5.1
Renaissance
De Kerk moest in de middeleeuwen niks hebben van kennis uit de Oudheid.
Daardoor was veel kennis in Europa verloren gegaan. In Italië was door handel
een welvarende burgerij. De kerk geloofde dat het hiernamaals belangrijker was
dan het leven, de welvarende Noord-Italiaanse burgers geloofden het
tegenovergestelde, net als de Grieken en Romeinen. Hierdoor nam de interesse
in de Oudheid weer toe, ook was de kennis over de Oudheid beter beschikbaar
door de Reconquista. In 1453 werd Constantinopel veroverd door Turken, de rijke
mensen uit de stad vluchtten naar Italië en namen kennis mee.
Ook Griekse en Romeinse bouw- en kunststijlen werden populairder. Dit heet de
Renaissance. Beelden leken echter en gezichten in de kunst hadden meer
emotie.
Bekende kunstenaars waren Michelangelo en Leonardo da Vinci. Zij heten homo
universalis, omdat ze architect, kunstenaar en wetenschapper waren.
Humanisme
Renaissance wetenschappers en kunstenaars keken neer op de middeleeuwen.
Met hun verstand wilden ze verschijnselen verklaren. De nieuwe vorm van
denken die niet rust op de Bijbel, wordt humanisme genoemd, omdat de mens
centraal staat. Humanisten benadrukten de individualiteit en het verstand van de
mens en wilden de wereld verbeteren.
Nederlandse humanist Erasmus maakte een wetenschappelijk correcte
Bijbelvertaling van de Vulgaat, dat is de Latijnse vertaling van de Griekse en
Hebreeuwse teksten. Terwijl Erasmus dit deed, ontdekte hij dat er veel fouten in
de Vulgaat stonden. De regels van de Kerk waren gebaseerd op de Vulgaat, maar
als daar fouten in blijken te zitten, kloppen de regels dan wel?
Humanisten onderzochten ook het fysiek mensbeeld. Hiervoor gebruikten ze
oude theorieën die ze kritisch onderzochten. Arts Vesalius onderzocht het werk
van de Grieks-Romeinse arts Galenus en kwam erachter dat er veel fouten zaten
in zijn werk.
5.2
Wereldbeeld rond 1450
Handel werd rond 1450 steeds internationaler, daardoor waren in die tijd kaarten
best gedetailleerd. Alleen de wereldkaart was dat niet. Toscanelli combineerde
oude kaarten van Ptolemeüs en Strabo met de nieuwe kleinere kaarten en zo
maakte hij een betere wereldkaart. Hoewel die buiten het middellandse
zeegebied nog niet echt betrouwbaar was verbreedde die kaart het wereldbeeld
van de Europeanen aanzienlijk.
, Portugezen gaan voor
Er vond veel handel plaats tussen Arabieren en Noord-Italianen, omdat beide
partijen winst wilden maken, waren de producten in Spanje of Portugal heel duur.
Het zou voordeliger zijn om zelf de producten uit o.a. Azië te halen. Door de
verovering van Constantinopel in 1453 was het voor Europeanen bijna onmogelijk
om door het Ottomaanse rijk te reizen. Portugese prins Hendrik de Zeevaarder
organiseerde ontdekkingsreizen langs Noord-Afrika om een zeeroute naar Azië te
vinden. Ze bezetten veel eilandengroepen die de basis waren voor verdere
zeereizen. Bartolomeus Diaz voer in 1488 om Afrika heen en Vasco da Gama
bereikte in 1498 India. Op de weg daarheen bezetten de Portugezen kustplaatsen
en eilanden en bouwden er forten, ook wel factorijen. Er waren nu dus 2
handelsroutes naar Azië. De Ottomanen hadden de landroute, de Portugezen de
zeeroute.
Spanje volgt Portugal
De Portugezen probeerde hun zeeroute voor zichzelf te houden. In 1492 werd de
laatste Islamitische heerser in Spanje verslagen, waarmee de Reconquista ten
einde kwam. Nu kon ook Spanje zich focussen op ontdekkingstochten. Columbus
had met de kaart van Toscanelli het idee ontwikkeld om via het westen naar Azië
te varen, maar de Portugese koning wilde hem niet steunen. De Spanjaarden wel.
Toen Columbus bij de Caraïben aankwam dacht hij dat hij in Indië was. In 1494
kwam het verdrag van Tordesillas tot stand, hierin werd de Nieuwe Wereld
verdeeld tussen Spanje en Portugal. Amerigo Vespucci ontdekte dat Columbus bij
Zuid-Amerika was.
Ondergang van Azteken en Inca’s
Zuid-Amerika, waar de Azteken en Inca’s woonden was aantrekkelijk voor Europa.
Er was goud, goede handel, goede landbouw en een hoogontwikkelde cultuur. De
Spanjaarden die Zuid-Amerika wilden veroveren heten conquistadores. Hernán
Cortes veroverde in 1519 Zuid-Amerika en van de welvarende cultuur van de
Azteken was niet veel meer over. 10 jaar later veroverde Francisco Pizarro de
Inca’s. Niet alleen de moderne wapens en harnassen, maar ook inheemse volken
die tegen de Azteken en Inca’s waren en Europese ziektes hielpen de
Spanjaarden met hun overwinning.
Spanje koloniseert Amerika
Conquistadores kregen grote stukken land als beloning voor het veroveren van
gebieden. De Indianen werkten als slaven. Dit systeem heet encomienda. De
Spaanse geestelijke De Las Casas was hiertegen. Hij vond dat Afrikanen het
slavenwerk moest doen, omdat zij er aan gewend waren. Dit leidde tot de
Nieuwe Wetten in 1542: als Indianen zich tot het Christendom bekeerden waren
ze volwaardige burgers. Ondanks dit ging de uitbuiting van Indianen door, wel
werden er d.m.v. trans-Atlantische slavenhandel slaven naar Amerika
gevoerd. De baas van een kolonie heette een onderkoning. De samenleving was
ingedeeld in casta’s (rassenscheidingen). Van hoog in de samenleving naar laag
in de samenleving: mensen met 2 Europese ouders, mensen met gemend bloed,
Indianen, slaven. Hoe lager in de rangorde, hoe moeilijker je een baan kreeg en
hoe zwaarder je werd gestraft.