PEDAGOGISCHE VRAAGSTUKKEN ROND POLARISATIE
COLLEGE: SCHEIDSLIJNEN IN DE NEDERLANDSE SAMENLEVING
Polarisatie = de vorming van tegenstelling, oftewel andere opvattingen
De politiek wordt sinds de eeuwwisseling (2000) steeds meer gekenmerkt door
polarisatie. In het politiek debat wordt er steeds meer gekeken naar verschillen
dan overeenkomsten. Voor het jaar 2000 werd de politiek gekenmerkt door het
poldermodel.
In het poldermodel werd er geprobeerd om vooral naar overeenkomsten te
kijken. Niet focussen op tegengestelde belangen maar juist zoeken naar
een compromis, of iets wat verbind. ‘’Verschillende groepen kunnen
verschillende belangen hebben maar hebben elkaar uiteindelijk nodig om
tot een bepaalde oplossing te komen.’’
Rond het jaar 2000 (opkomst Pim Fortuyn) veranderde dat. Dankzij bepaalde
veranderingen (VB. 9/11) kwam er een politiek debat rond bepaalde
vraagstukken. Dit soort evenementen worden focusing events genoemd.
Focusing events: ingrijpende, plotselinge gebeurtenissen die het debat
over een onderwerp sterk aanwakkeren (VB. moord Theo van Gogh /
moord Pim Fortuyn)
Rond 2000 werd poldermodel ingeruild door politiek die meer de tegengestelde
belangen benadrukt. Polarisatie begint een wetenschappelijk debat te worden.
Is er een tweedeling in NL?
Opleidingsniveau zorgt voor verschillende inkomsten, cultureel kapitaal
(kennis), verschil in gezondheid, huisvesting
Praktische groep = minder financiële middelen, minder kennis, meer roken
& drinken, slechter huis (huurhuis), meer depressies
Theoretische groep = meer financiële middelen, meer kennis, minder
roken & drinken, beter huis (koophuis) , minder depressies
Jong & Oud (jongeren meer mogelijkheden dan ouderen vroeger?)
Mensen met en zonder migratieachtergrond (tegenstellingen zijn groot)
VB. andere scheidslijnen ; man/vrouw, links/rechts,
gevaccineerd/ongevaccineerd
Van onderscheid naar scheidslijn
Dimensies:
1. Differentiatie (objectieve verschillen; feitelijke verschillen)
2. Identificatie (mate van identificatie met onderscheiden groepen) (tot welke
groep behoor ik?)
3. Representatie (mate van representatie van onderscheid tussen groepen in
de media)
Er zijn 3 manieren waarop groepen gerepresenteerd kunnen worden in de
media
- Verhulling (onderrepresentatie ; verschillen mogen of kunnen niet
worden benoemd)
- Correspondentie (fit tussen representatie en werkelijkheid)
- Overdeterminering (over-representatie; wij tegen zij)
‘’Hoe hoger een onderscheid tussen groepen scoort op deze dimensies, hoe meer
reden er is om te spreken van een scheidslijn’’
!!! In de jaren 50 en zestig van de vorige eeuw was er sprake van verschillen, er
was namelijk sprake van verzuiling. Dit leidde echter niet tot een grote
,polarisatie. Ieder had zijn eigen organisatie, er was nauwelijks contact tussen de
verschillende groepen en aangetroffen verschillen gezien werden als een god
gegeven verschil. Dit laat zien hoe er werd gekeken naar maatschappelijke
verschillen.
Wat is er eigenlijk mis met maatschappelijke scheidslijnen?
Er is een principieel bezwaar: het bestaan van maatschappelijke scheidslijnen is
in strijd met ultieme waarden (gelijkheid en vrijheid) (scheidslijnen betekenen
ongelijkheid & scheidslijnen beperken de vrijheid) (scheidslijnen is onwenselijk
want het vergroot de verschillen)
Het heeft negatieve consequenties: het bestaan van maatschappelijke
scheidslijnen zorgt ervoor dat het land uit elkaar valt (corrosie van de
maatschappelijke cohesie ; verlies van solidariteit en verbondenheid,
wantrouwen en conflict)
Onderwijssegregatie
Onderwijssegregatie is een gevaar voor: sociale cohesie (sociologische
perspectief) en gelijke kansen (pedagogisch perspectief)
ARTIKEL: POLARISEERT NL? ONTWIKKELINGEN IN POLITIEK-CULTURELE
TEGENSTELLINGEN (DEKKER)
Sinds de moord op Pim Fortuyn in 2002 zijn er verschillen in en betrokkenheid bij
de politiek geopenbaard. Mensen durven zich krachtiger uit te spreken tegenover
de gevestigde orde.
