100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Economie voor beleidsmakers €5,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Economie voor beleidsmakers

 0 keer verkocht

Samenvatting van alle stof voor het vak Economie voor beleidsmakers. Dit betreft de hoorcolleges en werkgroepen, maar vormt ook gelijk een samenvatting van het boek Overheidsfinanciën en de verplichte artikelen. Met alleen het leren van deze samenvatting heb ik een 8,3 gehaald voor het tentamen.

Voorbeeld 4 van de 73  pagina's

  • 20 december 2024
  • 73
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
VHouten
Hoorcollege 1 – Economie voor beleidsmakers
Welk doel dient de economie?
 Economische groei, maar ten koste van wat?
o Klimaat:
 Meer productie, dus vervuiling en gebruik van grondstoffen.
o Banen:
 Technologische ontwikkeling.
o Gelijkheid:
 Verschillen in inkomen en vermogen.

Werk moet lonen
 Iedereen wil meer verdienen, maar een hoger loon zorgt ook voor hogere prijzen.
 Hogere loonkosten voor bedrijven, zorgen ervoor dat bedrijven minder personeel aannemen.
 Winstmarge neemt af naarmate loonkosten toenemen.
o In sectoren met relatief veel arbeid (in tegenstelling tot kapitaal) komt dit het meest
terug.

Economische wetenschap:
 Hoe bereiken we deze politieke doelen effectief en efficiënt?
o Bereiken hoogste (brede) welvaart.
 Brede welvaart = Niet alleen het BBP, maar ook het klimaat, welzijn etc.

o Met welke schaarse middelen en met welke aansturing?
 Arbeid, kapitaal, natuur, land, tijd, data (!) etc.
 Privaat, publiek, concurrentie, regulering etc.

o Economische keuzes betreffen vaak een uitruil! Trade-offs:
 Groei <-> gelijkheid
 Productie <-> milieu
 Loon <-> werkgelegenheid

Weekvraag:
Wanneer moet een overheid beleidsmatig ingrijpen in de economie?

Kern van het vak:
 De publieke sector beïnvloedt de private marktsector met:
o Heffingen (belastingen):
 Bijvoorbeeld tabaksaccijnzen  Bedoelde/ onbedoelde gedragsreacties.
o Collectieve uitgaven (uitkeringen en subsidies).
o Wetgeving (regels):
 Bijvoorbeeld minimumlonen of de Wet Betaalbare huur.
o Voorlichting.

 Beleidsinstrumenten:
o Wetgeving.
o Vergunning.
o Subsidies en heffingen (belastingen).

, o Voorlichting.
Wat is een overheid?
 Centrale overheid:
o Rijksoverheid en overige centrale overheid, zoals universiteiten.
 Decentrale overheden (lokale overheid):
o Gemeenten, provincies, waterschappen, gemeenschappelijke regelingen en overige
lokale overheid als collectief onderwijs.
 Sociale fondsen:
o Zoals het Algemeen Ouderdomsfonds (AOW) voor het basispensioen en de
Zorgverzekeringswet (ZW) voor de basisverzekering ziektekosten.

 Geweldsmonopolie voor de overheid.

Doelen overheid?
Richard Musgrave (1989) definieert 3 economische overheidsfuncties:
1. Allocatie:
 Aansturing van de productie en consumptie in verband met marktimperfecties
(tekortkomingen van de vrije markt).
o Bijvoorbeeld allocatie van arbeid en kapitaal.
2. Stabilisatie:
 Beperken conjunctuurschommelingen, bevorderen evenwichtige economische
ontwikkeling (anticyclisch beleid).
3. Herverdeling:
 Beïnvloeden inkomens- en vermogensverdeling.
o Gelijkheid, sociale zekerheid.

Allocatiefunctie
 Ingrijpen overheid indien vrije werking van vraag en aanbod ongewenst uitpakt (marktfalen).
o Prijsmechanisme (vrije werking van vraag en aanbod) en allocatiefunctie.

 Ingrijpen overheid moet netto waarde toevoegen.
o Doeltreffend (effectief) en doelmatig (efficiënt).
o Concurrentie voor prikkels om efficiëntie te verhogen?
o Acceptabele uitvoeringskosten.
o Gewenste herverdelingseffecten.

 Op inzet van de beleidsinstrumenten komen gedragsreacties.
o Bedoelde én onbedoelde gevolgen van beleid.
o Opportuniteitskosten = Wanneer geld aan het ene beleid wordt uitgegeven, kan het
niet aan iets anders worden uitgegeven.

