Een samenvatting van alle hoofdstukken, uitgezonderd de uitwendige geschiedenis en personen- en familierecht. De hoofdstukken zijn per nummer samengevat, waardoor het geheel overzichtelijk is als snel iets moet worden gezocht.
Samenvatting Romeins Recht 2013/2014
J.H.A. Lokin, Prota. Vermogensrechtelijke leerstukken aan de hand
van Romeinsrechtelijke teksten, Groningen 2012.
Goederenrecht
A Algemene opmerkingen en begrippen
1 Absolute of volstrekte rechten
Absolute of volstrekte rechten zijn rechten die men niet slechts tegen de partij met wie men heeft
gehandeld, maar ook tegen derden kan inroepen en handhaven. Het absoluut recht onderscheidt zich
van een relatief recht niet hierdoor dat men het kan handhaven tegen de opvolgers onder algemene
titel – dat is bij beide rechten mogelijk – maar dat men het kan handhaven tegen een opvolger onder
bijzondere titel.
2 Kenmerken van een absoluut recht
Of een recht absoluut dan wel relatief is, hangt af van de wijze van zijn ontstaan. Als ik met mijn
buurman afspreek dat ik in zijn tuin mag wandelen en verder wordt hier niets over bepaald, kan ik dit
alleen inroepen tegen de persoon van mijn buurman en zijn opvolgers onder algemene titel. Wil ik dit
ook tegen zijn opvolgers onder bijzondere titel kunnen inroepen, dan had ik een absoluut recht
moeten vestigen.
3 Droit de suite en droit de préférence
Het absolute recht heeft droit de suite ofwel zaaksgevolg. Het recht kan worden gehandhaafd tegen
opvolgers onder bijzondere titel ofwel tegen iedereen die de zaak waarop zijn recht berust onder zich
heeft. Bovendien staat de absoluut gerechtigde bij een faillissement hierbuiten en kan zijn absoluut
recht even sterk doen gelden alsof er geen faillissement was geweest. Dit wordt droit de préférence
genoemd (voorrangsrecht).
4 Opvolging onder bijzondere titel
Bij de Romeinen konden persoonlijke rechten (vorderingen) niet onder bijzondere titel worden
overgedragen. Slechts zakelijke rechten waren voor afzonderlijke overdracht vatbaar en dan nog niet
eens alle zakelijke rechten. Bij een persoonlijk recht zaten volgens de Romeinen twee personen aan
elkaar vastgeklonken als met een ketting: rechtsketen. Deze band kon nooit zonder medewerking
worden losgelaten (dus ook geen zuivere vertegenwoordiging). Een vorderingsrecht was dus geen
zaak, men kan pas spreken van een zakelijk recht indien het voorwerp ervan een stoffelijk object is.
5 Lichamelijke en onlichamelijke zaken
De Romeinen bedoelden met lichamelijke zaken het recht van eigendom met het voorwerp van dat
recht (‘in mijn vermogen bevindt zich het eigendomsrecht van een huis’). Onder onlichamelijke zaken
worden verstaan de vermogensrechten behalve het recht van eigendom.
7 Roerende en onroerende zaken
Het onderscheid tussen roerend en onroerend had in het Romeinse recht minder belang dan
tegenwoordig. Onroerend is de grond en alles wat daarmee duurzaam verbonden is. Roerende zaken
zijn alle zaken die niet onroerend zijn met inbegrip van slaven en dieren.
8 Res mancipi en res nec mancipi
De Romeinen onderscheidden zaken in res mancipi en res nec mancipi. Res mancipi waren de grond
in Italië, slaven, getemde dieren en landelijker erfdienstbaarheid. Alle andere zaken, waaronder grond
buiten Italië en ongetemde dieren zijn res nec mancipi. Res mancipi werden overgedragen door
mancipatio, res nec mancipi door traditio.
9 Vervangbare en onvervangbare zaken
Roerende zaken zijn vervangbaar of onvervangbaar; vervangbare zaken zijn die welke bij getal,
gewicht of maat bepaald worden (soortzaken). Bij vervangbare zaken komt het niet aan op één
bepaald voorwerp, maar ieder voorwerp dat tot dezelfde soort behoort kan dienen om aan de
verplichting tot het geven van soortzaken te voldoen. De al dan niet vervangbaarheid van een zaak
hangt af van de bedoeling der partijen. Het onderscheid komt vooral tot uiting bij het tenietgaan van de
zaak.
