Samenvatting hoofdstuk 10 van het vak Organisatiekunde van de module Groei en ontwikkeling. Opleiding: Technische Bedrijfskunde Windesheim. Boek: Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management door Jos Marcus en Nick van Dam.
10.1 Verandering
‘’Verandering is de enige constante’’ – Heraclitus (griekse filosoof)
Verandering in de omgeving.
Verandering in de organisatie zelf (reorganisatie, bedrijfsopvolging, nieuwe
medewerker, nieuwe producten/diensten, etc.
Een organisatie dient zich continu aan te passen op haar omgeving.
10.2 effectiviteit en succesvolle organisaties
Organisaties zijn samenwerkingsverbanden met als doel het realiseren van bepaalde
doelstellingen.
Effectiviteit (doelgerichtheid en doeltreffendheid) = de mate waarin gestelde doelen
worden bereikt.
Er wordt een viertal gebieden van effectiviteit onderscheidden (met daarbij behorende
criteria):
1. Technische en economische effectiviteit = mate waarin middelen op een efficiënte
wijze worden ingezet. Bepaalde output met zo weinig mogelijke input.
2. Psychosociale effectiviteit = mate waarin behoeften van de organisatiemedewerkers
worden gerealiseerd. Oftewel de bevrediging die medewerkers bij uitvoeren van
werk hebben.
3. Maatschappelijke effectiviteit = mate waarin de behoeften van de partijen in de
externe omgeving worden gerealiseerd. Er is sprake van behoeftebevrediging bij
externe partijen zoals consumenten en financiers.
4. Bestuurlijke effectiviteit = mate waarin de organisatie kan reageren op veranderde
situaties.
Succesvolle organisaties: Alle vier soorten van effectiviteit scoren 'voldoende' (=organisatie-
evenwicht). Zowel interne als externe participanten worden zodanig beloond dat zij
gemotiveerd blijven om deel te blijven nemen aan de organisatie.
Bij succesvolle organisaties is er een relatie tussen succes en cultuurkenmerken, deze
omvatten kwaliteitszorg, klantgerichtheid, flexibiliteit, intern ondernemerschap, innovatieve
kracht, teamwerk, stijl van leidinggeven en gemeenschappelijke normen en waarden van de
organisatieleden.
10.3 organisatiecultuur
Organisatiecultuur = (soms in symbolen en mythen vastgelegde) een verzameling
opvattingen over het werk, over elkaar, over zichzelf en over de organisatie
Verschillende typologieën die (aspecten van) de organisatiecultuur beschrijven:
1. Groepsprocessen en organisatiecultuur
2. Typologie van Handy.
3. Typologie van G. Sanders en B. Neuijen
4. Typologie volgens beroepscultuur
, 1. Benadering met groepsprocessen en organisatiecultuur
Centraal in deze benadering staat de groepsoriëntatie. Aspecten van het groepsproces zijn:
1. Affectiviteit: zakelijke of emotionele band
2. Oorzakelijkheid: mensen en/of systemen veroorzaken problemen voor
organisatieleden
3. Hiërarchie: gedrag van organisatieleden ten aanzien van positie, rol, macht en
verantwoordelijkheid
4. Verandering: reactie van organisatieleden op kansen en bedreigingen
5. Samenwerking: schouders eronder of ieder voor zich
6. Oriëntatie ten opzichte van groepen met andere belangen: antipathie of
sympathie
2. Typologie van Handy
Gebaseerd op twee dimensies:
Samenwerkingsgraad. Mate waarin wordt samengewerkt.
Machtsspreiding. Mate waarin beslissingsbevoegdheid gecentraliseerd of gedecentraliseerd
is.
De vier cultuurtypen zijn het volgende:
Rollencultuur: organisatie is gebaseerd op regels en procedures. Functies geven de toon aan,
niet de mensen die functies uitvoeren. (Terug te zien bureaucratische organisaties)
Machtscultuur: Organisatie draait om topfiguur. Weinig regels en procedures, beslissingen
worden ad hoc genomen. (Terug te zien in kleine en jonge organisaties)
Personencultuur: Kenmerk is de prioriteit die wordt gegeven aan individu. Manager is gelijke
van medewerker. Management is noodzakelijk kwaad om de organisatie draaiende te
houden. (Terug te zien in dienstverlening)
Taakcultuur: Organisatie kenmerkt zich door taakgerichtheid en professionaliteit.
Organisatie bestaat uit netwerk van los/vaste taakeenheden waarbij elke eenheid grote
zelfstandigheid bezit en tegelijk een specifieke verantwoordelijkheid binnen het geheel.
Behalen van resultaat is het centrale vraagstuk. (Terug te zien in matrixorganisatie)
‘’Cultuurtype = type technologie’’
Routinematig = rollencultuur
Kostbare technologie = rollencultuur
Massaproductie = rollencultuur
Technologie die veel coördinatie vereist = rollencultuur
Stuk productie = taakcultuur of machtscultuur
Technologie die grote flexibiliteit vereist = machts- of taakcultuur
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gvr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.