Samenvatting van het boek personen- en familierecht & erfrecht in een notendop. Druk 9. Aan het einde zijn een aantal oefenvragen opgenomen, uiteraard inclusief antwoorden. Ideaal ter voorbereiding voor het tentamen of als naslagwerk.
Literatuur Burgerlijk Recht 1 2019/2020
Rijksuniversiteit Groningen
Personen- en familierecht & erfrecht - In een notendop, Ter
Haar & Kolkman, Druk 9
,Inhoud
Hoofdstuk 1: Wat houdt personen- en familierecht in?.........................................................................3
1.1 Wat houdt afstammingsrecht in?.................................................................................................3
1.2 Wat is er juridisch vastgelegd over ouderlijk gezag en minderjarigheid?.....................................5
1.3 Wat is de juridische betekenis van meerderjarigheid?.................................................................8
1.4 Wat zijn in Nederland de verschillende samenlevingsregelingen die gesloten kunnen worden?.9
1.5 Wat is er geregeld binnen het afstammingsrecht over het gezin?...............................................9
1.6 Wat houdt een huwelijk juridisch in?.........................................................................................10
1.7 Hoe is adoptie juridisch geregeld?..............................................................................................14
1.8 Wat is het juridische verschil tussen curatele, bewind en mentorschap?..................................15
1.9 Wat is er juridisch geregeld met betrekking tot echtscheiding?.................................................17
1.10 Wat is de juridische betekenis van een reparatiehuwelijk?......................................................19
1.11 Welke gevolgen heeft het overlijden van een ouder?..............................................................19
1.12 Welke gevolgen heeft het krijgen van een nieuwe partner?....................................................19
1.13 Wat gebeurt er wanneer de nieuwe partner overlijdt?............................................................19
1.14 Welke overige opmerkingen gelden rondom het overlijden?...................................................19
Hoofdstuk 2: Wat is erfrecht?...............................................................................................................20
2.1 Wat betekent Ab-Intestaaterfrecht?..........................................................................................20
2.2 Wat houdt de wettelijke verdeling binnen het Ab-Intestaaterfrecht in?....................................22
2.3 Welke andere wettelijke rechten kent het Ab-Intestaatrecht?...................................................22
2.4 Wat zijn de formele aspecten binnen het testamentair recht?..................................................23
2.5 Wat zijn de materiële aspecten binnen het testamentair recht?...............................................24
2.6 Wat is de juridische betekenis van "een legitieme portie"?.......................................................26
2.7 Wat is de juridische betekenis van een "boedelafwikkeling"?....................................................26
2.8 Welk overgangsrecht bestaat er binnen het erfrecht sinds de wetswijzigingen van 2003?.......28
2.9 Wat houdt erfrecht in het kort in?..............................................................................................28
Oefenvragen Hoofdstuk 1: Wat houdt personen- en familierecht in?..................................................30
Vragen..............................................................................................................................................30
Antwoorden......................................................................................................................................34
Oefenvragen Hoofdstuk 2: Wat is erfrecht?.........................................................................................38
Vragen..............................................................................................................................................38
Antwoorden......................................................................................................................................41
2
,Hoofdstuk 1: Wat houdt personen- en familierecht in?
1.1 Wat houdt afstammingsrecht in?
Een huwelijk heeft allerlei juridische gevolgen, dat geldt ook voor een echtscheiding. Wie zijn de
erfgenamen van een overledene, en wie niet? Kunnen kinderen onterfd worden? Deze en vele andere
vragen kunnen beantwoord worden aan de hand van het Personen- en familierecht en het Erfrecht.
Deze rechtsgebieden volgen de mens van de wieg tot het graf. In deze samenvatting wordt ingegaan
op de belangrijkste ontwikkelingen binnen de rechtsgebieden, die onderhevig zijn aan constante
veranderingen.
Welke rechten ontstaan na de geboorte?
Het leven begint met de geboorte. Er ontstaan dan automatisch allerlei familierechtelijke betrekkingen
(art. 1:197 BW). Iemand wordt een natuurlijk persoon in juridische zin en is vanaf dat moment drager
van rechten en plichten. Deze persoon is een nieuw rechtssubject. In art. 1:1 lid 1 BW is te lezen dat
allen die zich in Nederland bevinden vrij en bevoegd zijn tot het genot van burgerlijke rechten.
