Omzetbelasting - Samenvatting
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Inleiding
Het boek, getiteld ‘omzetbelasting’, bespreekt deze vorm van belasting als een essentiële bron van inkomsten voor
Nederland, waarbij de nadruk ligt op de Wet op de omzetbelasting 1968. De omzetbelasting wordt omschreven als een
belasting op de overdracht van zowel materiële als immateriële goederen en is een signi cant onderdeel van de
Nederlandse staatsinkomsten met een jaarlijkse opbrengst van circa €60 miljard.
1.2 Ontwikkeling van de omzetbelasting in vogelvlucht
De geschiedenis van de omzetbelasting gaat terug tot de oudheid. De Romeinen hadden al een belasting op de handel
van goederen via veilingen, inclusief de belasting op de aankoop van slaven. Deze belastingen verspreidden zich door
Europa en bleven bestaan na de val van het Romeinse Rijk.
• In de Middeleeuwen werden omzetbelastingen wijdverspreid geheven, met name in Spanje waar de
‘Alcabala’ al in de veertiende eeuw nationaal werd toegepast.
• De Nederlanden zagen pogingen van Alva om een belasting van 10% op de verkoopopbrengsten van
roerende goederen te introduceren, bekend als de ‘tiende penning’.
• In de eerste helft van de twintigste eeuw werd in Europa, vaak in reactie op economische crises of
oorlog, omzetbelasting geïntroduceerd als middel om overheidsuitgaven te dekken. Voorbeelden zijn de implementatie in
Duitsland in 1916 tijdens de Eerste Wereldoorlog, en kort na de oorlog in Frankrijk (1920) en België (1921).
Jurisprudentie en Literatuur
De tekst verwijst naar belangrijke werken voor een verdere verdieping in de geschiedenis en evaluatie van
omzetbelastingen:
• R. Grabower: “Die Geschichte der Umsatzsteuer und ihre gegenwärtige Gestaltung im Inland und imAusland.”
• J.C.L. Huiskamp: “De omzetbelasting in internationaal verband.”
• F.H.M. Grapperhaus: “Alva en de tiende penning” voor meer inzicht in de gevolgen van de belastingpogingen
van Alva.
Deze bronnen bieden uitgebreide analyses en historische contexten die cruciaal zijn voor het begrijpen van de
complexiteit en de implicaties van omzetbelastingen door de eeuwen heen.
Conclusie
De eerste pagina biedt een inleidende uiteenzetting over de omzetbelasting, haar historische wortels, en haar belang als
inkomstenbron voor de Nederlandse staat. Dit legt de basis voor een verdere verdieping in de materie in de volgende
pagina’s van het document.
Nederlandse Omzetbelasting in de 20e Eeuw
• 1934 Introductie: Nederland introduceerde de omzetbelasting voor het eerst op 1 januari 1934 tijdens
een economische crisis. Het doel was om de nanciële staat van het land te versterken en uiteindelijk de belasting weer
af te schaffen. Desondanks is de omzetbelasting altijd gebleven.
• 1941 Veranderingen onder Duitse druk: Onder druk van de Duitse bezetting in de Tweede
Wereldoorlog werd de oorspronkelijke wet vervangen door het Besluit op de omzetbelasting 1940, waarmee een
cumulatief cascadesysteem werd ingevoerd.
• 1955 Wet op de Omzetbelasting 1954: Op 1 januari 1955 trad deze wet in werking, waarbij de
belasting werd uitgebreid naar bijna alle schakels in de productie- en distributieketen, behalve de kleinhandel. Dit
markeerde een belangrijke verschuiving naar een meer alomvattende benadering van omzetbelasting.
Harmonisatie binnen de EEG
• 1967 Eerste Harmonisatie: In 1967 nam de Europese Economische Gemeenschap (EEG) twee
richtlijnen aan die leidden tot de harmonisatie van omzetbelastingstelsels onder de lidstaten, waardoor een uniform
systeem van omzetbelasting ontstond.
