Book 2. Cognitive Behavior
Therapy, Basics and Beyond.
(Beck. J.)
chapters 1-3-7 and 12-13-14-15-17-18
Chapter 1 - Introduction to
Cognitive Behavior Therapy
What is cognitive behavior therapy (CBT)?
In de jaren 60 vond er een revolutie plaats in de geestelijke gezondheidszorg dankzij Aaron T. Beck. Hij
identificeerde vertekende, negatieve cognities - voornamelijk gedachten en overtuigingen - als een belangrijk
kenmerk van depressie en ontwikkelde een kortdurende behandeling. Eén van de primaire doelen was het
toetsen van de realiteit van het depressieve denkpatroon van patiënten. Aaron Beck ontwikkelde een vorm
van psychotherapie in de jaren 60, die hij "cognitieve therapie" noemde, tegenwoordig ook bekend als
cognitieve gedragstherapie (CGT). Beck ontwierp een gestructureerde, kortdurende, op het heden gerichte
psychotherapie voor depressie, gericht op het oplossen van huidige problemen en het veranderen van
disfunctionele gedachten en gedragingen. Behandeling is ook gebaseerd op een conceptualisering, of begrip,
van individuele patiënten - hun specifieke overtuigingen en gedragspatronen.
What is the theory underlying CBT?
Het cognitieve model stelt dat disfunctioneel denken - dat invloed heeft op de stemming en het gedrag van de
patiënt - vaak voorkomt bij alle psychologische aandoeningen. Wanneer mensen leren hun denken op een
realistischere en meer aangepaste manier te evalueren, ervaren ze verbetering in hun emotionele toestand en
gedrag.
Bijvoorbeeld: als je depressief bent, kan een automatische gedachte zijn: “Ik kan ook niks goed doen.” Dit kan
leiden tot een reactie zoals: je voelt je verdrietig (emotie) en trekt je terug in bed (gedrag).
Voor blijvende verbetering in de stemming en het gedrag van patiënten werken cognitieve therapeuten op een
dieper niveau van cognitie: de basis-overtuigingen van patiënten over zichzelf, hun wereld en andere mensen.
Bijvoorbeeld: Als je voortdurend je vaardigheden onderschat, kan er een onderliggende overtuiging zijn dat je
onbekwaam bent. Het aanpassen van deze algemene overtuiging kan je perceptie van specifieke situaties die je
dagelijks tegenkomt veranderen.
How was Beck’s cognitive behavior therapy developed?
Tijdens het luisteren naar zijn patiënten rapporteerde Beck twee denkstromen: een vrije associatiestroom &
snelle, evaluerende gedachten over henzelf. Dr. Beck merkte op dat al zijn patiënten "automatische" negatieve
gedachten ervaarden, en dat deze laatste stroom van gedachten nauw verbonden was met hun emoties. Hij
begon zijn patiënten te helpen deze onrealistische en disfunctionele gedachten te identificeren, evalueren en
erop te reageren.
Belangrijke componenten van CGT voor depressie omvatten: de focus op het helpen van patiënten bij het
oplossen van problemen, het stimuleren van gedragsactivatie, en het identificeren, evalueren en aanpakken van
hun depressieve denkpatronen, vooral negatieve gedachten over zichzelf, hun wereld en hun toekomst.
The basic principles of CBT are as follows
, 1. CGT is gebaseerd op een voortdurend evoluerende formulering van de problemen van patiënten en
een individuele conceptualisatie van elke patiënt in cognitieve termen.
Voorbeeld uit de casus.
Allereerst identificeer ik haar huidige denkpatronen die bijdragen aan haar gevoelens van
verdriet
"Ik ben een mislukkeling, ik kan niets goed doen”
Ten tweede identificeer ik uitlokkende factoren die Sally’s percepties beïnvloedden bij het
begin van haar depressie
Het voor het eerst weg zijn van huis en worstelen met haar studie droegen bij aan haar
overtuiging dat ze onbekwaam was
Ten derde formuleer ik een hypothese over belangrijke gebeurtenissen in haar ontwikkeling
en haar blijvende patronen van interpretatie van deze gebeurtenissen die haar mogelijk
vatbaar hebben gemaakt voor depressie
Sally heeft haar hele leven de neiging gehad om persoonlijke sterke punten en prestaties toe
te schrijven aan geluk, terwijl ze haar zwakheden ziet als een reflectie van haar “ware” zelf
2. Cognitieve gedragstherapie vereist een goede therapeutische relatie
Vertrouwen, warmte, empathie, zorgzaamheid
3. Cognitieve gedragstherapie legt de nadruk op samenwerking en actieve participatie
Therapie als teamwerk zien, aanmoedigen actief mee te doen en denken tijdens de sessies.
4. Cognitieve gedragstherapie is doelgericht en probleemgericht
Problemen op stellen, duidelijke doelen stellen.
5. Cognitieve gedragstherapie legt de nadruk op het heden
De behandeling van de meeste patiënten richt zich sterk op huidige problemen en op specifieke
situaties die hen stress bezorgen. Sally begint zich beter te voelen zodra ze leert reageren op haar
negatieve denkpatronen en stappen zet om haar leven te verbeteren. Therapie begint met een
onderzoek van problemen in het hier-en-nu, ongeacht de diagnose.
6. Cognitieve gedragstherapie is educatief, heeft als doel de patiënt haar eigen therapeut te leren zijn,
en legt de nadruk op terugvalpreventie.
