Dit vak gaat vooral over kwantitatief onderzoek. Hierbij volgen wij de empirisch analytische
benadering
Tentamenstof: (niet alleen feiten maar ook toepassen)
• Onderzoeksmethoden – Scheepers & Tobi - 10e druk (2021)
o Hoofdstukken 2 t/m 6, 10 (9e druk: hs 9 ipv. Hs 10 lezen)
o Onderzoeksopdracht:
▪ Onderzoeksplan schrijven (tussenverslag)
▪ Uitvoer onderzoek
▪ Wetenschappelijke verslag (eindverslag)
• Effectonderzoek in de gedragswetenschappen - Van Loon, Van der Meulen en Minnaert
o Hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 6
Donderdag 5 oktober tussenverslag inleveren
Inleveren eindverslag 10 november
Dinsdag 7 november
Dinsdag 22 januari hertentamen
Onderzoeksopdracht
• Vier werkcolleges
• In groepjes van vier studenten een kleinschalig kwantitatief onderzoek opzetten, uitvoeren
en hierover rapporteren
• Ouderejaars sluiten aan in groep B voor de werkcolleges
• Inschrijving groepjes van 4: op Brightspace
• Onderzoeksopdracht en beoordelingsformulier staan op Brightspace
Benaderingen van onderzoek
• Is onderzoek doen moeilijk? NEE
o Wat heb je nodig:
▪ Onderzoekende houding
▪ Goede vraag
▪ Discipline nodig (systematisch werken) voor het uitvoeren van een
onderzoek.
Wanneer is onderzoek wetenschappelijk?
• Streven naar kennis over verschijnselen voor theorievorming
• Empirische uitspraken
o Feitelijk waarneembare uitspraken moeten het zijn.
▪ God bestaat = niet feitelijk waarneembaar dus niet wetenschappelijke
uitspraak
• Systematische benadering (methodologische spelregels):
o Toetsbare uitspraken - controleerbaar (andere wetenschappers) – repliceerbaar
(kunnen herhalen)
, • Wetenschap is systematische theorievorming
o Je bouwt door op andere theorieën (cumulatief)
Typen onderzoek (Gaat vaak samen)
• Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
o Voor kennisproblemen (nog niet genoeg kennis over een bepaald onderwerp)
o Doel: ontwikkeling of toetsing theorieën
• Praktijkgericht (toegepast) wetenschappelijk onderozek
o Voor praktijkproblemen (mensen in de praktijk(Scholoen) die een probleem
constateren. Er is kennis nodig om het probleem op te lossen)
▪ De onderzoekers zorgen dat er genoeg kennis is om het probleem op te
lossen
▪ NIET: DE BESLUITVORMING VOOR HET PROBLEEM
o Doel: kennis voor besluitvorming bij praktijkproblemen
Empirische cyclus
• Observatie (probleem geconstateerd)
o AOLB studenten houden van het lezen van kinderboeken
• Inductie (algemene uitspraken gevormd)
o De theorie is: alle AOLB studenten houden van het lezen
van kinderen
• Deductie (Specifieke uitspraken gevormd die er worden
getoetst)
o Toetsbare uitspraak: Alle studenten in de cursus
methode en technieken in 2023-2024 houden van
het lezen van kinderboeken
o Het kan zijn dat er al eerdere onderzoeken zijn gedaan
naar dit onderwerp → kun je naar kijken voordat je gaat
toetsen
• Toetsing (De uitspraken worden getoetst)
o Iedereen wordt individueel gevraagd of ze van het lezen
van kinderboeken houden
• Evaluatie (resultaten worden geëvalueerd)
o ER zijn een paar studenten die het lezen van kinderboeken niet leuk vinden Dus: Niet
alle studenten houden van het lezen van kinderenboeken →
o observatie aangepast naar: bijna alle studenten van de AOLB houden van het lezen
van kinderboeken
Deductie van hypothesen
• Kun je zien als een: Deductief-Nomologisch model (Hempel, 1965)
o Toetsen van wetmatigheden
o Specifieke uitspraken afleiden uit algemene uitspraken over de empirische
werkelijkheid
o Theorie (wetmatigheden met goed gedefinieerde begrippen) & aannames → logische
toetsbare hypotheses.