• Wet op de omzetbelasting 1968: Geïntroduceerd op 1 januari 1969, vormt deze wet nog steeds de
basis voor de omzetbelasting in Nederland. Door de jaren heen heeft de wet meerdere wijzigingen ondergaan, maar het
blijft de kern van de Nederlandse omzetbelasting.
1.3 Rechtskarakter van omzetbelastingen
• Algemene Kenmerken: Omzetbelastingen kunnen verschillende juridische karakters hebben, zoals
een verkeersbelasting, productiebelasting of verbruiksbelasting, afhankelijk van wat en waarom iets belast wordt. De
redenen waarom de overdracht van goederen of diensten wordt belast - ook wel aangeduide als het rechtskarakter van
de belasting - kunnen zeer verschillend zijn.
• Verschillen in Belasting: De manier waarop goederen of diensten belast worden, de redenen
daarvoor en de effecten van de belasting kunnen sterk variëren, wat belangrijke implicaties heeft voor de interpretatie en
toepassing van de wet.
Pagina 1 van 240
fi fi
, Belangrijke Literatuur
• H.W.M. van Kesteren: Voor een diepgaande beschouwing van het concept ‘rechtskarakter’ in
belastingen.
Conclusie
Pagina 2 duikt dieper in de recentere geschiedenis van de Nederlandse omzetbelasting, met name de veranderingen in
de 20e eeuw en de rol van de EEG bij de harmonisatie van het omzetbelastingstelsel. De pagina belicht ook het belang
van het begrijpen van het rechtskarakter van omzetbelastingen voor de juiste toepassing en interpretatie van de wet.
1.4 Verkeersbelasting
De omzetbelasting wordt gekarakteriseerd als een verkeersbelasting, die aangrijpt bij rechtshandelingen, zoals de
levering van goederen. Dit betekent dat elke transactie die in het rechtsverkeer plaatsvindt, belast kan worden als
onderdeel van deze belastingvorm.
1.4.1 Rechtshandeling als hef ngsobject
• Aard van Verkeersbelasting: In de context van omzetbelasting betreft een verkeersbelasting meestal
een hef ngstechniek en niet noodzakelijk het rechtskarakter van de belasting. De rechtshandeling dient hier meer als
aanknopingspunt voor belastinghef ng, waarbij het uiteindelijke doel kan variëren (bijvoorbeeld het belasten van
verbruik).
• Historische Voorbeelden: Historisch gezien werd er belasting geheven op handelingen waar geld bij
betrokken was, onder het motto dat er ‘waar geld omgaat, ook iets voor de gemeenschap mag worden geofferd’.
1.4.2 De kenmerken van een verkeersbelasting
• Objectieve Belasting: Een verkeersbelasting is sterk objectief van aard, waarbij de speci eke
handeling centraal staat en minder de persoon die de handeling uitvoert. Dit type belasting is gericht op de transactie
zelf, ongeacht wie de belastingschuldige is.
1.5 Productiebelasting
In tegenstelling tot verkeersbelastingen, richten productiebelastingen zich op het belasten van productieactiviteiten.
1.5.1 Productie als hef ngsobject
• Doel van Productiebelasting: Dit type belasting berust op het pro jtbeginsel, waarbij ondernemers
belast worden op basis van de voordelen die ze genieten van overheidsuitgaven, zoals infrastructuurverbeteringen die
direct ten goede komen aan hun bedrijfsvoering.
1.5.2 De kenmerken van een productiebelasting
• Subjectief en Direct Karakter: Productiebelastingen hebben een directe impact op de ondernemers
en zijn gebonden aan de speci eke voordelen die een ondernemer heeft van overheidsuitgaven. Ze kunnen variëren
afhankelijk van de locatie en speci eke voordelen die een ondernemer geniet. Oorsprongslandbeginsel.
Conclusie
Pagina 3 van het document verdiept zich in de speci eke vormen van omzetbelasting zoals verkeersbelasting en
productiebelasting. Elk type heeft zijn eigen unieke kenmerken en toepassingsgebieden die belangrijk zijn voor de
interpretatie en implementatie van belastingwetten in Nederland. De pagina benadrukt hoe verschillende belastingen zijn
ontworpen om speci eke economische activiteiten of transacties te raken, afhankelijk van het onderliggende doel van de
belastinghef ng.