Polarisatie = een multidimensionaal begrip en heeft drie betekenissen
1. Een toenemende verdeeldheid in de hele bevolking
2. Toenemende verschillen in gemiddelde posities van bevolkingsgroepen
3. Sterker wordende samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen
Belangrijkste bevindingen
Er wordt gesteld dat er geen brede polarisatietrend is in Nederland, maar dat er
wel redenen tot zorg zijn door de opkomst van nieuwe politiek-culturele
scheidslijnen. De belangrijkste bevindingen zijn:
1. Bevolking verdeeld?
Er is geen algehele polarisatie. Er zijn wel enkele voorbeelden van
polarisatie (VB. houding tegenover Europa), maar ook depolarisatie (zoals
bij euthanasie) en dubbelzinnige trends (zoals de afname van extremen,
maar toename van blokkering langs de links-rechtslijn).
2. Grotere verschillen tussen bevolkingsgroepen?
Niet op grote schaal, maar er zijn enkele opvallende trends, zoals meer
polarisatie tussen mannen en vrouwen (vrouwen verschoven naar links) en
tussen lager- en hogeropgeleiden (lageropgeleiden verschoven naar
rechts) op bepaalde kwesties (VB. inkomensnivellering en de EU).
3. Verhouding politieke voorkeuren en zelfvertrouwen?
Er is geen duidelijke toename van deze samenhang, maar
globaliseringsthema’s vertonen wel een sterke relatie met politiek
zelfvertrouwen. Dit kan leiden tot een bredere politiek-culturele
tegenstelling.
4. Meer tegenstellingen?
, Er is geen groeiende polarisatie tussen politieke partijen, maar wel meer
gevoel van tegenstelling tussen sociale groepen, vooral bij nieuwe
kwesties zoals de EU en multiculturalisme.
Nieuwe politieke strijdpunten
De houding tegenover de Europese eenwording en de multiculturele samenleving
laten een toegenomen polarisatie zien, vooral tussen hoger- en lageropgeleiden.
De afname van vertrouwen in de politiek bij lageropgeleiden en het toenemende
vertrouwen bij hogeropgeleiden kan een nieuwe scheidslijn creëren.
Nieuwe scheidslijnen
Er is potentie voor een nieuwe politieke scheidslijn, vooral tussen
hogeropgeleiden, die pro-EU en politiek optimistisch zijn, en lageropgeleiden, die
vaak meer kritisch staan tegenover Europa en de politiek. Deze kloof kan in de
toekomst leiden tot meer polarisatie.
Kortom, er is geen alomtegenwoordige polarisatie (polarisatie is op alle niveaus
van de samenleving of in alle relevante domeinen zichtbaar), maar wel tekenen
van potentiële polarisatie rond nieuwe kwesties, zoals globalisering en
generatieverschillen. Op dit moment is dus polarisatie niet overal zichtbaar of
voelbaar, maar er zijn wel potentiële scheidslijnen die in de toekomst mogelijk
sterker kunnen worden.
ARTIKEL: CULTUREEL-ETNISCHE SEGREGATIE IN HET ONDERWIJS:
ACHTERGRONDEN, OORZAKEN EN WAAROM TE BESTRIJDEN (BAKKER)
Schoolsegregatie: de achtergronden
In veel westerse landen speelt etnische segregatie een belangrijke rol in de
bredere sociaal-economische ongelijkheid.
In de VS vindt onderwijssegregatie plaats tussen: de Europees-
Amerikaanse en de Afrikaans-Amerikaanse bevolkingsgroep. De segregatie
werd na de uitspraak in de zaak Brown versus Board of Education (1954)
officieel beëindigd, maar het probleem van segregatie bestaat tot op
heden en is in de laatste decennia zelfs versterkt.