,Theorie: “Alle vogels kunnen vliegen.”
Aanname: Dit is een vogel.
Hypothese: Deze vogel kan vliegen.
Empirische waarneming: Dit is een vogel, maar het vliegt niet!
Toetsing: Hypothese is gefalsificeerd
Evaluatie: Conclusie: ‘Geen vogel’ of ‘In tegenspraak met theorie’
kwantitatief: data in getallen aangeven, statistiek
en numerieke data, experimenten, opnames en
enquêtes
meer subjectief
observaties
interpreteren van
Kwalitatief: subjectief, beter proberen te
begrijpen van je doelgroep
Twee benaderingen
• Empirisch-analytische benadering
o Nomothetische kennis: kennis waarin ‘wetten’ (regelmatigheden) geformuleerd
worden
o Komen tot generaliseerbare uitspraken (geldend voor hele populatie)
o Derdepersoonsperspectief: de onderzoeker kijkt en observeert van buitenaf
o Nadruk op kwantitatief onderzoek
• Emprisch-interpretatieve benadering
o Eerstepersoonsperspectief: onderzoekers proberen zoveel mogelijk “door de ogen te
kijken” van degenen die zij bestuderen
o Nadruk op kwalitatief onderzoek
Probleemstelling in onderzoeksplan
• Probleemstelling = vraagstelling + doelstelling + theoretisch raamwerk
• Vraagstelling = Wat wil je weten?
o Fundamenteel onderzoek
▪ Hiaten/tegenstrijdigheden in de wetenschappelijke kennis
o Praktijkgericht onderzoek:
▪ Probleem afkomstig van opdrachtgever
▪ Vaag/globale weergave van het probleem >> concretiseren
▪ Huidige vs. gewenste situatie
• Doelstelling = Waarom wil je dit weten, waarom belangrijk?
o .. inzicht te krijgen in…
o Relevantie: theoretisch, praktijkgericht of beide
(omdat je het leuk vindt is niet de doelstelling)
• Theoretisch raamwerk = conceptueel model
o Wat is er al bekend → zet je om in een concepueel
model
, Type vraagstellingen
• Beschrijvende vraagstellingen
o De situatie beschrijven zoals het is
o Wat is een vogel precies → hoe kunnen we het begrip vogels goed definiëren
▪ Wat is het percentage Nederlanders dat gevaccineerd is tegen Covid-19?
• Verklarende vraagstellingen >> causaliteit
o Oorzaak en gevolg = X → Y
o Je wil een verklaring zoeken over gevolg Y
▪ Waarom hebben sommige groepen Nederlanders een negatieve houding
t.o.v. vaccineren tegen Covid-19?
• Voorspellende vraagstellingen >> causaliteit
o Oorzaak en gevolg
o Je wil een gevolg zoeken voor een verklaring X
▪ Leidt de huidige vaccinatiegraad in Nederland tot minder Covid-19
besmettingen de komende tijd?
Type kwantitatieve onderzoeksvragen
• Frequentievragen (beschrijvende vraagstelling)
o Hoevaak komt iets voor, hoeveel is er etc.
▪ Aantal minuten bewegingstijd per gymles
• Verschilvragen (vaak beschrijvende vraagstellingen maar soms ook gepresenteerd als
causaliteit vragen)
o In welke mate zijn er verschillen tussen groepen of een voor-na meting
▪ In welke mate is er verschil tussen jongens en meisjes bewegingstijd tijdens
de gymles
▪ Wat is het verschil van voor en na het inzetten van een activiteit qua
bewegingstijd in de gymles
• Samenhangvragen(vaak beschrijvende vraagstellingen maar soms ook gepresenteerd als
causaliteit vragen)
o In hoeverre is er een relatie tussen ….. en …..
▪ Hoe hangt de type instructie van de leerkracht samen met de
bewegingsminuten van de leerlingen tijdens de gymles
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bertdrukker9. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.