstoornis te zijn, dus vroegdiagnostiek hoeft niet altijd even goed te zijn.
We zien dat sommige problemen op het ene domein meer naar voren komt en dat je niet goed kunt
zeggen wat er precies aan de hand is. Je ziet bijv. bij een 2-jarige dat gedragsproblemen naar voren