Hoofdlijnen Nederlands Recht
Hoofdlijnen Nederlands recht
Hoofdstuk 1, Terreinverkenning.............................................................................................................2
Hoofdstuk 2, Verbintenissenrecht – de overeenkomst..........................................................................7
Hoofdstuk 4, Verbintenissenrecht- de onrechtmatige en rechtmatige daad.......................................14
Hoofdstuk 5, Goederenrecht................................................................................................................20
Hoofdstuk 6, Verdieping goederenrecht..............................................................................................28
Hoofdstuk 8, Burgerlijk procesrecht.....................................................................................................30
Hoofdstuk 10, bestuursrecht en bestuursprocesrecht.........................................................................37
Hoofdstuk 12, Europees recht..............................................................................................................45
1
, Hoofdlijnen Nederlands Recht
Hoofdstuk 1, Terreinverkenning
Paragraaf 1.2, Waarom recht?
Recht heeft vier verschillende functies.
1. Normatieve functie
Dit zijn gedragsregels die moeten worden nageleefd en er zit een straf op als zij worden
voertreden. Deze normen zijn niet alleen ethische normen maar ook rechtsnormen.
2. Geschiloplossende functie
Hierbij wordt eigenrichting verboden. Wij kennen rechterlijke organisatie die oordeelt of
iemand moet worden gestraft, op welke wijze en welke procedure.
3. Additionele functie
Het biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken.
Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak vóór de wettelijke regeling.
4. Instrumentele functie
Zaken waarbij er geen normbesef is of het niet toereikend is als mensen daar afspraken over
maken. Vb. rechts rijden in het verkeer.
Paragraaf 1.3, Waar vinden we het recht?
Recht speelt een grote rol in het maatschappelijk leven, daarbij is het belangrijk dat we het recht
kunnen vinden. In dit verband wordt er gesproken van rechtsbronnen, in totaal zijn het er vier.
1.3.1 de Wet.
Wetten met betrekking tot het privaatrecht
Er zijn wetten op terrein van het privaatrecht/ civiele recht/ burgerlijk recht. Deze is te verdelen in
twee gebieden: personen- en familierecht en vermogensrecht.
Het personen- en familierecht regelt alle zaken als geboorte, huwelijk, echtscheiding, adoptie,
ondercuratelestelling en regeling van het vermogen tussen echtgenoten. Dit alles staat in het
Burgerlijk Wetboek, boek 1. Onder vermogensrecht vallen alle geld waardeerbare handelingen
tussen burgers waaraan juridische gevolgen verbonden zijn, denk aan het breken van een vaas of het
komen van een kantoorinventaris. Bij geschillen gaat het vaak om schade die geleden is en verhaald
wordt via de rechter. De regels zijn te vinden in Burgerlijk Wetboek, boek 3,5,6.
Boek 1:Personen- en familierecht. (Ingevoerd in 1970)
Boek 2: Rechtspersonen (ingevoerd in 1976)
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen. (Ingevoerd in 1992)
Boek 4: Erfrecht. (Ingevoerd in 2003)
Boek 5: Zakelijke rechten. (Ingevoerd in 1992)
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht. (Ingevoerd in 1992)
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten. (Deels ingevoerd, verspreid voer de jaren)
Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer. (Ingevoerd in 1991)
Boek 9: niet ingevoerd omdat er internationale afspraken werden gemaakt over auteursrecht en
octrooirecht.
Boek 10: Internationaal privaatrecht. (Ingevoerd in 2012)
Wetten met betrekking tot het ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht valt ook onder het privaatrecht. Deze recht regelt alles wat ondernemingen en
bedrijven betreft. Wettelijke bepalingen voor ondernemingsvormen worden hierin ook opgenomen.
2
, Hoofdlijnen Nederlands Recht
Naast boek2 van BW behoren ook de Handelsnaamwet, de Handelsregisterwet en de
Faillissementswet bij het ondernemingsrecht.
Wetten met betrekking tot het burgerlijk procesrecht
Als er een privaatrechtelijk geschil is tussen twee burgers dan kunnen zij naar de rechter stappen om
zijn of haar gelijk te halen, dit wordt procederen genoemd. Daarbij is er geen derde onafhankelijk
persoon aanwezig. De regels rond de juridische procedures worden tot het burgerlijk procesrecht
gerekend en zijn voor een groot deel te vinden in het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
Wetten met betrekking tot het strafrecht
Bij het strafrecht treedt het OM actief op om sancties te eisen bij overtreding van de norm. Het OM
bezit een monopolypositie, alleen zij kunnen tot vervolging overgaan. Soms zijn het strafrecht en het
privaatrecht met elkaar verbonden.
Wetten met betrekking tot het staatsrecht
In het staatrecht worden de Eerste en Tweede Kamer, de regering, verkiezingen en de
totstandkoming van wetten aan de orde. Een belangrijk wet is de Grondwet, hierin staan de
basisregels van het staatsbestel. Wetten die uit de Grondwet voortkomen worden organieke wetten
genoemd. vb. Wet op de Raad van State, Kieswet.
