Opdracht D2.1 Zorg verlenen
Naam: Merel Paardekooper
Opleiding: Christelijke Hogeschool Ede
Groep: DT-m1-VP-A-febr. 2018
Vak: D2.1
Datum: 17 mei 2019
,Inhoudsopgave
Inleiding 3
1. Verpleegkundig proces 4
2. Gegevens verzamelen 5
2.1 Anamnese 5
2.2 Gezondheidspatronen aan de hand van het model van Gordon. 5
2.3 Complexiteit van de zorg 6
2.4 Ziektebeeld zorgvrager 6
2.4.1 Pijn klachten 7
3. Diagnose bepalen 7
3.1 PES – structuur uitgewerkt 7
4. Resultaten 8
5. Interventies 9
5.1 Bespreken van de interventies met mw. 9
5.2 Vaststellen zorgplan 10
5.3 Zelfmanagement 10
5.4 Multidisciplinair werken 11
6. Evaluatie van de zorg 11
7. Digitale hulpmiddelen 12
7.1 Rapporteren 12
8. Reflectie 13
Bronnen 15
Feedback praktijkbegeleidster 16
Bijlage 1: Behandelplan volgens SAMPC 17
Bijlage 3: Uitwerking EPD van opname gesprek 23
Bijlage 4: Patronen van Gordon 25
Bijlage 5: Complexiteit van zorg 27
Bijlage 6: Extra informatie over breuken 28
Bijlage 7: Nieuw opname formulier 30
Bijlage 8: Overdracht Zorg 32
2.1 Zorg verlenen Merel Paardekooper 2
,Inleiding
In het kader van opdracht 2.1 als onderdeel van de deeltijd studie HBO-V te Ede, wordt er een
beroepsproduct geschreven over zorg verlenen. De zorgverlening wordt vanuit de theorie
onderbouwd en verschillende thema’s komen aan bod. Het verpleegproces zal met behulp van klinisch
redeneren en EBP worden uitgevoerd en schriftelijk worden omschreven.
De laagcomplexe zorgvrager zal gedurende 6 dagen gevolgd worden en op een methodische wijze zal
de zorg verleend worden.
De laagcomplexe zorgvrager over wie dit verslag gaat is een 76-jarige vrouw die na een val een nieuwe
heup heeft gekregen. In dit verslag wordt naar haar verwezen met ‘mw.’.
2.1 Zorg verlenen Merel Paardekooper 3
, 1. Verpleegkundig proces
Het verpleegkundig proces is het verrichten van een serie doelgerichte handelingen in een zekere
tijdsspanne, waarbij het begin en eind kunnen worden onderscheiden. Dit wordt ook wel
verpleegkundige methodiek genoemd. Volgens de Graaff (2014) worden er tijdens dit verpleegkundig
proces zes stappen gevolgd, zie afbeelding 01. Hierbij wordt gelet op de volgende kenmerken:
doelgerichtheid, het bewust handelen, het systematisch handelen en het procesmatig handelen (de
Graaf-Waar & Speksnijder, 2014).
Afbeelding 01: Model methodisch handelen (de Graaf-Waar & Speksnijder, 2014).
Om een verpleegkundig proces goed te doorlopen moet de verpleegkundige klinisch redeneren. Het
klinisch redeneren is een complexe cognitieve kernvaardigheid van het verpleegkundig beroep. Zo kan
het omschreven worden als een continue proces van gegevens verzamelen, kritisch denken en
analyseren van de vragen en problemen die een zorgvrager en diens naasten hebben omtrent ziekte
en gezondheid. Met deze gegevens moet de verpleegkundige tot het beste besluit komen over de zorg
van deze specifieke zorgvrager (Dobber, Harmsen, & van Iersel, 2016).
In het revalidatieproces wordt er gebruikt gemaakt van de SAMPC methode. Omdat deze methode
vaak in de ouderenzorg toegepast wordt (Hesselink, 2017) is ervoor gekozen om deze methode niet
op deze casus te gebruiken. De SAMPC methode (behandelplan) van mw., zoals deze is uitgewerkt op
de revalidatieafdeling, is in bijlage 1 terug te vinden. Voor de anamnese is er gebruik gemaakt van de
gezondheidspatronen van Gordon, dit omdat deze methode vaker in de praktijk zal worden toegepast.
De NIC en NOC-classificaties zijn gebruikt bij het schrijven van de diagnose en interventies.
Het verpleegkundig proces is hieronder uitgewerkt op de volgende casus.
2.1 Zorg verlenen Merel Paardekooper 4