Samenvatting NPVP Tentamen periode 4
College 1: Inleiding
Vergelijkende politiek= de systematische studie van overheid en politiek in verschillende landen, bedoeld om ze
beter te begrijpen door hun verschillen en gelijkheden uit te werken
- Doel: theoretische iets kunnen zeggen over de landen/systemen; een grote verklaring geven.
Ontwikkeling vergelijkende politicologie:
1. Gaat vooral over geschiedenis van hedendaagse instituties
o Ging vooral over Amerikaanse politiek
2. Het werd meer theoretisch
Behavior revolution= politicologie werd meer geïnteresseerd in samenlevingen en niet alleen instituties, dmv
theorieën ipv alleen beschrijven
3. Terugkeer naar instituties omdat ze politiek gedrag vormgeven, het bleek niet genoeg om alleen naar gedrag
binnen samenlevingen te kijken
4. Verschuiving naar rationale keuze theorie
o Gedrag & instituties
o Rationele keuze theorie= actoren zijn rationeel en ze zijn in staat hun verlangens, opties en keuzes te
organiseren en kunnen dan kiezen waarmee ze hun belangen kunnen maximaliseren
5. Er is nu veel diversificatie. Er is geen enkele benadering dominant.
Methodes:
Kwalititatieve methode= gebaseerd op paar casussen binnen de natuurlijke habitat, met nadruk op waarden,
meningen, gedrag en context.
Kwantitatieve methode= maakt gebruik van meerdere casussen en meer variabelen en probeert om een politiek
fenomeen uit te leggen ahv statistische analyse
College 2: Natievorming in Nederland
Natie= een groep mensen die zich verbonden voelt door gemeenschappelijke kenmerken en die een politieke
gemeenschap willen worden/blijven
Objectief= Cultureel nationalisme Subjectief= Politiek nationalisme
Natie als natuurgegeven Natie als constructie
Volksaard Nationale identiteit
Cultuur voorop Politiek voorop
Exclusief Inclusies
Natuurlijke grenzen Geen natuurlijke grenzen
Natievorming (nationbuilding):
Naties zijn er dankzij nationalisme, niet andersom.
Imagined community= het idee dat wij in een groep horen die groter is dan de mensen die we dagelijks (kunnen)
tegenkomen.
Een gemeenschap vorm je door: Socialisatie, invented traditions & transhistorische verwantschap. Maar ook proto-
nationale gevoelens zijn noodzakelijk.
- Invented traditions= tradities die zijn uitgevonden, maar waarvan wij denken dat ze ‘natuurlijk’ zijn
- Transhistorische verwantschap= idee van een gezamenlijke geschiedenis
- Proto-nationaal= grotere nationale gevoelens
Staatsvorming
Natievorming gaat altijd samen met staatsvorming
Moderne staat komt door schaalvergroting
- Economie: noodzaak tot verbintenis om beter handel te voeren met andere staten
- Oorlog: Bureaucratie nodig om de oorlog te kunnen regelen en winnen
o Charles Tilly: war made the state, and the state made the war
Staatsvorming volgens Weber:
- Monopolie op geweld
, - Monopolie op belasting
- Uitschakelen concurrentie
- Vaststellen grenzen & inwoners
- Depersonaliseren gezag
- Homogenisering van macht en regels
- Opleggen burgerplichten
Drie modellen staats- en natievorming:
1. Natievorming van bovenaf= vanuit het centrum ‘nationaliseren’ van een gebied
o Politiek nationalisme identiteit wordt als ware opgelegd (waardengemeenschap)
o Eerst een staat dan pas idee van een gedeelde cultuur
2. Natievorming uit een versnipperd gebied= grote versnipperde gebieden met deels gezamenlijke identiteit
vallen samen tot één land/rijk
o Eerst idee van gedeelde cultuur dan pas staat
o Eenwordingsstreven= laten samenvallen van een staat en natie
3. Natievorming binnen een bestaand rijk= vanuit onafhankelijkheid of desintegratie een eigen staat vormen
o Balkanisering= het uiteenvallen van een groot land in kleine staten
Postkoloniale staat:
Grenzen getrokken zonder rekening te houden met de culturen binnen de gebieden.
