Aantekeningen hoorcolleges
Lecture 1 mind and substance dualism
What is the mind-body problem? How does it come about and why is it of relevance for psychology?
Which arguments (apparently) speak in favour of substance dualism?
What is (allegedly) problematic about most arguments in favour of substance dualism?
Which central challenges does substance dualism face?
Mind-body probleem
Debat over de relatie tussen de immateriële mind en de materiele body.
Mind – verzameling van mentale toestanden als percepties, sensaties, emoties, overtuigingen, intenties en
wensen.
SUBSTANCE DUALISME– Descartes
- Men bestaat uit een materieel lichaam en een immateriële mind. De mind (bewust) stuurt het
lichaam (onbewust) aan en zijn twee compleet andere dingen.
- Iets dat fysiek is is niet bewust, kan niet redeneren of taal gebruiken. Hiervoor is een mind nodig
Maar: computers kunnen ook ‘denken’, hoe wordt dit verklaard?
Argument voor SD doubt argument, identity of indiscernibles
Argument tegen SD het denken van computers, materialisme/fysicalisme (alles wat er is, is
materie/fisica. Hoe vinden we een plaats voor de immateriële mind in een wereld die fundamenteel fysiek
is?)
VOOR SD
Doubt argument
- Descartes argument voor SD: cogito ergo sum
Ik denk dus ik ben. Ik kan aan alles twijfelen, maar niet aan het feit dat ik twijfel. Twijfel is een
vorm van denken, dus als ik denk besta ik.
Faalt: want er wordt een verschil in kennis (epistemologisch, how we know) ten onrechte gebruikt om een
uitspraak te doen over hoe iets in werkelijkheid is (ontologisch, what we know).
Identity of indiscernibles – Leibniz
- X is gelijk aan Y als X en Y alle eigenschappen delen (kwantitatief en kwalitatief).
Er zouden geen losstaande objecten of entiteiten kunnen bestaan die overeenkomen in alle
eigenschappen die zij bezitten (= ontologische principe)
Leibniz’ principe faalt: voor psychologische toestanden als twijfelen, denken of geloven. Wat wordt
gedacht is niet perse een eigenschap van dat bepaald object (bv. Ochtend en Avondster zouden 2
verschillende sterren zijn, terwijl dit niet het geval is).
- Gaat tegen het doubt argument van Descartes in
Tegen SD
Interaction Problem
- Hoe is het mogelijk dat iets immaterieels iets materieels aanstuurt (zoals bij SD)?
Casual closure of the physical domain: we kunnen geheel fysieke verklaring geven zonder te verwijzen naar
de mind pineal gland (pijnappelklier)
,Substance dualisme v.s. monisme
- Dualisme: mind en matter zijn twee verschillende dingen
- Monisme: alles is gemaakt van dezelfde substantie
Idealisme is alles dat bestaat is mind (of mind-dependent)
Materialisme is alles dat bestaat is materie
Lecture 2
What different kinds of consciousness may we study? What is the difference between access consciousness
and phenomenal consciousness?
In how far does the Zombie Argument, Knowledge Argument and the Explanatory Gap Argument speak
against a purely physicalist interpretation of consciousness?
What are the central assumptions of property dualism, and which central challenges does property dualism
face?
Consciousness
Creature bewustzijn
- Sentience
- Waakzaamheid
- Zelfbewustzijn
State consciousness
- Transitief bewustzijn
- Bewustzijn van iemands mentale toestanden
- Fenomenaal bewustzijn
- Toegangsbewustzijn
Fenomenaal consciousness
Subjectieve, ervaringsgerichte kwaliteit van bewustzijn, oftewel “hoe het voelt” om een bepaalde ervaring
te hebben. (pijn, smaak, emoties) Dit wordt beschreven in termen van qualia kwalitatieve aspecten van
ervaring. Zijn alleen toegankelijk voor het individu dat ze ervaart en hebben specifieke, tijdgebonden
kenmerken.
Bat argument we weten dat vleermuizen de omgeving verkennen door echoloctie, maar zullen
nooit kunnen achterhalen hoe dit voelt.
