Samenvatting - Understanding and managing public organizations 6th
HOOFDSTUK 1
DE UITDAGING VAN EFFECTIEVE OPENBARE ORGANISATIE EN
MANAGEMENT
Toen het werk aan deze zesde editie begon, werd de wereld geconfronteerd met de
Covid-19-pandemie, die miljoenen levens kostte. Leiders van getroffen landen
vertrouwden op administratieve medewerkers en organisaties voor reacties op de
pandemie. In de Verenigde Staten werden de president, gouverneurs en lokale
ambtenaren gevraagd om beleid en procedures om het virus te beheersen en deze
aan de bevolking uit te leggen. Ondanks uitingen van minachting voor de "deep
state," hield de president publieke briefings waarin administratieve functionarissen
een centrale rol speelden. De coördinator van de White House voor de crisisreactie
en de hoofd van een afdeling van de National Institutes of Health gaven uitleg en
beantwoordden vragen.
In publieke verklaringen benadrukten de president en andere verkiezingsambtenaren
de cruciale rollen van administratieve medewerkers en organisaties. Deze
vertegenwoordigers, van de Surgeon General tot lokale
Volksgezondheidscommissarissen, speelden allemaal een rol in de uitvoering van
aanbevelingen aan de burgers. In veel landen werden zorgmedewerkers, vaak
ambtenaren, geprezen voor hun moedige inspanningen.
Administraties sloten bedrijven en stopten activiteiten, wat leidde tot een grote
economische crisis. In de VS en andere landen probeerden leiders deze uitdagingen
aan te gaan met financiële steun aan individuen en leningen voor bedrijven. Dit
verrijkte de lijst van betrokken overheidsagentschappen, waaronder de Departments
of Treasury en Labor, Social Security Administration en andere organisaties.
De pandemie vereiste ook bijdragen van niet-gouvernementele organisaties, zoals
bedrijven en stichtingen. Veel productiebedrijven schakelden over op de productie
van medische benodigdheden. De inspanningen van deze organisaties benadrukken
de actuele politieke economie waarin overheid, non-profit en private bedrijven
samenwerken. Dit thema van samenwerking en netwerken zal in deze editie meer
aandacht krijgen dan in vorige edities.
In het algemeen toont de inspanning om het coronavirus te beheersen aan hoe
organisaties en de mensen daarin cruciale diensten kunnen leveren. De analyse van
hoe zij dit effectief kunnen doen en het verspreiden van die kennis kunnen de
uitvoering van deze functies verbeteren. De pandemie illustreert ook hoe openbaar
beleid en de organisaties die daarbij betrokken zijn, sterk beïnvloed worden door de
politieke omgeving. Zelfs ambtenaren die nooit met verkozen officials in aanraking
komen, ervaren invloed van het politieke systeem.
Naar een Verbeterd Begrip en Management van Publieke Organisaties
Alle landen worden geconfronteerd met keuzes over de rol van overheid en privé-
instellingen. Recentelijk is er in veel landen een beweging om de overheidsautoriteit
te beperken ten gunste van meer privé-invloed. Dit scepticisme over de overheid
,suggereert scherpe verschillen tussen de overheid en privéorganisaties. Er is
voldoende behoefte aan zorgvuldige analyses van deze verschillen en aandacht voor
management in de publieke sector ontstaan.
Dit hoofdstuk benadrukt het centrale thema van deze editie: we staan voor een
dilemma waar we onze legitieme zorgen over de prestaties van publieke organisaties
combineren met het besef dat ze onmisbare rollen vervullen. We moeten hun
effectiviteit verbeteren door belangrijke onderwerpen uit het algemene management
en organisatietheorie te bestuderen en hun toepassing in de publieke sector te
onderzoeken.
Algemeen Management en Publiek Management
De literatuur over organisaties en management moet worden herzien en verklaard,
en in verbinding worden gebracht met onderzoek naar publieke organisaties en
bureaucratie om de prestaties van publieke organisaties te verbeteren. De integratie
van deze twee kennisgebieden vormt een grote uitdaging voor hen die
geïnteresseerd zijn in publiek management.