, 10 Deelbare en ondeelbare zaken
Zaken zijn slechts deelbaar als deze zo verdeeld kunnen worden dat de aard der delen niet verschilt
van de aard van het geheel; anders gezegd, waarbij de delen wel in omvang, maar niet in
hoedanigheid van het geheel verschillen (bijvoorbeeld geld).
11 Vruchten
Onder vruchten verstaat men de natuurlijke en uit haar aard regelmatig terugkerende opbrengsten van
een zaak. Eigendom van de grond bergt de hangende vruchten in zich.
B Het recht van eigendom
12 Omschrijving van de eigendom; aan de eigenaar opgelegde beperkingen
Terwijl de eigendom in beginsel een onbeperkt recht is, verzet zijn natuur zich er niet tegen dat de
eigenaar bepaalde bevoegdheden worden ontzegd. De Romeinen kenden onder andere beperkingen
op grond van burenrecht, hinder en dreigende instorting. Het eerste voorschrift geeft de afstanden aan
die men bij het bouwen aan de grens van zijn grond in acht moet nemen. Evenals nu was het in Rome
aan de eigenaar niet toegestaan overmatige hinder te veroorzaken. Als derde voorbeeld kon de
eigenaar van het naburige erf bij dreigende instorting een garantie eisen van de eigenaar van de
bouwval dat deze de eventuele schade zou vergoeden.
13 Eigendom van de grond
Eigendom van de grond omvat tevens het genotsrecht van de ruimte boven en beneden het
bodemoppervlak.
14 Mede-eigendom
Het eigendomsrecht kan bij meerdere personen tegelijk berusten. Iedere deelgenoot heeft dan een
eigen recht van mede-eigendom op de hele zaak (onverdeeld aandeel). Draagt men zijn onverdeelde
aandeel in het recht afzonderlijk over, dan verwerft de verkrijger krachtens de nemo plus-regel nooit
meer dan dit aandeel. Over het gehele recht van eigendom zijn de deelgenoten slechts gezamenlijk
beschikkingsbevoegd. Verricht één van hen toch een beschikkingsdaad, dan is deze ongeldig en kan
en zakelijke actie (bijvoorbeeld revindicatie) worden ingesteld.
I Eigendomsverkrijging
15 Oorspronkelijke en afgeleide wijzen van eigendomsverkrijging; nemo plus-regel
Men verkrijgt de eigendom van een zaak door middel van één van de wijzen van
eigendomsverkrijging. Bij de afgeleide wijzen komt éénzelfde recht achtereenvolgens aan meer
rechtssubjecten toe. Niemand kan meer rechten op een ander overdragen dan hij zelf heeft: dit wordt
de nemo plus-regel genoemd.
16 Oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging; toe-eigening
Onder de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging valt allereerst toe-eigening of occupatio. Dit
geschiedt door de inbezitneming van een voorwerp dat geen eigenaar heeft, een res nullius. Het is
mogelijk dat de res nullius reeds het voorwerp van eigendom zijn geweest, maar dat de vorige
eigenaar zijn eigendom heeft prijsgegeven.
17 Schatvinding
Aan toe-eigening is verwant de verwerving van een gevonden schat. Een schat is weggelegd geld
waaraan men geen herinnering meer heeft, zodat het geen eigenaar meer heeft (aldus Paulus).
18 Natrekking
Aan onroerende zaken heeft natrekking onder meer plaats door aanslibbing aan de rivieroever. Ook
heeft natrekking aan de grond plaats door het bouwen met stoffen die niet aan de grondeigenaar
toebehoren. Natrekking aan een roerende zaak geschiedt, wanneer een andere roerende zaak zich
daaraan zodanig vastbindt dat zij ophoudt een zelfstandig bestaan te voeren en bestanddeel van de
hoofdzaak wordt.
19 Vermenging
Wanneer twee hoeveelheden soortzaken van verschillende eigenaren zodanig worden vermengd dat
zij niet meer te scheiden zijn, verkrijgen beide eigenaren op het geheel een recht van mede-
eigendom. Deze wijze van eigendomsverkrijging wordt mede-eigendom genoemd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dylmet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.