follikelcellen van de rijpe follikels primordiale follikels: voorloperscellen van latere eicellen omgeven door enkele laag follikelcellen. als
maken oestrogenen, die voor de baby 1-2 miljoen, bij puberteit 400.000.
sec. gesl. ken. zorgen: FSH zorgt voor geactiveerde follikels, paar ondergaan meiose, vaak een dominante die door LH de
1. groter worden uitwendige eisprong ondergaat (blijft omhuld door follikelcellen (corona radiata). andere verschrompelen.
geslachtsdelen elke maand ovariële cyclus. oorzaak buikpijn onbekend, wss door uitrekking eierstok.
2. ontwikkeling borsten, wanneer 'gesprongen' eicel bevrucht wordt wordt als snel de tweede meiotische deling gemaakt
3. krijgen van schaamhaar waarbij zygote van 46 chromosomen ontstaat. eicel groot, kan embryo een poos voeden
4. toename vetweefsel
5. wijder worden bekken
6. menstruatie EICELPRODUCTIE
HORMOONPRODUCTIE
(DOOR EIERSTOKKEN)
FUNCTIES MENSTRATIE
XX, zonder (gevoeligheid voor) testosteron ontstaan vrouwelijke gesl. organen. (geen CYCLUS
eierstokken!).
eerste teken puberteit: groter worden klierweefsel in borsten, de menarche treed 2
jaar later op.
op 20 jarige leeftijd het vruchtbaarst, daarna daling functie eierstokken. de HET FSH en LH sturen productie oestrogenen en progesteron eierstokken aan. fases
oestrogeen productie daalt en eisprong wordt onregelmatiger en de menstruatie VROUWELIJK menstruatiecyclus zijn:
korter. --> overgang.
jaar niet meer gemenstrueerd? --> menopauze
GESLACHTS- 1. menstruatiefase (0-4) - dikke baarmoederslijmvlies wordt afgebroken. gem.
50-150 ml bloed. o.i.v FSH beginnen follikels meer oestrogenen te produceren.
wanneer eierstokken niet meer gestimuleerd worden, beginnen geslachtorganen te ORGAAN 2. proliferatiefase (5-14) -stimuleert door stijgend oestrogeengehalte,
verschrompelen (vagina wordt droog en vaker infecties, prikkelbaarder voor bloedvoorziening baarm.slijmvl. -> dikker.
stemmingswisselingen, warmte-zweetaanvallen).
3. secretiefase (15-28) - na eisprong produceert gele lichaam progesteron voor
na menopauze stijgt het cholesterolgehalte door verlies oestrogenen en botmassa
verdere ontwikkeling en groei baarm.slijmvl.
neemt af
ONTWIKKELING
geen bevruchting? gele lichaam verschrompelt --> progesterongehalte neemt
(-> meer kans op hart- en vaatziekten en botbreuken) ANATOMIE af --> bmslijmv. stoot af.
UITWENDIGE INWENDIGE
H15 GESACHTSDELEN/ BORSTKLIEREN
GESLACHTSDELEN
VULVA
Eierstokken (ovaria)
vanusheuvel (mons pubis)--- verdikt gebied, bij beide geslachten, alleen bij vrouwen actief. alleen aan beide zijde baarmoeder, vast aan ligamenten
overdekt het schaambeen, met schaamhaar belangrijk bij voortplanting vol met follikels: een onrijpe eicel omgeven door vocht en follikelcellen die eicel
bedekt. daaronder de: tijdens puberteit neemt grootte toe door hormonen (vooral beschermd en voedt.
buitenste schaamlippen (libia majora) --- oestrogenen), liggen voor de borstspieren. o.i.v FSH groeit follikel en krijgt meer vocht. eicel rijpt verder uit
ook bedekt met schaamhaar bij de tepelhof (areola) steekt de tepel uit, zijn beide Graafse follikel: uitgegroeid, barst o.i.v LH open: eisprong/ovulatie. rest follikel ->
binnenste schaamlippen (labia minora) --- gevoelig en daar bevinden de klieren van Montgomery (-> gele lichaam (corpus luteum).
onbehaard bobbels, maken vettige afscheiding om soepel te houden). Eileiders
vestibulum (,, vaginae) --- tussen binnenste na geboorte maken borsten uit bloed het moedermelk. borst 10 cm lang, van eierstok naar baarmoeder. de wrijfende uiteinden 'trechter met
schaamlippen, bevindt de top van de bestaat uit gem. 9 lobben met daarin melkklieren met fimbriae' omgeven de eierstok deels en maken hierdoor vloeistofstroom aan
clitoris --- gevoelig met veel zenuwweefsel. 10/100 melkanaaltjes die uitkomen in de tepel. ze bestaat waardoor eicel in eileider drijft. in eileider wordt eicel door peristalstiek en
inwendig lopen zwellichamen van de clitoris uit een verzamelholte (lobulus) met daaromheen melk trilhaartjes naar baarmoeder vervoerd in 3 a 4 dagen.
aan weerzijden langs de urinebuis en de producerende cellen (alveolaire klieren) met daaromheen Baarmoeder (uterus)
vagina, zwellen op bij opwinding spiercellen die samentrekken door het hormoon oxytocine. ligt aan ligamenten in bekken tussen blaas en rectum, zet uit bij zwangerschap.
klieren van Bartholin --- aan weerzijden rest borst bestaat uit steunweefsel en vetweefsel, baarmoedermond (cervix) mond uit in vagina. heeft een endo (slijmvlies), myo
vaginaopening. scheidt vocht uit wat werkt hoeveelheid melk alleen afhankelijk van hoeveelheid (glad spierweefsel) en perimetrium (bindweefselvlies)
als glijmiddel, perineum: deel tussen vagina melkklierweefsel. Vagina
en anus gespierd, elastisch en 8/10 cm lang, ligt tussen blaas en rectum. geboortekanaal
baby & afvoerruimte menstruatiebloed. maagdenvlies houd vagina afgesloten.