Onderwijs- en Onderzoeksproblemen
Er is alarmerende bezorgdheid over de opleiding van mensen voor publiek
management ontstaan in de jaren '60. Dit leidde tot de opkomst van
masterprogramma's in publieke administratie. De kritieken op het gebrek aan
diepgaande kennis over publiek management hebben geleid tot bijeenkomsten van
onderzoekers en een netwerk van Public Management Research Conferences.
Ineffectief Publiek Management?
Kritiek op het tekortschieten van publiek management heeft ook geleid tot groeiende
belangstelling voor het veld. Veel bureaucratieën hebben een negatieve invloed op
ons leven. Tegelijkertijd zijn er ook positieve voorbeelden waaruit blijkt dat
overheidsinstellingen beter presteren dan vaak wordt erkend.
Definitie en Conceptueel Kader van Organisaties
Voor de analyse van onderzoek relevant aan publieke organisaties en hun
management moeten we enkele basisconcepten verhelderen. Hoofdstuk 1 biedt een
raamwerk voor deze analyse, waarin we organisaties beschrijven als groepen van
mensen die samen werken om doelen te bereiken door middelen uit de omgeving te
verwerven. Dit perspectief heeft belangrijke implicaties voor het begrijpen van de
effectiviteit van organisaties en de rol van management.
Kernbegrippen
1. Publieke Organisatie (Public Organization):
o Definitie: Een organisatie die publieke diensten levert en wordt
gefinancierd door de overheid.
2. Beleid en Procedures (Policies and Procedures):
, o Definitie: De richtlijnen en regels die organisaties volgen om taken uit
te voeren en doelen te bereiken, vooral in reactie op crises zoals de
Covid-19-pandemie.
3. “Web of Politics”:
o Definitie: De complexiteit van politieke invloeden en interacties die de
werking en besluitvorming binnen overheidsorganisaties beïnvloeden.
4. Samenwerking tussen sectoren (Collaboration between Sectors):
o Definitie: De interactie en samenwerking tussen publieke, private en
non-profit sectoren in de levering van goederen en diensten.
5. Effectiviteit van Publieke Organisaties (Effectiveness of Public
Organizations):
o Definitie: De mate waarin publieke organisaties in staat zijn om hun
doelen te bereiken en hoogwaardige diensten aan de bevolking te
leveren.
HOOFDSTUK 2
BEGRIJPEN VAN DE STUDIE VAN ORGANISATIES: EEN HISTORISCH
OVERZICHT
Grote, complexe organisaties bestaan al vele eeuwen, maar in de afgelopen twee
eeuwen zijn ze enorm toegenomen. Dit hoofdstuk bespreekt belangrijke
ontwikkelingen in het onderzoek en de theorie over organisaties en management. De
analyse van publieke organisaties in dit boek begint met het overzicht in dit
hoofdstuk, dat het generieke thema uit het vorige hoofdstuk illustreert. Belangrijke
bijdragers aan dit vakgebied hebben organisaties en management doorgaans
behandeld als over het algemeen vergelijkbaar in alle contexten, met weinig
onderscheid tussen de publieke en private sector. Deze generieke nadruk heeft grote
waarde en dit boek maakt daar gebruik van. Latere hoofdstukken presenteren bewijs
dat publieke organisaties uniek zijn. Leiders en analisten moeten zich bewust zijn
van de historische ontwikkelingen die in dit hoofdstuk worden samengevat. De review
omvat termen, ideeën en namen die deel uitmaken van het vocabulaire van
management. Leiders in organisaties verwijzen vaak naar Theory X en Theory Y,
span of control en andere concepten die in het overzicht worden behandeld.