Ook in Europa is er onderwijssegregatie, die is anders dan in de VS. De
komst van grote migrantenstromen in de jaren 60 en 70 heeft voor sociaal-
economische segregatie gezorgd. De migranten vestigden zich vaak in
achterstandswijken, waar etnische minderheden geconcentreerd waren.
Dit leidde tot een toename van segregatie in zowel de samenleving als het
onderwijs.
De discussie over segregatie vs. integratie in het onderwijs is complex. Aan de
ene kant kan segregatie van etnische minderheden in onderwijsinstellingen
bijdragen aan het behoud van culturele identiteit, maar aan de andere kant kan
het etnocentrisme bevorderen en de integratie in een bredere multiculturele
samenleving belemmeren.
Schoolsegregatie: de oorzaken en hoe te bestrijden
De cultureel-etnische segregatie van het onderwijs kent drie hoofdoorzaken:
1. Kenmerken van het onderwijssysteem
(1)Onder meer door het bestaan van verschillende soorten scholen:
publiek vs. private scholen en openbare vs. bijzondere scholen
(confessionele en alternatieve scholen)
, VB. kinderen van welgestelde ouders gaan vaak naar privé-scholen, dit
leidt dat er meer etnische minderheden op openbare scholen zitten. Dit
versterkt segregatie.
(2)een andere belangrijk kenmerk wat segregatie versterkt, is de mate van
differentiatie in het onderwijs. Hoe meer differentiatie (VB. vroegtijdige
selectie/niveaus), hoe meer segregatie in het onderwijs.
Beleidsmaatregelen:
(1)Onderwijsbeleid ; er moet focus liggen op meer inclusieve en gelijke
onderwijsstructuren, waarbij je gebruik maakt van late selectie en het
onderwijs minder geclusterd wordt naar sociaal-economische of etnische
afkomst.
(2)Wettelijke maatregelen voor acceptatie ; VB. wetten die verplichten dat
scholen leerlingen met verschillende etnische achtergronden accepteren
2. Ruimtelijke of residentiële segregatie
In grote steden zijn er vaak wijken met een hoge concentratie van etnische
minderheden, bijvoorbeeld met een Marokkaanse achtergrond. De
kinderen van deze bewoners gaan vaak naar scholen in de buurt. Die
scholen zijn dan etnisch homogeen, en je komt dan niet in contact met
andere culturen, wat segregatie in het onderwijs vergroot.
Beleidsmaatregelen:
(1)Stimuleren van gemengde wijken ; woonwijken meer gemengd te
maken (VB. een paar sociaal huurwoningen in een nieuwbouwwijk)
(2)Onderwijs in gemengde wijken
(3)Stedenbouwkundig beleid ; bevorderen van sociaal-economische en
culturele integratie
3. Schoolkeuzegedrag van ouders
In landen waar ouders vrije schoolkeuze hebben, kiezen ouders vaak een
school in de buurt. Hierbij gaan kinderen naar een school van hun eigen
etniciteit. Dit komt deels door de voorkeur van ouders voor scholen die
aansluiten bij hun eigen sociale en culturele achtergrond. De segregatie
wordt hierdoor versterkt.
Beleidsmaatregelen:
(1)Controlled choice-beleid ; de overheid stuurt het schoolkeuzegedrag van
ouders > zorgt voor gemengde leerlingenpopulatie
(2)Schoolinitiatieven ; scholen kunnen zelf maatregelen nemen om een
meer diverse leerlingenpopulatie aan te trekken
Schoolsegregatie: waarom eigenlijk te bestrijden?
Schoolsegregatie is al lang een debat en heeft vooral aandacht gekregen na het
historische vonnis in de zaak Brown vs. Board of Education in 1954. Dit vonnis
stelde de basis voor de veronderstelling dat schoolsegregatie nadelig is voor
leerlingen, met name voor de sociaal-economisch achtergestelde groepen, en dat
gemengde scholen het potentieel hebben om leerprestaties en interetnische
relaties te verbeteren.
De belangrijkste argumenten voor het bestrijden van schoolsegregatie
1. Gelijke onderwijskansen ; gescheiden scholen bieden niet dezelfde
onderwijskansen. Kinderen uit sociaal-economische kwetsbare groepen
hebben hierdoor minder mogelijkheden om te slagen op gescheiden
scholen.