1.6 Verbruiksbelasting
1.6.1 Consumptie(ve uitgaven) in de hef ng
De omzetbelasting, speci ek de belasting over de toegevoegde waarde (btw) zoals die binnen de EU wordt gehanteerd,
wordt beschouwd als een algemene verbruiksbelasting. Dit type belasting richt zich op het belasten van de consumptie
van goederen en diensten, waarbij de bestedingen van consumenten als maatstaf worden gebruikt. De Nederlandse
omzetbelasting valt onder deze categorie en heeft als primair doel het belasten van eindverbruik. Art. 1-2 BtwR.
Historisch gezien omvatte het concept van verbruik zowel consumptief als productief verbruik, maar moderne
interpretaties concentreren zich uitsluitend op het consumptieve verbruik door particulieren. Het doel van een
verbruiksbelasting is om de consumptie te belasten op een wijze die de daadwerkelijke besteding van consumenten
weerspiegelt.
1.6.2 Directe of indirecte verbruiksbelasting
Hoewel theorieën bestaan over het direct belasten van de consument, worden verbruiksbelastingen in de praktijk indirect
geheven via de leverancier van goederen en diensten. Deze aanpak zorgt ervoor dat de belasting wordt doorberekend
aan de eindverbruiker, hoewel de hef ng op het punt van verkoop plaatsvindt. Dit systeem bevordert de economische
afwenteling van de belasting op de consument, ongeacht of de consumptie gespreid of onmiddellijk is.
Pagina 2 van 240
fi fi fi fifi fifi fifi fi fi fi fi fi
,1.6.3 Algemene en bijzondere verbruiksbelastingen
Verbruiksbelastingen kunnen worden onderverdeeld in algemene en bijzondere types.
Algemene verbruiksbelastingen:
A. Algemene indirecte verbruiksbelastingen. De btw is een voorbeeld van een algemene verbruiksbelasting die alle
consumentenbestedingen belast.
B. Algemene directe verbruiksbelastingen (worden in de praktijk niet geheven.
Bijzondere verbruiksbelastingen:
A. Bijzondere indirecte verbruiksbelastingen (accijnzen);
B. Bijzondere directe verbruiksbelastingen (niet langer geheven, tenzij OZB als dergelijke belasting beschouwd kan
worden).
Daarentegen richten bijzondere verbruiksbelastingen zich op speci eke producten zoals tabak en alcohol, waarbij
accijnzen vaak worden toegepast als instrument voor scaal beleid.
1.6.4 De kenmerken van een verbruiksbelasting
Verbruiksbelastingen, en vooral de btw, moeten worden geheven in overeenstemming met het
bestemmingslandbeginsel, wat betekent dat belastingen geheven worden in het land waar de consumptie plaatsvindt.
Belangrijk hierbij is dat op geëxporteerde goederen geen belasting drukt en dat geïmporteerde goederen een
vergelijkbare belastingdruk ondervinden als binnenlands geproduceerde goederen om eerlijke concurrentie te
waarborgen.
Pagina 5 verdiept het begrip van verbruiksbelastingen binnen het Nederlandse en Europese scale landschap. De
pagina benadrukt het onderscheid tussen directe en indirecte hef ngsmethoden en de verschillende vormen van
verbruiksbelastingen die worden toegepast om consumptie te reguleren en belastinginkomsten te genereren, met
bijzondere aandacht voor de besteding als basis voor belasting. Het gaat bij de hef ng van omzetbelasting ter zake van
invoer niet om een protectionistische maatregel (zoals bij invoerrechten (douanerechten) die de binnenlandse markt
beogen te beschermen), maar om een compenserende hef ng.
De pagina vervolgt de uiteenzetting over de principes van verbruiksbelastingen, met name de btw. Het legt nadruk op het
belang van het bestemmingslandbeginsel, waarbij de belasting wordt geheven in het land waar de goederen of diensten
worden verbruikt. Dit principe verzekert dat de belastingdruk gelijkmatig wordt toegepast op zowel binnenlandse als
geïmporteerde goederen, waarbij oneerlijke concurrentie wordt vermeden.
