CORPORATE GOVERNANCE & CORPORATE LITIGATION 2024/2025
SAMENVATTING HOORCOLLEGES
JURISPRUDENTIE
Arresten verplicht = Geel
Arresten niet verplicht (maar wel benoemd in hoorcollege) = Paars
De kern van het Shell-arrest (HC 13) = Rood
Verschillen Wagevoe nieuw en oud (HC 16 & 21) = Rood
Wijzigingen Wbtr = Rood
1
,Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 & 2 – Inleiding Corporate Governance & verdeling bevoegdheid – 5 november 2024 3
Hoorcollege 3 – Bestuurders en bestuur. Vertegenwoordiging. Aantasting van rechtshandelingen. – 7
november 2024 12
Hoorcollege 4 – Sustainable governance – 7 november 2024 22
Hoorcollege 5 – Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 2:9 en 6:162 BW – 12 november 2024 29
Hoorcollege 6 – Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 2:138 en 248 BW en doorwerking op grond van art. 2:11
BW – 12 november 2024 37
Hoorcollege 7 – Aandeelhouders en de algemene vergadering – 14 november 2024 44
Hoorcollege 9 – Positie en beloning van bestuurders – 19 november 2024 49
Hoorcollege 10 – Afgeleide schade – 19 november 2024 54
Hoorcollege 11 – De raad van commissarissen & one-tier, two-tier board – 20 november 2024 60
Hoorcollege 12 – Structuurregime en werknemersinvloed – 20 november 2024 65
Hoorcollege 13 – Aansprakelijkheid van aandeelhouders – 26 november 2024 76
Hoorcollege 14 – Tegenstrijdig belang – 26 november 2024 92
Hoorcollege 15 – Positie en bescherming minderheidsaandeelhouders – 28 november 2024 104
Hoorcollege 16 – Enquêterecht – 28 november 2024 111
Navigeren in de Wagevoe (Auteur M. De Jongh) 129
Hoorcollege 17 – Beschermingsconstructies – 4 december 2024 130
Hoorcollege 19 – Corporate Governance en digitaliseringstransitie– 5 december 2024 141
Hoorcollege 20 – Corporate Governance in Europees en internationaal perspectief– 5 december 2024 145
Hoorcollege 21 – Uitkoop van minderheidsaandeelhouders & Geschillenregeling – 10 december 2024 151
Hoorcollege 22 – Corporate Governance in besloten verhoudingen: familiebedrijven en joint ventures– 10
december 2024 162
Hoorcollege 23 – Hervorming en toekomst van het NL kapitaalvennootschapsrecht– 11 december 2024 169
2
,Hoorcollege 1 & 2 – Inleiding Corporate Governance & verdeling bevoegdheid – 5 november 2024
Casus Xeikon: OK 6 februari 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3777
Xeikon was een vennootschap waarvan een gedeelte 29% in handen was van beursaandeelhouders. De
overige 71% was in handen van grootaandeelhouder Punch. De bestuurder van Punch was Dumarey.
Dumarey en Cok zijn ook aandeelhouders in Punch. In Xeikon waren Dumarey en Cok commissarissen.
Punch was aandeelhouder in Accentis. Aandelen van Accentis werd verkocht aan Xeikon, voor een te hoge
prijs. Vervolgens werd een aantal jaren later het terug verkocht maar nu voor een te lage prijs. De belangen
van de minderheidsaandeelhouders die werden hierbij tweemaal genegeerd. De OK heeft in een
enquêteprocedure een onderzoeker benoemd. Die heeft een onderzoek gelast en dat onderzoek loog er
niet om. Hij oordeelde dat er wanbeleid was binnen Xeikon. De OK oordeelde hetzelfde: “Met overdracht
Accentis aan Xeikon diende Punch slechts haar eigen belang. Xeikon had geen enkel strategisch belang en
betaalde een te hoge prijs. Cok bemoeide zich ondanks tegenstrijdig belang actief met het
overnameproces. Xeikon had moeten waken over de belangen van haar minderheidsaandeelhouders.” Dit
proces wordt ook wel tunneling genoemd, waarbij ondergronds vermogensbestanddelen worden
overgedragen naar de grootaandeelhouder(s). Er was wel een fout gemaakt in de OK waardoor in cassatie
een formeel gebrek bleek, de OK moest hierover opnieuw oordelen. Over de tweede transactie werd het
cassatieberoep verworpen. Dit is een voorbeeld van een probleem in de corporate governance.
Historische ontwikkeling: VOC
De VOC is ontstaan uit wat men tegenwoordig zou noemen een fusie van zes handelscompagnieën. Deze
oorspronkelijke compagnieën hadden het karakter van een commanditaire vennootschap. De participanten
waren tegenover de hoofdreders aansprakelijk tot het bedrag van de toegezegde deelneming. In een enkel
geval waren de aandelen overdraagbaar en stond de inschrijving open voor het publiek. Bij de VOC kregen
deze trekken duidelijker gestalte. De vroegere hoofdreders werden bewindhebbers. Dat zij niet persoonlijk
aansprakelijk waren voor de verbintenissen van de Compagnie werd in het octrooi vastgelegd. Het
lidmaatschap van de participanten loste zich op in een actiebrief. De actiebrieven hadden de vorm van op
naam gestelde stortingskwitanties. Zij waren verhandelbaar. Volgens het octrooi konden de ingelegde
bedragen om de tien jaar worden teruggevorderd. Daarvan is echter nooit gebruikgemaakt: de koers is
altijd boven pari gebleven.
