Klinische Pathologie, 4e druk, H10, Zenuwstelsel / neurologie
INLEIDING
Het zenuwstelsel is een essentieel onderdeel van het menselijk lichaam dat snelle reacties op prikkels uit
zowel de omgeving als het eigen lichaam mogelijk maakt. Het neurologisch systeem reguleert bewuste
activiteiten zoals schrijven, maar ook emoties en autonome processen zoals temperatuurregulatie,
bloeddruk en spijsvertering.
Tijdens dagelijkse activiteiten, zoals het lezen van tekst, zijn verschillende processen in het zenuwstelsel
actief:
• Impulsen worden van het oog naar de hersenen geleid, waar schorsactiviteit plaatsvindt om de
inhoud te begrijpen.
• Het limbisch systeem kan hierbij emoties zoals enthousiasme of afkeer opwekken.
• Tegelijkertijd worden autonome processen, zoals de spijsvertering, door het zenuwstelsel
aangestuurd.
Neurologische verschijnselen kunnen zich uiten in:
• Extra prikkeling (overactiviteit), wat leidt tot verhoogde activiteit van zenuwcellen.
• Uitval (onderactiviteit), wat resulteert in een verminderde activiteit van zenuwcellen.
10.1 - ZENUWSTELSEL
Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen die razendsnel prikkels kunnen geleiden en doorgeven. Elk neuron
leidt impulsen in één richting, waarbij elke impuls even sterk is. Het systeem is echter complex vanwege
de grote aantallen zenuwcellen en hun onderlinge verbindingen.
1
,Klinische Pathologie, 4e druk, H10, Zenuwstelsel / neurologie
1. INDELING VAN ZENUWSIGNALEN
• Afferent (sensibel/sensorisch): Geleiding van prikkels naar de hersenen of het ruggenmerg.
o Sensibel: Prikkels van huid en vliezen.
o Sensorisch: Prikkels van zintuigen.
• Efferent (motorisch): Prikkels van hersenen of ruggenmerg naar spieren en klieren.
o Afferent betekent "aanvoer", terwijl efferent kan worden geassocieerd met "effect".
2. ANATOMISCHE INDELING VAN HET ZENUWSTELSEL
Het zenuwstelsel wordt opgedeeld in het centrale zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel
(PZS), elk met specifieke onderdelen en functies.
CENTRAAL ZENUWSTELSEL (CZS)
Het CZS bevindt zich volledig binnen de schedelholte en het wervelkanaal en bestaat uit:
• Hersenen
• Hersenstam
• Ruggenmerg
De functies van het CZS richten zich op de centrale verwerking van prikkels:
• Cortex cerebri (hersenschors): Verantwoordelijk voor cognitieve processen zoals
bewustwording, denken en willekeurige reacties.
• Dieper gelegen hersendelen: Regelen vooral emotionele reacties.
• Hersenstam: Zorgt voor:
o Vitale functies zoals ademhaling, bewustzijn en circulatie.
o Reflexen zoals pupilreacties op licht en slikken.
• Ruggenmerg: Heeft twee hoofdfuncties:
o Geleiding van prikkels:
▪ Afferente (sensibele) prikkels omhoog.
▪ Efferente (motorische) prikkels omlaag.
o Reflexen: Regelt ruggenmergreflexen, zoals de kniepeesreflex en de terugtrekreflex bij
pijn.
PERIFEER ZENUWSTELSEL (PZS)
Het PZS bevindt zich overal buiten de hersenen en het ruggenmerg en bestaat uit:
1. 12 paar hersenzenuwen (N I-XII):
o Kunnen sensorisch, motorisch of gemengd zijn.
2. 31-32 paar ruggenmergzenuwen:
o Altijd gemengd: bevatten zowel afferente (sensibele) als efferente (motorische) vezels.
3. Sympathische grensstrengen:
2
,Klinische Pathologie, 4e druk, H10, Zenuwstelsel / neurologie
o Liggen als kralensnoeren langs de borstwervels en lendenwervels.
o Schakelpunten van het sympathische zenuwstelsel, dat stressreacties stimuleert.
