hoofstuk 2,4,Beëindigingsovereenkomst bladzijde 263 t/m 265 tot aan proeftijd Opzegtermijnen bladzijde 257 t/m 260 tot aan getuigschrift, Privacy:Marion Treep: bladzijde 54, bladzijde 56 t/m 60 tot aan informatieplichtGoed werkgeverschap: Marion Treep paragraaf 2.2.3 tot aan aansprakelijkheid voor...
Publiek recht: rechtsregels die verhouding betreffen tussen overheidsorganen onderling of die regels
bevatten ten aanzien van de overheid in haar gezag kwaliteit als overheid ten opzichte van burgers.
- Staatsrecht: de grondwet met de grondrechten
- Bestuur of administratief recht: zoals scholen etc.
- Strafrecht
- Dwingend
- Staat er niks dat ervan afgeweken mag worden uitgaan dat het mag: aanvullend recht
Privaatrecht: recht tussen 2 of meerdere burgers, bedrijf en burger of bedrijven onderling.
- Personen en familierecht: voogdij, huwelijk en echtscheiding
- Vermogensrecht: erfrecht, goederenrecht en verbintenisrecht
- Rechtspersoon recht: info over zaken als bv en nv
1.2 dwingend en aanvullend recht
1. Dwingend recht: recht waar je niet van af mag wijken doe je dit wel is het nietig.
2. Driekwart dwingend recht: een wettelijke regel waarvan je alleen in een CAO mag afwijken
ten nadele van de werknemer. Doe je dit buiten wet of Cao om is dit weer nietig.
3. Vijf achtste dwingend recht: een wettelijke regel waarvan je mag afwijken door middel van
een overeenkomst met de ondernemingsraad. Mag ook afwijken van CAO.
4. Semi dwingend recht: een wettelijke regel waarvan je mag afwijken als dit in een schriftelijke
overeenkomst staat bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst.
5. Aanvullend recht: regels die gelden als partijen zelf niets geregeld hebben.
Materieel recht: de inhoud van het recht dus wat wel en niet mag.
Formeel recht: proces recht dit bepaalt kantonrechter.
,De wet in formele zin: wet gemaakt door regering samen met eerste en tweede kamer; er staat altijd
‘wet’ bij (werkloosheidswet) en kijk naar wijze totstandkoming.
raamwet = Een ‘lege’ wet waarvan de uitvoeringsvoorschriften later gemaakt worden
circulaires/ richtlijnen (pseudowetgeving)= behoren formeel niet tot recht. Toch bij overtreden in
strijd met behoorlijk bestuur.
1.3 rechtsbronnen
Hiërarchische volgorde
- Verdrag (=schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer landen)
o Verordeningen: een Europese wet is na inwerktreding meteen ook een Nederlandse
wet. (bijv. AVG: algemene verordening Gegevensbescherming)
o Richtlijnen: zijn gericht tot lidstaten zij moeten deze omzetten in een wetgeving.
- Wet (=regels die gecodificeerd (=liggen vast) zijn)
- Jurisprudentie (=rechterlijke uitspraken)
- Cao (=schriftelijke overeenkomst tussen verenigingen van werknemers en verenigen van
werkgevers (vakbond) of een of meer werkgevers)
- Gewoonterecht (= ongeschreven recht. Er mot sprake zijn van een langdurig gebruik van een
regel. De regel mot algemeen geaccepteerd worden. de mensen die de regelgebruiken
hebben de overtuiging dat de regel ook echt nageleefd moet worden.)
1.4 organisatie van de rechtspraak hoge raad
Macht in nl: regering= koning en ministers, Parlement= tweede en eerste kamer Gerechtshof
Wetgevende macht in Eu: Europees parlement burgers Eu kiezen. Raad van Europese unie,
vakministers lidstaten. Rechtbank
Recht in Europa:
Het Europees hof van justitie:
- oordeelt of wetten en regels die in Europa worden gemaakt goed worden nageleefd.
