Dit is een super snelle leesversie van het boek, speciaal gemaakt als voorbereiding op het tentamen. Alleen de belangrijskte hoofdstukken (2-11) zijn behandeld in de kern. We hebben als studiegroep op basis van de hoorcolleges 55 oefenvragen gemaakt met antwoorden. ook nog een lijst met de belangri...
4e druk 2023
Henk Huizenga José Smeets
9789001034313
+ alle kernbegrippen voor tentamen
+ 55 oefenvragen met antwoorden
Pag: 15
Leestijd: 40 min.
Dit is een tentamensamenvatting: korter dan een gewone. Hij is gemaakt op basis van
wat de doccent belangrijk vond voor het tentamen. Je leert dus alles dingen die er echt
toe doen.
,
,Hoofdstuk 2 Basiskennis Nederlands
Mondelinge taalvaardigheid: spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge
gespreksvormen staan centraal. Kinderen doen ervaring op met bepaalde mondelinge
taalvormen, zoals een discussie of een spreekbeurt en ze leren bepaalde spreek- en
luisterstrategieën te hanteren. Ook aangeduid als het domein spreken en luisteren.
Woordenschat: het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen,
zegswijzen en spreekwoorden.
Geletterdheid: het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken. Er worden
drie stadia onderscheiden:
1. Ontluikende geletterdheid: de ontwikkeling van de geletterdheid in de
voorschoolse periode van 0 tot 4 jaar.
2. Beginnende geletterdheid: heeft betrekking op de ontwikkeling van de
geletterdheid in de groepen 1 t/m 3.
3. Gevorderde geletterdheid: periode na groep 3.
Aanvankelijk lezen: we brengen de kinderen de beginselen van het leren lezen bij. Ze
moeten leren welke letters er zijn en ze moeten in staat zijn om eenvoudige woorden
hardop te lezen. eerste helft groep 3.
Voortgezet technisch lezen: het kunnen ontcijferen van de letters en het hardop lezen van
woorden, maar er wordt ook aandacht besteed aan efficiënte leesstrategieën.
Doel de vaardigheid van het decoderen van teksten te vergroten. Het gaat om het vlot en
nauwkeurig lezen, niet om het begrijpen van de tekst.
Taalbeschouwing: kinderen te leren reflecteren op de taalvorm, de manier waarop iets is
verwoord en het gebruik van taal.
Traditionele grammatica: kinderen moeten zinnen ontleden in zinsdelen en de verschillende
soorten woorden kunnen benoemen.
Communicatieve en sociale taalfunctie: we gebruiken taal als een communicatiemiddel. Een
spreker wil een boodschap doorgeven aan de hoorder.
Zelfhandhaving: een sociale of communicatieve taalfunctie waarbij de spreker zichzelf
beschermt en verdedigt.
Zelfsturing: je ordent met woorden je handelen en kondigt je plannen aan.
Structurering van het gesprek: je gebruikt de taal om het gespreksverloop te beïnvloeden.
Conceptualiserende of cognitieve functie: je gebruikt de taal als een hulpmiddel om je
gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid.
, Er zijn drie cognitieve taalfuncties:
1. Rapporteren: je doet verslag van iets wat in de werkelijkheid voorkomt. Je kunt
dingen benoemen, beschrijven en misschien ook vergelijken.
2. Redeneren: je ordent de gebeurtenis chronologisch of je trekt conclusies. Je legt een
relatie tussen middel en doel of tussen oorzaak en gevolg. Ook kan je een voorstel
doen om het probleem op te lossen.
3. Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders.
Expressieve functie: de taal wordt gebruikt als expressiemiddel.
Recursief systeem: een element van de taal weer eenzelfde element van de taal kan
bevatten. Zo kan een zin ook weer een andere zin bevatten. De zin ik vermoed dat hij liegt
bevat zelf weer de zin hij liegt. We noemen dat ook wel een samengestelde zin.
De verschillende niveaus van de taal:
Niveau: Regels voor:
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau Spelling
Hoofdstuk 3 Constructietheorie
Creatieve constructietheorie: men gaat ervan uit dat kinderen taal niet simpelweg imiteren,
maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve
manier zinnen kunnen bouwen.
Interactionele benadering: men onderschrijft het belang van het aangeboren
taalleervermogen, maar men benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de
interactie tussen een kind en andere moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een
taal. Wel is het zo dat het taalaanbod afgestemd moet zijn op de mogelijkheden van het
kind.
Prelinguale periode: de periode voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt. Loopt vanaf
de geboorte tot aan ongeveer het 1e levensjaar.
Vocaliseren: fase in de prelinguale periode waarin de baby zelf klinkers of vocalen
produceert. Een kind ontdekt de klank van de taal en oefent zijn spraakmechanisme.
Vocaal spel: Fase in de prelinguale periode waarin de baby experimenteert met klanken,
zowel klinkers als medeklinkers.
Na ongeveer 7 maanden begint de fase van het brabbelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Scriptiebibliotheek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,16. Je zit daarna nergens aan vast.