• Belastingvrijstelling bij Export: Goederen die worden geëxporteerd ondervinden geen belastingdruk,
wat essentieel is om te zorgen dat deze goederen competitief blijven in internationale markten.
• Hef ng bij Import: Goederen die worden geïmporteerd ondergaan een belastinghef ng die gelijk
staat aan die op binnenlands geproduceerde goederen, om een eerlijk speelveld te garanderen.
Deze mechanismen—vrijstelling bij export en hef ng bij import—zijn cruciaal voor het handhaven van de scale grenzen
en zorgen ervoor dat de btw-effectief de consumptie in het bestemmingsland belast, ongeacht de oorsprong van de
goederen.
Speciale Overwegingen
• Verbruik in het Buitenland: Het document bespreekt ook hoe met de consumptie door Nederlanders
in het buitenland omgegaan wordt. Consumptieve uitgaven die plaatsvinden tijdens bijvoorbeeld een vakantie in het
buitenland worden belast in het land van verbruik en niet in Nederland.
• Import van Duurzame Goederen: Voor duurzame goederen die een consument in het buitenland
koopt en mee naar Nederland neemt, geldt dat de consumptie geacht wordt in Nederland plaats te vinden, wat resulteert
in een belastinghef ng bij invoer.
Conclusie
Pagina 6 verdiept de discussie over de werking en toepassing van de verbruiksbelasting, speci ek binnen de context van
internationale handel en reizen. Het belicht hoe het bestemmingslandbeginsel zorgt voor belastingneutraliteit bij
grensoverschrijdende transacties en behandelt complexe situaties zoals persoonlijke consumptie in het buitenland en de
import van goederen door particulieren.
Deze sectie blijft de kenmerken van de verbruiksbelasting, zoals de btw, uitdiepen, met speci eke aandacht voor de
regelgeving rondom het eigen gebruik van goederen en diensten door ondernemers, en de manier waarop vrijstellingen
en tariefdifferentiaties worden toegepast.
• Eigen Gebruik: Een belangrijk aspect van verbruiksbelastingen is de behandeling van goederen die
door ondernemers voor eigen gebruik worden genomen. Dit eigen gebruik moet worden behandeld als een belastbaar
feit binnen de verbruiksbelasting, omdat het, net als een verkoop aan externe consumenten, een vorm van consumptie
vertegenwoordigt.
Vrijstellingen en Tariefdifferentiaties
• Objectief Karakter: In verbruiksbelastingen dragen vrijstellingen en tariefdifferentiaties typisch een
objectief karakter. Dit betekent dat dergelijke scale voordelen zich richten op de goederen of diensten zelf en niet op de
identiteit of status van de ondernemer die deze levert.
Pagina 3 van 240
fi fi fi fi fi fi fi fi fi fi fi fi fi
, • Voorbeelden: Als de wetgever besluit om de consumptie van brood te stimuleren, dan zou in een
verbruiksbelasting de levering van brood vrijgesteld kunnen worden, onafhankelijk van wie het brood levert. Dit zorgt
ervoor dat alle leveranciers van brood gelijk behandeld worden onder de belastingwetgeving.
Aansluiting bij Juridische Handelingen
• Hef ng bij Levering: Hoewel omzetbelasting aansluit bij juridische handelingen zoals de levering van
goederen of het verrichten van diensten, is dit aansluiten geen doel op zich, maar slechts een middel om de
belastinghef ng effectief en ef ciënt uit te voeren. De belasting wordt geheven op het moment van levering, niet op basis
van het latere gebruik van de goederen.
Conclusie
Pagina 7 biedt een grondige analyse van hoe verbruiksbelastingen, speci ek de btw, worden toegepast in situaties van
eigen gebruik en hoe vrijstellingen en tariefdifferentiaties worden geregeld om eerlijkheid en scale neutraliteit te
bevorderen. Het benadrukt ook het principe dat verbruiksbelastingen zich richten op transacties en consumptie, los van
de economische of sociale status van de belastingplichtigen.
Pagina 4 van 240
fi fi fi fi fi