- Ziet erop toe dat alle wetten in alle Eu landen hetzelfde worden nageleefd.
- Als het Europees hof van justitie een uitspraak doet, dan is deze in heel Europa van
toepassing.
‘gewone’ rechterlijke macht: een vorming van verschillende rechtspraken
o Hoge raad
Oordeelt bijna nooit als rechter in eerst aanleg
Neemt voornamelijk kennis van beroepen in cassatie die kunnen worden
ingesteld als laatste mogelijkheid om recht te halen tegen uitspraken van lage
rechters (art 78 t/m 80 Wet RO)
Vooral actief in zaken die nog een laatste kans hebben om hun gelijk te
krijgen
Oordeelt niet meer over feiten maar kijkt puur naar de uitspraak van de
rechter onder hem en of deze juist is.
, Ook kunnen de rechtsbanken en gerechtshoven om uitleg vragen aan de
hoge raad dit noemen we prejudiciële vragen stellen (art 81a Wet RO)
o Het gerechtshof
Oordeelt in hoger beroep over vonnissen die in eerste aanleg voor de
rechtbank zijn geweest (art. 60 Wet RO).
Het gerechtshof Amsterdam heeft een Ondernemingskamer die kennisneemt
van een aantal conflicten binnen het ondernemings- en
medezeggenschapsrecht (art. 66 wet RO).
o Rechtbanken: de regel is dat alle zaken op een paar uitzonderingen na eerst naar de
rechtbank gaan
Kantonrechters behandelen onder andere: vordering tot 25.000, alle zaken
betreffen huur, huurverkoop of consumentenverkoop, alle voorderingen uit
arbeidsovereenkomsten en de CAO
Civiele rechter: behandelen andere civiele zaken met bedragen boven
25.000, persoons en familierecht en handelszaken.
- Rechtbank verdeeld in sectoren: civiel recht, bestuursrecht, strafrecht en kanton recht
(spreekt alleen recht= absolute competentie)
- Bewijsrecht: hoofdregel: wie eist, bewijst.
- In arbeidsrecht soms omgedraaid ten gunste van de werknemer. werknemer moet feiten
noemen die het onderscheid doen vermoeden en de werkgever moet tegenbewijs leveren.
Collegiale rechtspraak: in meerdere kamers er is een college van meerdere rechters.
Alleensprekende rechters: voor eenvoudigere of speciale zaken en gebeurt alleen
Absolute competentie: welke rechter is bevoegd om welke zaak aan te nemen.
Hoofdregel absolute competentie: de rechtbank: in eerste instantie aanleg kennis nemer van alle
burgerlijke zaken, op enkele door de wet bepaalde uitzonderingen na (art 42 wet RO)
De sector kanton van de rechtbank behandelt onder andere (art. 93 Rv):
- Alle vorderingen tot een bedrag van 25.000 euro.
- Alle zaken over een huur-, huurkoop- of consumentenkoopovereenkomst, ongeacht de
hoogte van het bedrag.
- Alle vorderingen uit arbeidsovereenkomst en cao, ongeacht de hoogte van het bedrag.
De sector civiel van rechtbank behandelt andere civiele zaken. Hoe produceren in civiel proces
wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Vaal schriftelijk ingediende stukken, als rechter besluit
beide partijen te horen = comparitie
Relatieve competentie: de zaak dienst bij de rechter in wiens rechtsgebied de gedaagde zijn
woonplaats heeft.
Dagvaarding: een formeel schriftelijk stuk waarin de eiser de gedaagde oproept om op een bepaalde
dag voor de rechter te verschijnen. Sommige procedures beginnen niet met een dagvaarding maar
met een zoekschrift
Kort geding: een snel voorlopig oordeel omdat de zaak flinke spoed heeft, is veel makkelijker; vaak
mondeling.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lrhkersten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.