Plan van Aanpak Scriptie Voeding en MS
Plan van aanpak voor een scriptie over de associatie tussen voeding en MS bij de
opleiding Voeding en Diëtetiek
Naam: Emelda Kuijpers
Studentnummer: 994930273
Datum: 22 november 2024
Plaats: Wijlre
Plan van Aanpak voor de scriptie van de HBO-bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek in opdracht van
diëtistenpraktijk Nutripunt
Versie 2
,Inhoudsopgave
Kernbegrippen........................................................................................................................................3
1 Aanleiding tot onderzoek.....................................................................................................................4
1.1 Omschrijving organisatie..............................................................................................................4
1.2 Onderwerp en aanleiding onderzoek............................................................................................4
1.3 Betrokkenen.................................................................................................................................7
2 Doel.....................................................................................................................................................7
3 Centrale vraag......................................................................................................................................7
4 Deelvragen...........................................................................................................................................8
5 Verkennende literatuurstudie..............................................................................................................8
5.1 Resultaten verkennend literatuuronderzoek................................................................................8
5.2.1 Diëten....................................................................................................................................8
5.2.2 Supplementen......................................................................................................................11
5.3 Vergelijking en kritische bespreking onderzoeken......................................................................12
5.4 Voorlopige conclusie verkennend literatuuronderzoek..............................................................13
6 Onderzoeksmethoden.......................................................................................................................13
7 Planning.............................................................................................................................................17
8 Literatuur...........................................................................................................................................18
, Kernbegrippen
Ambulantie: De mogelijkheid om te lopen en bewegen (Dictionary.com, z.d.).
Axonen: Uitlopers van zenuwcellen die in verbinding staan met een spier of orgaan die zijn omgeven
door een myelinelaag (Bastiaansen et al., 2007).
Complexe koolhydraten: Ketens van glucosemoleculen die voorkomen in granen, aardappelen,
peulvruchten en groente (Vlaams Instituut Gezond Leven, z.d.).
Geraffineerde koolhydraten: Bij het bewerken van volkorenmeel tot wit meel gaan de meeste vezels,
vitaminen en mineralen verloren. Geraffineerde koolhydraatbronnen zitten o.a. in wit brood, witte
pasta, koekjes, gebak en snacks op basis van wit meel (Vlaams Instituut Gezond Leven, z.d.).
Gluten: Mengsel van eiwitten dat van nature voorkomt in bepaalde granen (tarwe, spelt, kamut, rogge
en gerst) (Voedingscentrum, z.d.-a).
Laesie: Schade aan een weefsel als gevolg van een aandoening, verwonding, ingreep of tumor. Bij
MS zijn laesies de ontstekingen die ontstaan in de hersenen (Nederlands Herseninstituut, z.d.).
Microbioom: Biljoenen bacteriën, virussen, gisten en schimmels die in de darm leven. Het
microbioom is betrokken bij de spijsvertering, het afweersysteem en communicatie met de hersenen
(Maag Lever Darm Stichting, z.d.-a).
Micronutriënten: Voedingsstoffen die in een relatief kleine hoeveelheid nodig zijn om een normale
gezondheid en lichaamsfunctie te ondersteunen. Onder de micronutriënten vallen vitamines en
mineralen (Thompson et al., 2020).
Myelinelaag: Beschermlaag die rond de uitlopers van de zenuwcellen zit (MS.nl, 2024d).
Onwillekeurig zenuwstelsel: Zorgt voor het in stand houden van de voor het leven noodzakelijke
functies en staat niet onder invloed van de wil (Bastiaanssen et al., 2007).
Paramedici: Zorgverleners die paramedische zorg verlenen; ze richten zich op het beter functioneren
van het lichaam en het op peil houden van de gezondheid. De volgende beroepen vallen bijvoorbeeld
onder paramedici: fysiotherapeut ergotherapeut, diëtist en logopedist.
Positieve gezondheid: Een bredere kijk op gezondheid die bijdraagt aan het vermogen van mensen
om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en zoveel mogelijk
eigen regie te voeren (Institute for Positive Health, z.d.).
Prevalentie: Getal dat aangeeft hoeveel mensen lijden aan een aandoening (Kunst & Van Lente,
2017).
Probiotische producten: Producten die een grote hoeveelheid nuttige melkzuurbacteriën bevatten
en het maagzuur overleven en daardoor de darm bereiken (Maag Lever Darm Stichting, z.d.-b).
Relapse: Het ontstaan van nieuwe MS-gerelateerde klachten of verergeren van bestaande klachten
gedurende minimaal 24 uur zonder verklaarbare oorzaak (MS Zorg Nederland, z.d.).
Transvet: Type vet dat van nature voorkomt in melk en vlees van koeien, schapen en geiten en in
mindere mate ontstaat bij de productie van harde margarines, frituur-, bak- en braadvet en het maken
van gebak, koek en snacks (Voedingscentrum, z.d.-c).
Verzadigd vet: Het ‘slechte vet’ dat in een grote hoeveelheid het risico op hart- en vaatziekten
vergroot door het verhogen van het cholesterol. Verzadigd vet komt voornamelijk voorkomt in dierlijke
producten. Het komt o.a. voor in roomboter, harde margarine, kokos- en palmolie, volle
melkproducten, kaas, vet vlees, snacks, koek, gebak en chocolade (Hartstichting, z.d.).
Voedingsinterventie: Het veranderen van een aspect van de voeding, zoals het veranderen van
eetgewoonten of suppletie van voedingsstoffen (Martínez-López et al., 2022).
3