De functies van het PZS zijn:
• Geleiding van prikkels:
o Afferent (sensibel/sensorisch): Van huid en zintuigen naar het CZS.
o Efferent (motorisch): Van het CZS naar spieren en klieren.
• Specialisatie van zenuwen:
o Sommige hersenzenuwen zijn uitsluitend sensorisch of motorisch.
o Ruggenmergzenuwen combineren beide functies.
Het uitschakelen van ruggenmergzenuwen om anesthesie (gevoelloosheid) te bereiken, heeft directe
gevolgen voor spierbewegingen.
3. CEREBRUM (GROTE HERSENEN)
De grote hersenen (cerebrum) bestaan uit twee hemisferen (linker- en rechterhelft) en een centraal
verbindend deel dat de hemisferen onderling en met de hersenstam verbindt. De vorm van de grote
hersenen kan globaal worden vergeleken met een grotendeels gespleten bloemkool, waarbij de
hersenstam fungeert als stronk.
1. Anatomie van de hemisferen
Elke hemisfeer bevat vier kwabben (lobi) die een grote mate van kruising met het lichaam vertonen:
• Lobus frontalis (voorkwab):
o Ligt van boven de ogen tot aan de sulcus centralis (verticale groeve halverwege).
o Het achterste deel bevat de primair motorische schors, die prikkels naar spieren stuurt
voor willekeurige bewegingen.
• Lobus temporalis (slaapbeenkwab):
o Bevindt zich bij het oor.
• Lobus occipitalis (achterhoofdskwab):
o Het achterste deel bevat de primair visuele schors, waar de gewaarwording van licht
plaatsvindt.
• Lobus pariëtalis (wandbeenkwab):
o Bevindt zich tussen de andere kwabben.
o Het voorste deel bevat de primair sensibele schors, die verantwoordelijk is voor het
gewaarworden van prikkels uit de huid en vliezen.
2. Contralaterale werking
• Linkerhemisfeer:
3
, Klinische Pathologie, 4e druk, H10, Zenuwstelsel / neurologie
o Bestuurt spieractiviteit rechts, en verwerkt sensibele en visuele waarnemingen van de
rechterzijde.
• Rechterhemisfeer:
o Regelt spieractiviteit links, en neemt sensibele en visuele waarnemingen van de
linkerzijde waar.
• Kruising van motorische, sensibele en sensorische banen zorgt ervoor dat hersenschade in één
hemisfeer contralaterale (andere zijde) gevolgen heeft.
3. Taalcentra
• Bij rechtshandigen bevindt het taalcentrum zich in de linkerhemisfeer; bij linkshandigen kan het
links of rechts liggen.
• Wernicke-centrum:
o Bevindt zich bovenin de temporaalkwab, nabij de primair auditieve schors.
o Verantwoordelijk voor taalbegrip.
• Broca-centrum:
o Gelegen onderin de frontaalkwab, dicht bij de motorische schors voor mond en keel.
o Stuurt impulsen aan voor verbale expressie.
Deze anatomische en functionele indeling illustreert hoe verschillende hersendelen specifieke processen
en lichaamsfuncties controleren en hoe kruising van banen leidt tot contralaterale effecten bij schade.
4. LIMBISCH SYSTEEM EN HYPOTHALAMUS
• Limbisch systeem: Verantwoordelijk voor emotionele verwerking en reacties.
• Thalamus en hypothalamus:
o Thalamus: Schakelcentrum tussen hersenstam en cerebrum.
o Hypothalamus: Reguleert hormonen en lichaamstemperatuur.
5. BASALE KERNEN EN CEREBELLUM
• Basale kernen (corpus striatum):
o Reguleren ritme en souplesse van bewegingen.
o Disbalans in dopamine leidt tot Parkinsonverschijnselen.
• Cerebellum (kleine hersenen):
o Coördineert spierbewegingen.
o Bij schade vertoont patiënt dronkemansgedrag.
6. HERSENSTAM
• Verbinding tussen cerebrum en ruggenmerg.
4