Pogingen tot natievorming ging vanuit de hoofdstaat natievorming van bovenaf
Failed state= staat die haar functies niet kan vervullen
Nederlandse natievorming
1. Natievorming van bovenaf
o 11e eeuw Strijd tegen het water &
Dijken zijn gemeenschappelijke goederen en daardoor kon het beter worden overgelaten aan
de machthebbers
o 19e eeuw Frankrijk (Napoleon) nam de macht & daarna het vormen van Koninkrijk Nederland als
buffer t.o.v. Frankrijk
2. Natievorming binnen een bestaand rijk
o 16 en 17e eeuw onafhankelijkheid Spanje en daardoor gingen de provincies samenwerken
Globale geschiedenis Nederland en ontwikkeling:
1500: Lappendeken van verschillende gebieden
- Habsburgse Rijk
- M.n. in noorden strijd tegen water
1600: Centralisatiepolitiek Karel V en Philips II
- Inquisitie= strijd tegen protestantisme
- Populariteit Calvinisme
- 1566: Beeldenstorm & Petitie adel tegen centralisatiepolitiek
1579-1621: Nederlandse opstand/ Tachtigjarige Oorlog
- In Noorden successen opstand
- 1579: Unie van Utrecht (begin moderne Nederland)
- 1581: Akte van Verlatinghe
- 1584: Willem van Oranje vermoord & val van Antwerken
- 1584-1609: Militaire successen olv Maurits van Oranje en Johan van Ornebarneveld
- 1609-1621: Twaalfjarig bestand
o Oranje negatief want hij was legerleider
o Ornebarneveld positief want was goed voor de handel
Republiek der Verenigde Provinciën
Confederatie= afkeer van centraal gezag, samenwerking in militaire zaken en veel autoriteit voor de provincies
- Stadhouder ipv monarch uit Oranje familie als militaire leider
, - 1621-1648: Aanhoudende strijd zorgt voor schuivende fronten, wat leidt tot
o Generaliteitslanden= landen die niet onder de provincies vallen, maar wel zijn ingenomen tijdens de
oorlog
- 1648: Vrede van Münster= Republiek erkend door de Spanjaarden
Gouden eeuw:
Calvinistische dominantie Nederland als protestantse natie
Hollandse werelddominantie
Vrijheid van consciëntie= relatieve vrijheid van geloof, maar je mocht het niet openlijk steunen
- Gedoogde steun komt hieruit voort
Regentenbestuur= macht in handen van groepen van verschillende kooplieden uit het noorden die veel macht hebben
in hun eigen gebied
- Schikken en plooien komt hieruit voort
Ontstaan Moderne Nederland:
1798: Bataafse regering= Eerste grondwet
1792-1813: Centralisatiepolitiek onder Napoleon
- Nederland wordt een eenheidsstaat
1813: Ineenstorting Franse macht Overgang Oranjes
- Nederland als buffer tegen Frankrijk
1814/1815: Grondwet wordt geschreven
- Eerste (voor Belgische adel) en Tweede Kamer opgericht
1830: Belgische revolutie en worden onafhankelijk
Niet echt duidelijke Nederlandse natie
- Nederland was een cultureel archipel van verschillende gebieden
- Religieuze pluriformiteit ( Protestanten Katholieken)
- Sociale tegenstelling
Schaalvergroting
Oorzaken:
- Industriële revolutie
- Urbanisatie en groei bevolking
- Infrastructurele werken via de staat
- Militaire veranderingen
o Grote legers met dienstplicht
- Nieuwe communicatie- en transportmiddelen
Gevolgen:
- Sociale mobiliteit neemt toe
- Vernederlandsing
- Ontstaan nationaal debat & nationale publieke opinie
- Angst voor desintegratie Nederland in tijden van internationale spanningen
Er was noodzaak aan homogenisering (net als in de rest van Europa):