In sommige gevallen zal een kind al voor zijn geboorte aanspraak kunnen maken op het Burgerlijk
wetboek. Volgens art. 1:2 BW wordt een kind als geboren aangemerkt voor zover zijn belang dit
vordert. Stel bijvoorbeeld dat een vader overlijdt tijdens de zwangerschap van zijn dochter en heeft
verklaard dat zijn kleinkinderen erfgenaam zijn. Dan zal het kind in de buik van de moeder juridisch
als geboren worden aangemerkt. Wordt het kind echter doodgeboren, dan wordt het kind geacht nooit
juridisch te hebben bestaan.
Bij de geboorte ontstaan er automatisch allerlei familiebanden. Dit noemen we ook wel de
familierechtelijke betrekkingen (art. 1:197 BW). Deze betrekkingen spelen een belangrijke rol in het
erfrecht. Uit art. 1:198 lid 1 sub a en 1:199 sub a BW blijkt dat een kind bij de geboorte automatisch
een vader en een moeder heeft, mits het kind binnen het huwelijk geboren wordt. Familierechtelijke
betrekkingen kunnen ook leiden tot het zijn van erfgenaam (art. 4:10 BW). Door deze
familierechtelijke betrekkingen ontstaat er bloedverwantschap. Je hebt bloedverwanten in opgaande
lijn, zoals ouders en grootouders, en bloedverwanten in neergaande lijn, zoals kinderen en
kleinkinderen. Ook bestaan er verschillende graden van bloedverwantschap. Van belang is hoe dicht
de familie tot elkaar staat. Om dit na te gaan, gaat men eerst terug naar een gemeenschappelijke
stamouder. Ouders zijn dan ook eerstegraads bloedverwanten van hun kinderen. Een nichtje is een
vierdegraads bloedverwant, want je moet via één van je ouders (stap 1) naar de gezamenlijke
stamouders opa en oma (stap 2), naar een oom of tante (stap 3) om uit te komen bij nichtjes of neefjes
(stap 4).
Hoe ontstaan familierechtelijke betrekkingen?
De verbanden tussen ouders en kinderen worden juridisch bezien aan de hand van het
Afstammingsrecht. Familierechtelijke betrekkingen kunnen volgens het Afstammingsrecht op vier
verschillende wijzen ontstaan:
- Geboorte. Als een kind binnen het huwelijk wordt geboren, ontstaan altijd automatisch
familierechtelijke betrekkingen ten opzichte van de moeder. Ten opzichte van de vader
ontstaan ook betrekkingen, zelfs wanneer het huwelijk minder dan 306 dagen voor de
geboorte is ontbonden (art. 1:199b BW). Het vaderschap kan echter worden ontkend door een
verzoek bij de rechtbank in te dienen (art. 1:200 BW)
- Erkenning. Als de ouders niet getrouwd zijn, dan kan de vader het kind erkennen. Dit moet
ook in geval van een geregistreerd partnerschap
- Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. Deze procedure is geregeld in art. 1:207 BW.
De procedure kan worden ingeleid door zowel een meerderjarig kind als door de moeder tot
vijf jaar na de geboorte van het kind, of na het uitkomen van de identiteit en de verblijfplaats
van de verwekker. Dit laatste kan alleen onder bijzondere omstandigheden (hiervoor is DNA
noodzakelijk). De HR kan ook bevelen dat er DNA-onderzoek vereist is. Dit doen zij echter
alleen wanneer op grond van de feiten en omstandigheden aannemelijk is, dat een man de
3
, verwekker van het kind kan zijn. De vaststelling werkt terug tot aan de geboorte van het kind.
De gerechtelijke vaststelling kan ook plaatsvinden nadat de vader is overleden. Het kind wordt
dan met terugwerkende kracht erfgenaam. Wanneer een kind al twee juridische ouders heeft,
is het niet mogelijk om het ouderschap gerechtelijk te laten vaststellen. Op grond van art.