Voorlichting geven over de aard en verloop van een stoornis, en over het proces van cognitieve
gedragstherapie, en over het cognitieve model. Aantekeningen mee naar huis nemen, zodat je kan
profiteren van de nieuwe inzichten in de weken die volgen.
7. Cognitieve gedragstherapie is gericht op een beperkte duur
Veel patiënten met depressie en angststoornissen worden behandeld voor zes tot veertien sessies. Niet
alle patiënten maken echter voldoende vooruitgang in slechts een paar maanden. Sommige patiënten
hebben 1 of 2 jaar therapie - of mogelijk langer – nodig.
8. Cognitieve gedragstherapie-sessies zijn gestructureerd.
Het volgen van een bepaalde structuur in elke sessie zorgt voor maximale efficiëntie en effectiviteit.
Deze structuur omvat een inleidend gedeelte (het doen van een stemmingcheck, kort de week
doornemen, samen een agenda voor de sessie opstellen), een middenstuk (huiswerk doornemen,
problemen op de agenda bespreken, nieuw huiswerk instellen, samenvatten), en een afsluitend
gedeelte (feedback vragen).
9. Cognitieve gedragstherapie leert patiënten om hun disfunctionele gedachten en overtuigingen te
identificeren, evalueren en erop te reageren.
Therapeuten helpen patiënten om sleutelgedachten te identificeren en meer realistische, adaptieve
perspectieven aan te nemen, wat ertoe leidt dat patiënten zich emotioneel beter voelen, functioneler
gedrag vertonen en/of hun fysiologische opwinding verminderen.
10. Cognitieve gedragstherapie maakt gebruik van verschillende technieken om denken, stemming en
gedrag te veranderen.
Hoewel cognitieve strategieën zoals Socratic questioning en guided discovery centraal staan in
cognitieve gedragstherapie, zijn gedrags- en probleemoplossingstechnieken essentieel, evenals
technieken uit andere stromingen die binnen een cognitief kader worden toegepast.
Developing as a cognitive behavior therapist
, Het ontwikkelen van expertise als cognitief gedragstherapeut kan worden bekeken in drie fasen.
Fase 1 - basisvaardigheden
In fase 1 leer je de basisvaardigheden van het conceptualiseren van een geval in cognitieve termen, op basis
van een intake-evaluatie en de gegevens die in de sessie worden verzameld. Je leert ook de sessie te
structureren, je conceptualisatie van een patiënt en gezond verstand te gebruiken om de behandeling te
plannen, en patiënten te helpen problemen op te lossen en hun disfunctionele gedachten op een andere manier
te bekijken. Je leert ook basis cognitieve en gedragsmatige technieken te gebruiken.
Fase 2 – verfijnen en integreren
In fase 2 word je bedrevener in het integreren van je conceptualisatie met je kennis van technieken. Je versterkt
je vermogen om de stroom van de therapie te begrijpen. Je wordt gemakkelijker in het identificeren van
kritische behandeldoelen en vaardiger in het conceptualiseren van patiënten, het verfijnen van je
conceptualisatie tijdens de therapiesessie zelf, en het gebruiken van de conceptualisatie om beslissingen te
nemen over interventies. Je breidt je repertoire van technieken uit en wordt bedrevener in het selecteren, timen
en implementeren van geschikte technieken.
Fase 3 – gevorderd niveau van expertise
In fase 3 integreer je automatisch nieuwe gegevens in de conceptualisatie. Je verfijnt je vermogen om
hypothesen te maken om je visie op de patiënt te bevestigen of te herzien. Je varieert de structuur en
technieken van basis cognitieve gedragstherapie waar nodig, vooral voor patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen en andere moeilijke stoornissen en problemen. Als je al werkt in een andere
psychotherapeutische benadering, zal het belangrijk zijn om samen met de patiënt te beslissen om de
cognitieve gedragstherapiebenadering in te voeren, uit te leggen wat je anders zou willen doen en een
verklaring te geven.
Chapter 3 - Cognitive
Conceptualization
Cognitieve conceptualisatie verwijst naar het proces waarbij een therapeut het gedrag, de gedachten, emoties
en onderliggende overtuigingen van een cliënt begrijpt en in kaart brengt. Cognitieve conceptualisatie leidt tot
een beter begrip van een patiënt. Een paar vragen die je jezelf kunt stellen, zijn de volgende:
Wat is/zijn de diagnose(s)?
Wat zijn de huidige problemen, hoe zijn deze ontstaan en hoe worden ze in stand gehouden?
Wat zijn de disfunctionele gedachten en overtuigingen?
Welke reacties (emotioneel, fysiologisch en gedragsmatig) hangen samen met deze manier
van denken?
De volgende stap is om hypothesen te formuleren over hoe dit probleem zich heeft ontwikkeld. Wat is het
beeld van de patiënt over zichzelf/anderen, welke overtuigingen en gedachten spelen een rol, hoe gaat de
patiënt hiermee om? Welke stressoren of vroege ervaringen waren er die tot het huidige probleem hebben
geleid?
De cognitieve conceptualisatie is niet alleen iets dat je aan het begin van het contact met de patiënt ontwikkelt,
maar wordt gedurende de sessies continu verfijnd. Dit leidt tot effectieve therapie.
Cognitive model
CBT is gebaseerd op het cognitieve model. Deze stelt dat de emoties, het gedrag en de fysiologie van mensen
worden beïnvloed door hun perceptie van gebeurtenissen. Het is niet de situatie op zichzelf, maar de perceptie
die belangrijk is in hoe ze de situatie zien of interpreteren.