- Standaardmaten, -regels en -tijd
- Ontwikkeling en verspreiding standaardtaal (ABN)
- Schoolsystemen, dienstplicht en belastingplicht
Er was ook noodzaak aan een nieuw samenbindend element (Imagined community)
- Transhistorische verwantschap van Vaderlandse (Hollandse) geschiedenis
- Nederlandse cultuur met de opstand als een soort mythe
Succes Nederlandse Natievorming Falen Nederlandse Natievorming
Geen problemen met nationale minderheden Vlamingen worden verstoten (Vlaamse
binnen of buiten Nederland Beweging)
Verspreiding Nederlandse taal, geschiedenis en Achtergestelde landsdelen (Limburg, Friesland
cultuur etc)
Populariteit Koningshuis Dreigende desintegratie in volksdelen
, Acceptatie gezag en eenheidsstaat Verzuiling
Collge 3: Staatsrecht
Normatieve wetenschap= gaat over normen; hoe dingen zouden moeten zijn
Onderdelen staatsrecht:
Privaatrecht= normen tussen burgers onderling
- Verbindtenisrecht, personen- en familierecht en ondernemingsrecht
Publiekrecht= overheid is hierbij de centrale speler
- Staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht en belastingsrecht
Wat is staatsrecht:
Het gaat over verhoudingen tussen:
- Overheidslichamen
- Overheidsorganen
- Overheid en burgers
Een gedeelde bestaat ook uit ongeschreven regels
- Politieke normen hebben geen sanctionering; de grondwet zelf wel
Staatsrecht is flexibel en past zich aan de praktijk aan
Beperkte Trias Politica:
Trias politica= machtenscheiding in drie delen; wetgevende, uitvoerende en rechtgevende macht
- Wetgever is de regering en SG
- Regelgever is óók de regering
- Parlement heeft naast wetgevende macht, ook uitvoerende macht
- Rechtgevende macht wordt benoemd door de wetgevende macht (regering)
Staatsmachten:
Parlement= Eerste en Tweede Kamer (Staten-Generaal)
- Tweekamerstelsel opvallender voor eenheidsstaat (1 e kamer voor adel ipv deelstaten (federatie))
- Taken:
o Wetgevingsproces
o Controleren regering
o Budgetrecht
Regering= koning + ministers + Minister-president + Staatssecretarissen
- Ministeriële verantwoordelijkheid= konings heeft beperkt macht, maar is wel onschendbaar want de
ministers zijn verantwoordelijk (voor zijn gedrag)
- Staatssecretarissen kunnen ministers vervangen, behalve in de ministerraad.
De relatie wordt door twee regels beheerst:
1. Vertrouwensregel (ongeschreven)= ontslag van minister(s) als zij geen vertrouwen meer hebben vanuit de
Tweede Kamer
2. Recht op Kamerontbinding (grondwet)= regering kan een kamer ontbinden (en dus vervroegde verkiezingen
uitschrijven)
o Nieuwe verkiezingen zijn een ongeschreven regel
Rechtspraak
Onafhankelijk: Worden benoemd voor het leven
Bevoegdheid: Geschillen uitzoeken waarbij ze wetten testen aan hogere juridische normen en regels en aan
internationale verdragen (maar niet aan de grondwet)
- Is wel separaat van bestuursrechtspraak
- Testen aan de grondwet moet de wetgevende macht zelf doen
Constitutionele toetsing= bevoegdheid rechter om wetten te toetsen aan de grondwet
College 4: De Grondwet
Grondwet zorgt voor een rechtssysteem door:
1. Constitueren= overheidslichamen en -ambten instellen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anoniem16. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,76. Je zit daarna nergens aan vast.