DSM = Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorders. Dit is een classificatiesysteem
voor psychiatrische stoornissen
Diagnostiek = Verwijst naar het doel die gesteld wordt om tot een classificering te
komen.
- Doel = Clinici helpen bij classificeren van psychische stoornissen.
Het is een samenvatting van de symptomen, zegt niets over de oorzaak of theorie.
Classificatie zorgt ervoor dat de complexiteit van iemands geestelijke gezondheid
gereduceerd wordt tot een simpel label. Mensen met psychische problemen kunnen
veel verschillende symptomen en ervaringen hebben, zelf als ze dezelfde diagnose
krijgen. Er gaat bij een diagnose informatie verloren over de unieke kenmerken van elk
individu.
Kritiek op het classificatiesysteem:
- Ongevraagd label: Mensen die er niet tevreden mee zijn om een label te krijgen.
- ‘Afsprakenboek’ criteria weinig verband met oorzaak of prognose.
- Niet alle klachten ‘te vangen’.
- Perverse prikkel: Zonder diagnose geen betaling.
- Keuzemenu (300 stoornissen), meer diagnosen gesteld dan nodig.
- Valse epidemieën door verandering classificatie. Doordat twee stoornissen bij
elkaar komen of dat de voorwaarden voor een stoornis veranderen.
- Eindstadium? Proces?
- Classificatie bij laagbegaafden is lastig.
- Onvoldoende ruimte voor cultuurverschillen, maar dit is verbeterd in DSM-5.
Klachten of symptomen ≠ stoornis!
Wanneer spreek je van een stoornis volgens de DSM?
Stoornis:
- Syndroom van klinisch significante symptomen op gebied van cognitie,
emotieregulatie of het gedrag.
- Klachten langer dan gegeven tijdsduur.
- Uiting van een dysfunctie in een psychologisch, biologisch of
ontwikkelingsproces.
- Significante lijdensdruk.
- Beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren.
- Niet te verklaren door middelen of somatiek.
Geen stoornis wanneer:
- Een geaccepteerde relatie op een veelvoorkomende stressor of verlies.
- Sociaal afwijkend gedrag (politiek, religieus of seksueel).
, 3
Obsessief Compulsieve Stoornis (OCD)
A. Aanwezigheid van obsessies (dwanggedachten), (of) compulsies
(dwanghandelingen) of beide.
Obsessies worden gedefinieerd door (1) en (2):
1. Recidiverende en persisterende gedachten, impulsen of voorstellingen, die
gedurende bepaalde momenten van de stoornis als intrusief (opgedrongen) en
ongewenst worden ervaren en bij de meeste betrokkenen duidelijke angst of
lijdensdruk veroorzaken.
2. De betrokkene probeert deze gedachten, impulsen of voorstellingen te negeren of
te onderdrukken, of deze te neutraliseren met een andere gedachte of handeling
(bijvoorbeeld een compulsie).
Compulsies worden gedefinieerd door (1) en (2):
1. Repetitieve handelingen (bijvoorbeeld handen wassen, ordenen, controleren) of
psychische activiteiten (bijvoorbeeld bidden, tellen, in gedachten woorden
herhalen) waartoe betrokkende zich gedwongen voelt in reactie op een obsessie
of volgens regels die rigide moeten worden toegepast.
2. De handelingen of psychische activiteiten zijn gericht op het voorkomen of
verminderen van de angst of de lijdensdruk, of op het voorkomen van een
bepaalde gevreesde gebeurtenis of situatie; deze handelingen of psychische
activiteiten hebben echter geen reëel verband met datgene wat daardoor moet
worden geneutraliseerd of voorkomen, of zijn duidelijk excessief.
B. De obsessies of compulsies zijn tijdrovend (bv meer dan 1 uur per dag) of
veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.
C. De obsessieve-compulsieve symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan
de fysiologische eZecten van een middel (zoals drugs of medicatie) of aan een
andere somatische oorzaak.
D. De stoornis kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere
psychische stoornis. Bijvoorbeeld zich overmatig zorgen maken bij de
gegeneraliseerde angststoornis; preoccupatie met het uiterlijk bij de
morfodysfore stoornis; moeite met wegdoen of afstand doen van bezittingen bij
de verzamelstoornis etc.
Onderdelen classificatie DSM-V:
A = Symptomen en tijdsduur.
B = Lijdensdruk en functionele beperking.
C = Niet toe te schrijven aan middelen of somatische aandoening.
D = Niet door andere stoornis verklaard (alternatieven en comorbiditeiten onderzoeken).
, 4
Specificeer indien:
- Met goed of redelijk realiteitsbesef: De betrokkene erkent dat de opvattingen die
horen bij de obsessieve-compulsieve stoornis, zeker of waarschijnlijk niet waar
zijn.
- Met gering realiteitsbesef: De betrokkene is van mening dat de opvattingen die
horen bij de stoornis, waarschijnlijk waar zijn.
- Met ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen: De betrokkene is er volledig
van overtuigd dat de opvattingen die horen bij de obsessieve-compulsieve
stoornis, waar zijn.
- Tic gerelateerd? De betrokkene heeft een actuele tic stoornis of tic stoornis in de
voorgeschiedenis.
Onderdelen classificatie in DSM-V
De classificatie bevat minimaal 3 elementen:
1. Klinische syndromen, persoonlijkheidsproblematiek en medische aandoeningen.
2. Psychosociale stressoren – Andere problemen die een reden voor zorg kunnen
zijn.
3. Niveau van functioneren.
Verschil met voorgaande edities: Dimensies in plaats van subtypes. Grenzen van
categorieën en stoornissen zijn minder strikt dan eerder werd aangenomen. Ruimte voor
specificaties op ernst, aard en beloop.
Classificatie omvat persoon en context
Persoon:
- Cognitie.
- Waarneming.
- Bewustzijn.
- Gevoel en verlangen.
- Expressie en motoriek.
- Zelfbeleving.
- Omgevingsfactoren
- Fysiek welbevinden.
DSM als onderdeel van het diagnostisch proces
1. Aanvraag.
2. Intake.
3. Psychodiagnostisch onderzoek.
4. Structuurdiagnose en classificatie DSM.
5. Indicatiestelling.
Structuurdiagnose = Leidt tot indicatie en behandelplan en omvat beschrijvende en
verklarende statistiek.
- Nauwkeurige voorgeschiedenis.
- Hypothese over ontstaansvoorwaarde en ontstaanswijze.
- Samenvatting van predisponerende, luxerende, beschermende en in
standhoudende factoren.
- Persoonlijkheidsontwikkeling.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mathildevanpoppel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,30. Je zit daarna nergens aan vast.