Dividend werd in de eerste jaren van de VOC onregelmatig uitgekeerd.
Aanvankelijk weigerden de bewindhebbers (Heeren XVI) rekening en
verantwoording af te leggen. Later werd, na protesten van
aandeelhouders, het eerste aandeelhoudersactivisme in de geschiedenis,
door tussenkomst van de overheid een college van negen
hoofdparticipanten ingesteld aan wie rekening en verantwoording werd
gedaan. Deze hoofdparticipanten kunnen worden gezien als de voorlopers
van de ten behoeve van aandeelhouders optredende commissarissen.
Protesten van de participanten: “Wij verlangen dat elke kamer zou
uitreden en gezag zou hebben naar rato van haar ingebracht kapitaal. Verder verlangen wij dat de
participanten zonder enige beperking bewindhebbers zouden mogen kiezen. Wij verlangen dat de
bewindhebbers in plaats van provisie een eerlijke vaste beloning wordt toegekend.”
3
, Historische ontwikkeling: Lodwijck Pincoffs
Hij was een betrokkene bij de Rotterdamsche Bank. Hij had zelf de Afrikaanse Handelvereniging opgericht.
Vervolgens is de ontwikkeling van Feyenoord waarbij hij betrokken was. Hij ging een private onderneming
starten, de Rotterdamsche Handelvereniging die zich gaat toeleggen op de ontwikkeling van Feyenoord tot
haven. Wat bleek: de Afrikaanse vereniging leed al jarenlang verlies, hij had al die jaren van de
Rotterdamsche het geld gebruikt om de gaten in de Afrikaanse vereniging te dichten en had zichzelf ook
goed toebedeeld. De verliezen stapelden zich op, toen ontstond er toch wantrouwen. Hij nam toch de
benen naar de Verenigde Staten om te ontkomen aan de schulden. Dit is dus een ander probleem: door
gebrek aan verantwoording, wordt opnieuw geld weggesluisd door een aandeelhouder/bestuurder naar
een andere vennootschap.
Aandeelhoudersbelang?
Volgens de oude opvatting tot 1960 was de NV een contract tussen aandeelhouders. De aandeelhouders
waren hierbij soeverein. De aandeelhouders delegeerden hun taken aan de lasthebbers (ofwel:
bestuurders). Met andere woorden waren de bestuurders in ieder geval ondergeschikt aan de
aandeelhouders. In de 20e eeuw kwam hier verandering in door de groei van de ondernemingen. Door deze
groei werden ook de verantwoordelijkheden en taken van bestuurders vergroot: er ontstaat meer oog voor
de arbeidersbelangen. Door de groeiende onderneming, groeit ook het aantal in aandeelhouders. Echter,
de aandeelhouders verliezen hun macht aan de bestuurders door kennisachterstand en een mindere
betrokkenheid, waardoor de opkomst van aandeelhouders daalt.
Maeijer: “Het vennootschappelijk belang is het belang dat de vennootschap heeft bij haar eigen gezonde
bestaan, uitgroei en voortbestaan met het oog op het door te bereiken doel, waaronder het belang van de
(continuïteit van de) aan de vennootschap verbonden onderneming.” → de heersende visie in Nederland.
Van der Grinten: “Vennootschappelijk belang is de resultante van afweging van belangen van allen die bij de
vennootschappelijke werkzaamheid zijn betrokken. Hoe deze afweging dient te geschieden, welk gewicht
eventueel contrasterende belangen in de schaal behoren te leggen, hangt af van de concrete situatie.”
Vanuit Anglo-Amerikaans perspectief is dit bekritiseerd: “A manager told to serve two masters has been
freed of both and is answerable to neither.” Als je alle mogelijke belangen in aanmerking moet nemen, aan
wie ben je dan verantwoording verschuldigd? Volgens hen is het gevolg van dit belangenpluralisme dus dat
het de facto ertoe leidt dat de bestuurders oppermachtig zijn.
HR 4 april 2014, NJ 2014/286 (Roovers/Cancun Holding)
Bestuurders richten zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming
(vgl. art. 2:239 lid 5 BW). Wat dat belang inhoudt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Indien
aan de vennootschap een onderneming is verbonden, wordt het vennootschapsbelang in de regel vooral
bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van deze onderneming. → dus niet uitsluitend.
“Bestuurders dienen, mede op grond van art. 2:8 BW, zorgvuldigheid te betrachten met betrekking tot de
belangen van al degenen die bij de vennootschap en haar onderneming zijn betrokken. Deze
zorgvuldigheidsverplichting kan meebrengen dat bestuurders bij het dienen van het vennootschapsbelang
ervoor zorgen dat de belangen van al degenen die bij de vennootschap of haar onderneming zijn betrokken
niet onnodig of onevenredig worden geschaad.” → het belang van de onderneming staat voorop, maar
moet soms wijken voor deelbelangen.
HR 10 februari 2023, NJ 2023/166 (Cordial)
“Indien aan de vennootschap een rechtspersoon een onderneming is verbonden, wordt het belang van de
vennootschap rechtspersoon in de regel vooral bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van
deze onderneming.” “De rechtspersoon heeft bovendien een zelfstandig belang erbij dat wettelijke en
statutaire normen of normen die mede voortvloeien uit de redelijkheid en billijkheid van [art. 2:8 BW],
4