Theoretische perspectieven over hoe te organiseren en te managen hebben een
sterke invloed uitgeoefend en zijn beïnvloed door het gedrag van managers en
organisaties. Sommige algemene trends omvatten diepgaande overtuigingen over de
aard van menselijke motivatie en van succesvolle organisaties. De review toont aan
dat managementtheorie en -praktijk zich in de afgelopen twee eeuwen hebben
ontwikkeld. Theoriën over de motieven, waarden en capaciteiten van mensen in
organisaties zijn geëvolueerd, wat op zijn beurt leidde tot aanvullende theorieën over
hoe organisaties eruit moeten zien en zich moeten gedragen in reactie op de
toenemende complexiteit van de contexten waarin ze opereren. Theoriën en praktijk
zijn verschoven van de nadruk op organisaties met sterke gezagsstructuren, zeer
specifieke functie verantwoordelijkheden en strikte controle over de mensen daarin,
naar meer flexibele, adaptieve organisaties met horizontale communicatie en meer
deelname, empowerment en teamwork.
, De Systeemmetafoor
De figuren 1.1 en 1.2 en de bijbehorende definitie van organisatie in Hoofdstuk Eén
weerspiegelen een belangrijk thema van de belangrijkste ontwikkelingen in het veld
van het afgelopen eeuw: hoe het vakgebied is verschoven van vroege (nu als
“klassieke” beschouwde) benaderingen die een enkele gepaste vorm van organisatie
en management benadrukten, naar meer recente benaderingen die deze “beste
manier” conceptie verwerpen. Recente perspectieven benadrukken de
verscheidenheid aan organisatievormen die effectief kunnen zijn onder de
verschillende omstandigheden waarmee organisaties worden geconfronteerd. Deze
trend in de organisatorische analyse put uit de algemene systeembenadering. Deze
theorie ontwikkelde het idee dat er verschillende soorten systemen in de natuur zijn
die veel gemeen hebben. Het analyseren van deze systemen kan, volgens
systeembedenkers, inzichten bieden over diverse entiteiten.
Een systeem is een voortdurend proces dat input omzet in output. De output
beïnvloedt vervolgens de daaropvolgende input in het systeem op een manier die de
voortgang van het proces ondersteunt. Men kan een organisatie beschouwen als een
systeem dat verschillende middelen opneemt en deze transformeert op manieren die
leiden tot het verkrijgen van aanvullende middelen. Systemen hebben subsystemen,
zoals communicatiesystemen of productiesystemen binnen organisaties, en
doorvoeringsprocessen, die sets interne koppelingen in het transformatieproces zijn.
De output van het systeem leidt tot feedback – dat wil zeggen, de invloeden die de
output heeft op de daaropvolgende input. Systeemtheoretici zijn dan ook
verantwoordelijk (of verantwoordelijk) voor het opnemen van termen zoals input en
feedback in ons dagelijks jargon. Managementanalisten hebben systemenconcepten
gebruikt om managementsystemen te onderzoeken.
Een belangrijke trend onder organisatie-theoretici in het afgelopen eeuw is het
onderscheid tussen gesloten systemen en open of adaptieve systemen. Sommige
systemen zijn gesloten voor hun omgeving; de interne processen blijven hetzelfde
ongeacht veranderingen in de omgeving. Een thermostaat is een onderdeel van een
gesloten systeem dat input, in de vorm van kamertemperatuur, omzet in output, in de
vorm van reacties van verwarmings- of airconditioningsunits. Deze outputs geven
feedback op het systeem door de temperatuur van de kamer te veranderen. De
processen van het systeem zijn stabiel en machinaal. Ze reageren consistent op een
geprogrammeerd patroon. Men kan een individu beschouwen als een open of
adaptief systeem. Mensen transformeren hun gedrag om zich aan te passen aan hun
omgeving wanneer er veranderingen zijn waarvoor het systeem niet is
geprogrammeerd. De interne processen van het individu staan dus open voor de
omgeving en kunnen zich aanpassen aan verschuivingen daarin. Sommige
organisatie-theoretici vonden de systeembenadering nuttig als metafoor voor het
beschrijven van de