Access consciousness
Verwijst juist naar gedachten en info die direct beschikbaar zijn voor actie, spraak, verdere verwerking.
Bewuste inhoud die gebruikt kan worden om keuzes te maken, niet altijd gevoelservaring.
Kunnen naast elkaar bestaan, maar ook los van elkaar optreden bij dromen (fenomenaal zonder
toegang) en filosofische zombies (toegang zonder fenomenaal bewustzijn).
Introspectie is naar binnen kijken
Probleem: we zijn direct bewust van onze eigen mentale toestanden, maar we moeten die van anderen
afleiden o.b.v. hun gedrag (introspectie v.s. perceptie).
THE HARD PROBLEM OF CONSCIOUSNESS
3 argumenten die aantonen dat (fenomenaal) bewustzijn niet volledig te verklaren is m.b.t. fysieke
eigenschappen:
, Zombie-argument
Filosofische zombie is een wezen zonder qualia (subjectieve ervaring) dat hetzelfde gedraagt als mens.
Heeft dezelfde reacties en hersenactiviteit als een mens, alleen deze functies geven ons geen ervaring.
Het argument:
Premisse 1: Zombies zijn denkbaar, wezen dat kan alle fysieke eigenschappen hebben zonder qualia
Premisse 2: Als iets denkbaar is, is het ook mogelijk
Premisse 3: Als zo’n wezen mogelijk is, dan zijn qualia geen fysieke eigenschappen
Conclusie qualia zijn niet fysiek.
Kritiek op zombie argument:
Premisse 1: fiscalisten kunnen ontkennen dat wezens met dezelfde fysieke structuur verschillende qualia
kunnen hebben
Premisse 2: het feit dat iets denkbaar is, betekent niet noodzakelijk dat het mogelijk is; we kunnen ons
vergissen.
Kennis-argument
Stelt dat er meer is aan bewustzijn dan alleen fysieke kennis. Beroemd gedachte-experiment door Frank
Jackson laat dit zien met Mary, een wetenschapper die alles leert over kleur vanuit een zwart-witte kamer.
Wanneer Mary uiteindelijk een rode tomaat ziet, leert ze iets nieuws: hoe het is om rood te zien. Dit
suggereert dat er naast fysieke kennis (wat it is likeness, oftewel qualia) ook niet-fysieke aspecten van
bewustzijn bestaan.
Het argument:
Premisse 1: als fysicalisme waar is, zou Mary alles weten over kleurperceptie
Premisse 2: Mary leert echter iets nieuws wanneer ze rood ziet
Conclusie Niet alle eigenschappen zijn fysiek; qualia zijn niet-fysieke eigenschappen.
Kritiek op knowledge argument:
Premisse 1: Mary wist misschien niet alles; ze mist kennis over hoe ze kleuren kan herkennen of ervaren
Premisse 2: Het is mogelijk dat als Mary alles weet over kleurperceptie, ze ook weet hoe rood eruitziet
zonder het eerder te hebben ervaren.
Explanatory Gap argument
Wijst op een kloof tussen het verklaren van de fysieke oorzaken van ervaringen (pijn) en het verklaren van
de subjectieve ervaringen ervan. We kunnen misschien begrijpen hoe pijn wordt veroorzaakt door fysieke
processen, maar dit verklaart niet hoe het voelt of waarom het voelt of waarom het voelt zoals heg voelt.
Dit suggereert dat er een kloof bestaat tussen fysieke verklaringen en fenomenaal bewustzijn.
Kritiek:
Er bestaat wel degelijk een wetenschap van bewustzijn die probeert bewustzijn te verklaren door
oorzaken, structuren, en effecten van bewuste ervaringen te bestuderen, evenals de neurale correlaten
van bewustzijn.
Eigenschapsdualisme (Property Dualism)
Stelt dat dat het brein zowel fysieke als niet-fysieke eigenschappen (qualia) heeft, die niet kunnen worden
herleid tot fysieke eigenschappen en vice versa.
Uitdagingen
Epifenomenalisme: Qualia, mentale toestanden, hebben geen invloed op/ worden niet veroorzaakt door
fysieke gebeurtenissen.