Kernsamenvatting
psychodiagnostiek
Week 1: Literatuur
Psychologische assessments bieden een overzicht van iemands cognitieve,
emotionele, gedrags- en psychologische sterktes, zwaktes en
kwetsbaarheden, tekortkomingen en hulpbronnen.
Het doel van assessment is om te identificeren wat voor beperkingen in het
functioneren van de persoon kunnen veroorzaken belangrijkste aspect is om
vervolgens duidelijke en bruikbare aanbevelingen die het functioneren van de
cliënt kunnen verbeteren.
o Het belang van psychologische assessment ligt in de fundamentele
assumpties dat er bepaalde aspecten van ieders functioneren zijn, waar
we zelf niet van bewust willen/kunnen zijn.
Proces van assessment:
o Afnemen van klinisch/diagnostisch interview
Bepalen van beperkingen in functioneren
Genereren van hypotheses
3 onderdelen: huidig probleem en de geschiedenis ervan, de
symptomatische en medische kenmerken incl
ontwikkelingsgeschiedenis, psychosociale evaluatie
o Kiezen van een testbatterij
o Afnemen, coderen, scoren en interpreteren van de testresultaten
o Integreren en concepturen van alle informatie (tests, interview,
observaties, etc.)
o Schrijven van psychologisch assessment rapport
o Feedback geven aan het individu en de mogelijke verwijzer (dokter,
bedrijf, etc.)
Artikel: Obstakels voor de diagnosticus
psychodiagnostiek anno 2020
In de context is het belangrijk dat je je niet laat leiden door de verwijzer en
diens diagnose, ook niet te vriend willen houden van verwijzer.
Overwaardering van observatie kan leiden tot overhaaste interpretaties, test
ze door te hypothese.
In interview niet meenemen hoe vaak iets voorkomt in samenleving plus
gebruik van stereotype over de causale samenhang tussen symptomen.
In tests oppassen dat je aan toevallingsbevindingen geen diagostische waarde
verbind, let op patiënt.
Therapeutic assessment
= in samenspraak met
onderzochte de
onderzoeksvragen
formuleren. Belangrijk
,
, Week 2: Neuropsychologisch onderzoek
Multi-dimensioneel. College
Multiconceptueel = vanuit verschillende concepten / theoretische
uitgangspunten naar gedrag kijken en hypotheses opstellen.
o Klinische psychologie: persoonlijkheid, psychopathology context.
Belangrijk om erfelijkheid te onthouden, wordt vaak vergeten
o Klinische neuropsychologie: hersenfunctioneren en -beschadiging
cognitef (dys)functioneren.
o Taak bij diagnostiek: wat speelt het meest bij de client, wat zijn de
verhoudingen tussen de aspecten. Dus alle aspecten meenemen:
transdiagnostisch = over de grenzen van elkaars specialisatie heen
kijken. Dus meer samenhang hiertussen: Iemand met hersenafwijking
heeft ook (veranderde) persoonlijkheid. Ook levensloop perspectief
meenemen. Geen verklarende diagnostiek zonder deze aanpak.
o RDoC: transdiagnostisch onderzoek.
Multimethodisch = via meerdere methodes aan informatie komen.
o Dossier lezen, cliënt spreken, naasten, vragenlijst, observaties etc. dus
testen en observaties, vragenlijsten
o Dit gaat vaak goed in praktijk, is procedure wat te leren valt.
Multisource = het gebruik van meerdere bronnen tijdens je onderzoek
o Dus andere mensen zijn andere bronnen.
Neuropsychologie houdt zich bezig met de gedachte dat je functioneren van
de hersenen kan objectiveren door het uitvoeren van kwantitatieve taken.
Juist omdat je dit vergelijkt met mensen die geen / wel problemen hebben in
functioneren.
o Psychodiagnostiek is descriptief verbanden tussen niveaus en binnen
domeinen maar correlationele relaties verklaren niets.
Evidence based psychodiagnostiek
o Gestandaardiseerd en wetenschappelijk onderbouwd instrumentarium
(standaardisering, normering, betrouwbaarheid, validiteit)
o Transparantie: alle stappen moeten verantwoord kunnen worden
o Multimethodische: meerdere onderzoeksmethoden en informatiebronnen
o In praktijk: gebruiken van je ervaringen als clinicus, wetenschappelijk
bewijs en goed kennis opdoen van de waarden en verwachtingen van
patient.
Diagnostische cyclus
o Klachtenanaylse = exploratie met cliënt
o Probleemanalyse = verzamelen info over hulpvraagcomponenten en
literatuur gebruiken voor opstellen onderzoeksvragen.
o Verklaringsanaylse = opstellen hypothesen, operationliseren constructen,
keuze instrumenten en criteria, toetsting en evaluatie
o Indicatieanylse = integreren resulaten, actieplan opstellen, rapportage
Soorten hypothesen
o Onderkennend: wat zijn de problemen? Wat lukt en wat niet?
o Verklaring: waarom zijn deze problemen? En blijven ze? Wat houdt ze in
stand?