Wetten met betrekking tot het bestuursrecht
Bij bestuursrecht is de Algemene wet bestuursrecht de kernwet. Het bestuursrecht heeft betrekking
op de mogelijkheden die de overheid heeft om op te treden ten
aanzien van de maatschappij. Dat de staat zich meer gaat bemoeien
met de samenleving wordt ook wel de ontwikkeling van
nachtwakersstaat naar socialeverzorgingsstaat genoemd. Als de
overheid zich terugtrekt wordt er gesproken van privatisering en
deregulering. Vb. bestuurswetten: Onteigeningswet, Drank- en Horecawet.
Wie zijn wetgever?
Wetgevers op centraal niveau is de nationale wetgever, samengesteld uit de regering en de Staten-
Generaal. De wettenvormen de regelgeving uit Den Haag.
Decentrale wetgevers zitten op provinciaal (provinciale staten) en gemeentelijk (gemeenteraad)
niveau. Echter zijn de regels door hen opgesteld niet een wet maar een verordening.
Naast wetgevers zijn er nog een aantal andere instanties die verordeningen mogen maken. Denk aan
waterschappen of de Sociaaleconomische Raad
Rangorde tussen wetgevende organen
Tussen wetten en verordeningen kan een rangorde worden aangebracht:
1. Hoog boven laag.
Staten-Generaal provinciaal gemeente
2. Bijzonder boven algemeen
Voor veel voorkomende overeenkomsten heeft de nationale wetgever afzonderlijke wetten
geregeld. Deze worden benoemde of bijzondere overeenkomsten genoemd. De eerste
wettelijke bepaling gaat boven de tweede.
3. Jong boven oud
3
, Hoofdlijnen Nederlands Recht
Als twee wetten van gelijk niveau met elkaar in strijd zijn, dan zal de rechter de meest
recente wet toepassen.
Wet in formele en materiële zin
Een wet in formele zin is een wet die is tot stand gekomen door regering en Staten-Generaal
gezamenlijk, de nationale wetgever. Wetten van deze wetgever worden met uitsluiting van alle
andere daden van wetgeving. (Niet op provinciaal of gemeente niveau)
Een wet in materiële zin is iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor een onbepaald
aantal en dus niet bij name genoemde personen te gelden.
Een wet in formele zin is meestal een wet in materiële zin maar het hoeft niet.
o Een groot aantal wetten is én wet in formele zin én wet in materiële zin, want wetten die
door Den Haag worden uitgevaardigd zijn meestal niet tot bij name genoemde mensen
gericht.
o Sommige wetten zijn wél wet in formele zin maar niet in materiële zin. Wetten afkomstig van
Den Haag richten soms tot bij name genoemde personen.
Vb. goedkeuring begroting van departement of huwelijk kroonprins
o Groot aantal wetten is geen wet in formele zin en wel in materiële zin omdat veel wetten op
provinciaal of gemeente niveau worden gemaakt.
o Soms zijn wetten noch formeel noch materieel omdat ze voor een bepaalde groep vanuit
provincie of gemeente komen. Vergunning voor het bouwen van schuur aan een eigenaar.
1.3.2 Verdrag
Een verdrag is een afspraak of overeenkomst tussen twee of meer staten. Bij twee staten wordt het
een bilateraal verdrag genoemd en bij meerdere staten een multilateraal verdrag. Door
internationalisering van samenleving en markt worden landen gedwongen om met elkaar samen te
werken. Soms gebeurt dit in vergaande mate, namelijk als er een organisatie bij het verdrag wordt
opgericht, denk aan de EU. De organen van deze organisaties hebben vaak belangrijke
bevoegdheden, door de EU kunnen verordeningen en richtlijnen worden uitgevaardigd waar
nationale wetgevers zich aan moeten houden.
1.3.3 Jurisprudentie
Jurisprudentie is rechtspraak, dit kan gedaan worden door een enkele rechter (unus) of door een
rechterlijk college. Een vonnis wordt gegeven door de rechtbank. Een arrest wordt gewezen door
een gerechtshof en de Hoge Raad. De procedure die tot een uitspraak leidt begint vaak met een
dagvaarding. Als de juridische procedure bij de rechtbank begint met een verzoekschrift, dan heeft
de beslissing een beschikking. Rechtbank, gerechtshof en de Hoge Raad zijn actief bij privaatrecht,
ondernemingsrecht en strafrecht. Op andere terreinen wordt rechtgesproken door rechters en
rechtscolleges, deze beslissingen zijn uitspraken. Zulke uitspraken gelden bij enkel één zaak, waarom
is het dan recht? In wetten staan vaak woorden of zinsdelen waarvan de betekenis niet vaststaat. Als
een rechter z’n woord of zinsdeel moet uitleggen, is deze uitleg een bron van recht en behoort tot de
4