 Uiteindelijke politieke afweging:
o Belang beleidsdoel (onderdeel brede welvaart).
o Economische baten versus kosten.
o Politici representeren voorkeuren burgers (draagvlak).

,Stabilisatie- en verdelingsfunctie
 Stabilisatiefunctie:
o Evenwicht op de arbeidsmarkt.
o Stabiel prijspeil.
o Duurzame economische groei.
o Rust op financiële markten.

 Herverdelingsfunctie:
o Belastingheffing, sociale verzekeringen, toeslagen.
o Draagkrachtbeginsel.
o Inkomen herverdelen, maar ook vermogen?

De neoklassieke gereedschapskist
Uitgangspunten
 Het prijsmechanisme levert de hoogste welvaart op.
o ‘Perfecte marktwerking’ levert een Pareto-efficiënt marktevenwicht op.
 Niemand kan beter worden zonder dat een ander slechter af is.
 Juiste volumes en prijzen van productie en consumptie.

 Alleen bij marktfalen ingrijpen door de overheid:
o In de regel de ‘second-best solution’ vanwege de complexe set aan problemen en
politieke belangen.
o Beleidskeuze is een compromis tussen het aanpakken van verschillende problemen.
o Overheid grijpt in voor een hoger pareto-efficiënt marktevenwicht.

Marktfalen
 Allocatiefunctie overheid bij:
o Onvolledige competitie (machtposities).
 Monopolie, kartel, oligopolie etc.
 Bijvoorbeeld de Big Five (tech giants).
 Toe- en uittredingsbarrières.

o Asymmetrische informatie (kennisvoorsprong):
 Averechtse selectie = Prikkel voor een groep om juist wel (of niet) te
verzekeren.
 Risicoselectie = Groepen uitsluiten of voor hogere prijs toelaten.
 Bijvoorbeeld aanvullende verzekeringen en collectiviteitskorting.
 Moreel risico = Risico verhogend gedrag indien men geen risico loopt.

o Externe effecten van transactie (externaliteit):
 In de economie is een negatieve externaliteit een negatief indirect effect op
een derde partij die niet heeft ingestemd met de overeenkomst.
 Actoren zijn bijvoorbeeld werknemers, bedrijven of de overheid.
 Onbedoelde negatieve gevolgen op actoren die niets te maken hebben met
het tot stand komen van een overeenkomst.

,  Kennis over onbedoelde gevolgen is essentieel voor een kosten-
batenanalyse.
 Voorbeeld: Financiële steun voor bedrijven tijdens de coronacrisis.
o Hoge transactiekosten:
 Frustreren marktwerking.
 Bijvoorbeeld weggebruik en drukke poortjes.
 Schaalvoordelen en -nadelen.
 Denk aan hoge opstartkosten en kosten per eenheid product.

o Niet ontstaan publieke goederen:
 Publiek goed = Een goed waarbij sprake is van non-exclusiviteit (uitsluiten is
onmogelijk) en non-rivaliteit (profijt van iemand is onafhankelijk van het
gebruik van een ander).
 Bij non-exclusiviteit en non-rivaliteit kan er sprake zijn van ‘tragedy of the
commons’ van een schaars goed.
 Tragedy of the commons houdt in dat iedereen maximaal gebruik
maakt van gezamenlijke middelen, bijvoorbeeld een put of een
weide, waardoor deze middelen uitgeput raken en niet meer gebruikt
kunnen worden.

o Niet-rationele actoren:
 Negeren van informatie.
 Cognitieve biases (inertia).

Overheidsfalen
 Onwetendheid effectiviteit en efficiëntie beleidsinstrumenten.
o Optimale instrumenten? Welke voorzieningen voor burgers?
o Evaluatie achteraf.

 Budgetmechanisme (beleidsdoelen, hoeveel uitgeven, hoe te financieren) kent meer
informatietekort dan prijsmechanisme.
o Afhankelijk van politici, ambtenaren, onderzoek.

 Monopolist overheid ervaart te weinig ‘prikkels’.
o Innovatie, snelheid, mensgerichtheid.

 Personeels-en uitvoeringsproblemen.
o Beloningsbeleid, ICT.

 ‘Crowding out’.
o Kapitaalmarkt, besteedbare inkomens.

 Politiek voordeel zoeken (political rent seeking) of cliëntelisme.
o Lobbykrachten.

 Politieke onbetrouwbaarheid.
o Verschil in politieke visies.
o Tegenstrijdige doelstellingen.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VHouten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65004 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd