Samenvatting geschiedenis van de psychologie
Introduction: Studying the History of Psychology
Het bestuderen van de geschiedenis van de psychologie is belangrijk omdat het studenten
helpt om de moderne psychologie beter te begrijpen door inzicht te geven in de context en
ontwikkeling van ideeën en methoden binnen het vakgebied. Er zijn drie belangrijke
redenen voor:
1. Historische studie biedt inzicht in de basis van de psychologie, zoals gegevens,
experimenten, methoden, theorieën en feiten. Het begrijpen van de ontwikkeling van
deze elementen binnen hun specifieke contexten helpt studenten om de huidige
psychologie beter te doorgronden.
2. Contextualisering van vroegere ideeën helpt ons om huidige psychologische
bevindingen met meer nuance te evalueren. Ideeën die destijds logisch leken, zoals
Descartes’ theorie over "geesten" die door de zenuwen stroomden, kunnen ons leren
om vroegere theorieën kritisch te beoordelen, zonder ze direct af te wijzen. Het laat
ook zien dat de invloeden die psychologie in het verleden vormden, ook vandaag nog
relevant zijn.
3. Reflexiviteit in de psychologie benadrukt het belang van zelfbewustzijn in het
vakgebied. Reflexiviteit verwijst naar het vermogen van mensen om bewust na te
denken over hun eigen activiteiten (Reflexiviteit betekent dat psychologen zich bewust
zijn van hoe hun eigen denken en ervaringen invloed kunnen hebben op de manier
waarop ze onderzoek doen en theorieën ontwikkelen) Dit vermogen is essentieel in
psychologische theorieën en helpt bij het begrijpen van hoe deze theorieën onze
zelfperceptie kunnen veranderen (Het gaat om het erkennen dat de psychologische
theorieën die zij ontwikkelen, ook terugwerken op hoe mensen zichzelf en anderen
begrijpen. Met andere woorden, de theorieën beïnvloeden onze zelfperceptie en hoe
we naar de wereld kijken). Dit concept is belangrijk in de ontwikkeling van moderne
psychologie, voortbouwend op filosofische debatten over zelfbewustzijn.
De historische studie van de psychologie helpt ons te begrijpen hoe zelfbegrip en
zelfbewustzijn in de loop van de tijd zijn veranderd. Psychologen hebben verschillende
theorieën ontwikkeld over hoe mensen zichzelf en hun gedrag begrijpen, en deze opvattingen
zijn door de tijd heen geëvolueerd. Dit proces wordt belicht door het bestuderen van de
geschiedenis van psychologie.
The history of psychology has a history
• Belang van historische studie:
- Psychologen hebben sinds het ontstaan van de psychologie interesse gehad in
het bestuderen en documenteren van hun eigen geschiedenis.
• Eerste Amerikaanse teksten:
- Founders of Modern Psychology (1912) door G. Stanley Hall, beschreef zes
mannen als de 'grondleggers' van de moderne psychologie.
, - A History of Experimental Psychology (1929) door Edwin G. Boring, had als
doel de psychologie te versterken als een op experimenten gebaseerde
wetenschap.
• Edwin G. Boring's bijdrage:
- Hij wilde de status van psychologie na de Eerste Wereldoorlog versterken door
te focussen op wetenschappelijke eminentie.
- Boring onderzocht waarom bepaalde psychologen prominente figuren in de
geschiedenis werden.
• Robert I. Watson's invloed:
- Watson speelde een cruciale rol bij het vestigen van de geschiedenis van de
psychologie als erkend deelgebied.
- Hij richtte in 1965 een speciale divisie op binnen de APA voor de geschiedenis
van de psychologie.
- In 1967 hielp hij bij het opzetten van het eerste graduate programma voor de
geschiedenis van de psychologie.
• Cheiron en internationale erkenning:
- Watson organiseerde met Josef Brožek een zomerinstituut, wat leidde tot de
oprichting van Cheiron: The International Society for the History of the Social
and Behavioral Sciences.
- In de jaren '70 en '80 kreeg de geschiedenis van de psychologie erkenning in
Canada en Europa.
• Huidige status:
- Tegenwoordig zijn er wereldwijd gemeenschappen van geleerden die de
geschiedenis van de psychologie bestuderen en publiceren in gespecialiseerde
tijdschriften en conferenties.
Ways to study the past
• Historiografie:
- Verwijst naar de theorie, geschiedenis, methoden en veronderstellingen over het
schrijven van geschiedenis, evenals naar de verzameling van historisch werk
over een specifiek onderwerp, zoals de uitgebreide literatuur over Freud.
- Vierende benadering: Positieve vooringenomenheid van de historicus, met een
neiging om prestaties niet te bekritiseren.
- Kritische benadering: Een andere set veronderstellingen, die vaak meer kritisch
en analytisch is.
- Persoonlijke perspectieven van historici kunnen de interpretatie van historische
gebeurtenissen en figuren beïnvloeden.
, • Benaderingen van historici:
- Internalisme: Focus op de ontwikkeling van grote ideeën en interne factoren
binnen een vakgebied, zoals intellectuele en theoretische ontwikkelingen.
- Externalisme: Focus op externe factoren, zoals sociale en politieke contexten,
die invloed hebben gehad op een vakgebied.
- Great Man-benadering: Geschiedenis wordt verteld door de bijdragen van
eminente personen, vaak zonder rekening te houden met externe factoren.
- Zeitgeist-benadering: Houdt rekening met de invloed van de 'geest van de tijd'
op de historische betekenis van een persoon.
• Balans in benaderingen:
- Het boek streeft naar een balans door psychologische ideeën en toepassingen te
presenteren in de context van de individuele levens en tijden van degenen die ze
hebben ontwikkeld.
- Individuele levens zijn belangrijk, maar een rijke contextuele kijk is nodig om
te begrijpen hoe ideeën zich ontwikkelen door de tijd en op verschillende
plaatsen.
• Diepere verkenning van context:
- Historische gebeurtenissen en ideeën moeten niet alleen worden gepresenteerd
met verwijzingen naar hun grondleggers, maar ook in de context van hun
persoonlijke en sociale omstandigheden.
- Voorbeeld: Gustav Fechner's psychofysische wetten moeten worden begrepen
in de context van zijn persoonlijke crisis en zijn visie op de harmonie tussen de
fysieke en spirituele werelden.
• Presentisme:
- Een benadering waarbij historici het verleden vanuit het standpunt van het
heden beschouwen, en huidige omstandigheden verklaren door te laten zien hoe
verkeerde a annames in het verleden zijn overwonnen. Dit leidt tot het idee dat
we nu superieure kennis en wijsheid hebben.
• Historisme:
- Probeert het verleden te reconstrueren zoals het toen werd ervaren, zonder
invloed van latere kennis. Het richt zich op het begrijpen van het verleden in
zijn eigen context.
• Sophisticated Presentisme:
- Een mengvorm van presentisme en historisme, erkent dat het verleden niet
zonder invloed van het heden kan worden bekeken en is bedoeld om zaken te
begrijpen, niet om te bepalen wat beter of slechter is.
, • Kritiek op traditioneel presentisme:
- In de late jaren 1960 bekritiseerde Robert M. Young de geschiedenissen van de
psychologie omdat ze te veel leunden op presentisme, waarbij de focus lag op
grote mannen, grote ideeën en belangrijke data.
- Laurel Furumoto introduceerde in de late jaren 1980 de "nieuwe geschiedenis
van de psychologie," die verder ging dan ceremoniële of vierende
geschiedenissen.
• Nieuwe, kritische geschiedenissen:
- Deze benaderingen zijn meer contextueel en historicistisch dan traditionele
geschiedenissen.
- Ze maken gebruik van archiefmateriaal en primaire documenten om de
nauwkeurigheid van overgeleverde verhalen te controleren, die vaak
oversimplificeerd of misleidend bleken te zijn, zoals beschreven door Franz
Samelson in zijn concept van het "oorsprongsmytheproces (origin myth
process).”
• Inclusiviteit en diversiteit:
- De nieuwe geschiedenis is meer inclusief en houdt rekening met de bijdragen
van gemarginaliseerde groepen, in tegenstelling tot de traditionele focus op
"grote mannen," die meestal blanke mannen waren.
- Het benadrukt hoe wetenschappelijke theorieën over geslacht en ras vaak
sociale overtuigingen en aannames reflecteerden, en hoe deze processen
bepaalden wiens bijdragen aan de psychologie als belangrijk werden
beschouwd en wiens niet.
• Uitgangspunt voor geschiedenis:
- Historici van de psychologie staan voor de vraag wanneer ze hun geschiedenis
moeten laten beginnen, wat een belangrijke maar uitdagende beslissing is.
• Ebbinghaus' uitspraak:
- Hermann Ebbinghaus stelde dat psychologie een "lanverleden heeft, maar
slechts een korte geschiedenis". Hij bedoelde dat de moderne experimentele
psychologie pas in de 19e eeuw begon, terwijl psychologische ideeën en
filosofische theorieën veel verder teruggaan in de oudheid.
• Debat onder historici:
- Er is discussie over de vraag of de lange geschiedenis van psychologische
ideeën doorloopt in de kortere geschiedenis van de wetenschappelijke
psychologie. Dit leidt tot het continuïteit-discontinuïteit debat.
- Continuïteit: Sommige psychologische concepten, zoals geheugen, hebben min
of meer stabiele betekenissen behouden door de tijd heen.
- Discontinuïteit: Andere concepten, zoals IQ en moderne ideeën over emoties en
persoonlijkheid, hebben geen oude voorlopers en zijn relatief nieuw.