1:200, 1:202a, 1:205 of 1:205a BW zal dan eerst het vader- of moederschap van één van de
juridische ouders aangetast moeten worden
- Adoptie. In principe is de moeder altijd de vrouw uit wie het kind geboren wordt. De enige
uitzondering hierop is adoptie. In het huidige afstammingsrecht worden voor de vader
verschillende termen gebruikt. Er wordt gesproken van de biologische vader, de verwekker en
de donor. Zowel de verwekker als de donor worden als biologische vader aangemerkt.
Kan het vader- of moederschap ontkend worden?
De vader kan het vaderschap ontkennen (art. 1:200 BW). Wanneer de vader en moeder met elkaar
getrouwd zijn op het moment dat het kind wordt geboren, dan is de vader automatisch de juridische
vader. Dit is ook het geval als hij niet de biologische vader is. Wanneer hij geen juridisch vader wil
zijn, kan hij het vaderschap ontkennen. De vader moet hiertoe binnen 1 jaar nadat hij heeft gehoord
dat hij waarschijnlijk niet de biologische vader van het kind is een verzoek indienen bij de rechtbank.
Als hij heeft ingestemd met een daad die de verwekking tot gevolg heeft gehad of als hij voor het
huwelijk al afwist van de zwangerschap, kan hij het vaderschap niet meer ontkennen.
De moeder en het kind kunnen eveneens het vaderschap ontkennen. Hiervoor gelden dezelfde
vereisten die gelden voor de vader. Wanneer het kind het vaderschap wil ontkennen, geldt er echter
een andere termijn. Hij moet binnen drie jaar nadat bekend is geworden dat zijn vader niet zijn
biologische vader is een verzoek indienen bij de rechtbank. Voorwaarde is wel dat het kind
meerderjarig is.
Het is voor een kind ook mogelijk om twee juridische moeders te hebben. Dit brengt mee dat ook het
moederschap ontkend kan worden, namelijk op de grond dat de moeder niet de biologische moeder
van het kind is. Zie art. 1:202a BW. Voor deze ontkenning gelden dezelfde regels als voor het
vaderschap. Wanneer de meemoeder voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap wist van de
zwangerschap of heeft ingestemd met donorbevruchting door een anonieme donor, is het niet mogelijk
om het moederschap te ontkennen.
Hoe gaat de geboorteaangifte in zijn werk?
Bij de geboorte moeten er enkele zaken worden geregeld. Ten eerste moet er aangifte worden gedaan
van de geboorte bij het gemeentehuis. Dit moet binnen drie dagen na de geboorte gedaan worden (art.
1:19e lid 2 jo. lid 6 BW).
Bij de aangifte moeten de voornaam en de geslachtsnaam worden doorgegeven. Niet iedere naam
hoeft te worden geaccepteerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand (art. 1:4 lid 2 BW). Het
vaststellen van de voornaam is in principe definitief en kan alleen via een procedure bij de rechtbank
gewijzigd worden. Voor de geslachtsnaam moet worden gekozen uit de achternaam van de vader of
die van de moeder. Deze keuze moet blijken uit een door beide ouders gezamenlijk afgelegde
verklaring (art. 1:5 lid 4 BW). Van deze verklaring wordt vervolgens melding gemaakt in de akte van
geboorte. Wanneer een dergelijke verklaring ontbreekt, krijgt een kind automatisch de achternaam van
de vader. De keuze voor de geslachtsnaam is ook bepalend voor eventuele broertjes en zusjes van het
kind (art. 1:5 lid 8 BW). Dit bovenstaande geldt in het geval de ouders van het kind getrouwd zijn.
Wanneer dit niet het geval is, krijgt het kind automatisch de achternaam van de moeder. Deze
achternaam blijft het kind houden, ook wanneer het door de vader erkend wordt. Dit wordt alleen
anders indien beide ouders bij de erkenning gezamenlijk verklaren dat de achternaam gewijzigd moet
worden (art. 1:5 lid 2 BW). Indien de ouders van een kind niet bekend zijn (denk aan een vondeling)
krijgt hij een geslachtsnaam en voornaam bij Koninklijk Besluit (KB). De geslachtsnaam kan volgens
een in art 1:7 BW geregelde procedure worden gewijzigd. Dit kan als de naam bespottelijk is of een te
weinig onderscheidend vermogen heeft. Het kan ook zo zijn dat de naam bespottelijk is ten aanzien
van het beroep van een persoon.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hetgestolenkind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.