Samenvatting Psychopathologie
S28
Week 1 Psychische aandoeningen en
herstelgerichte zorg. Hoofdstuk 1
Gezondheid: een toestand van een compleet fysiek, mentaal en sociaal
welbevinden, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek.
Het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van
sociale, fysieke en emotionele uitdagingen in het leven.
1.3 Medische benadering van psychische
klachten.
Er zijn een aantal benaderingen van psychische problemen binnen de ggz.
Hieronder wordt beschreven welke dat zijn.
De klassieke medische benadering zijn symptomen een uiting van een
ziekte.
Comorbiditeit: het tegelijk voorkomen van verschillende ziektebeelden.
(2 of meer tegelijk)
Brugsymptomen: Wanneer mensen 2 of meer diagnoses krijgen en
sommige symptomen voorkomen in de lijstjes van verschillende
diagnoses.
Transdiagnostische factoren: Overeenkomende kenmerken onder
hulpvragers.
Medische benadering /DMS-5-TR: Psychische problemen is een
hersenziekte. Stoornissen en problemen staan centraal. Er is weinig oog
voor het dagelijks
leven, het netwerk en
levensverhaal van de
client. De diagnose
staat centraal in het
handelen.
Symptoomnetwerken: Ziekte staat niet centraal, symptomen van
stoornissen werken op elkaar in. Symptomen werken met elkaar samen en
versterken elkaar. Ze vormen een op zichzelf onderhoudend
,systeem/netwerk. Dit kan een verklaring geven voor comorbiditeit (tegelijk
voorkomen van verschillende ziektebeelden).
,Transdiagnostische factoren: Veel hulpvragers ongeacht de diagnose
hebben overeenkomende kenmerken. Dit is om aan te geven dat het gaat
om kenmerken die niet specifiek aan een diagnostische categorie zijn
gebonden. Dit gaat verder dan de vorige twee benaderingen. Er zijn een
aantal factoren die overeenkomen, namelijk:
- Overeenkomende biologische factoren. (Genetische factoen)
- Overeenkomende psychologische kenmerken. (Coping, zelfbeeld)
- Overeenkomende gedragingen en symptomen. (Vermijdingsgedrag,
verslaving, dwangmatig gedrag)
- Traumatische ervaringen in het verleden. (Waarschijnlijk de meest
gemeenschappelijke factor, speelt een belangrijke rol bij het
ontstaan van psychische kwetsbaarheid)
- Stress als uitlokkende factor. (Veel psychische aandoeningen
ontstaan als reactie op langdurige blootstelling aan stress.)
- Dezelfde therapieën zijn werkzaam. (Zelfde behandelingen kunnen
bij meerdere aandoeningen effectief zijn als er zoveel overlap is in
neurobiologische mechanismen, psychische factoren en
symptomatologie).
1.4 Het biopsychosociaal model (George L.
Engel):
Volgens dit model zijn er verschillende kanten om problematiek te
bekijken, waardoor je een verklaring kan vinden en verschillende
mogelijkheden aan behandeling kan aanbieden. Deze bestaat uit 3
invalshoeken, biologisch (genen,
hersenen), psychologisch
(coping, gedachten), sociaal
(werk, gezin, inkomen). Volgens
Engel is het nodig om een ziekte
goed te behandelen en te
kunnen begrijpen, dat je naar
alle drie de factoren moet kijken.
1.5 De sociaalpsychiatrische benadering:
Deze benadering onderscheidt zich van de klinische, medisch
georiënteerde psychiatrie doordat vreemde gedragingen van mensen niet
worden opgevat als symptomen van een ziekte, maar als van een reactie
wat iemand in het leven heeft meegemaakt. Hier zijn de volgende
uitgangspunten uit ontstaan;
- Hulpverlening richt zich op de cliënt in zijn context.
, - Tegengaan van marginalisering en uitstoting.
- Flexibel aanbieden van hulp.
- Geestelijke gezondheidsproblemen plaatsen in een epidemiologisch
perspectief
- Hulp bieden bij praktische problemen.
1.6 Culturele aspecten van psychische klachten
en psychische gezondheidszorg:
Cultuur bepaalt wat afwijkend en ziek is.
Hoofdstuk 2 De herstelgericht benadering in
de hulpverlening
2.1 Definitie van herstel
Herstel is het persoonlijke proces waarbij iemand een min of meer
ontwrichtende levenservaring zodanig naar boven komt, dat hij het leven
weer vanuit eigen wensen en mogelijkheden vorm kan geven, met of
zonder blijvende gevolgen van die ervaring. In deze benadering ga je
kijken naar de mogelijkheden van cliënten. Wat kan diegene zelf?
2.3 Herstel verloopt min of meer in fasen
Fasen van herstel:
1. Overweldigd zijn door aandoening.
De aandoening lijkt het leven helemaal te bepalen. Deze zaken
nemen iemand zo in beslag dat het gedrag geheel daardoor bepaald
wordt. Het alledaagse functioneren kan hierdoor belemmerd worden.
2. Worstelen met de aandoening.
In deze fase ontstaat schaamte, iemand komt bij van de ervaring.
Angst voor herhaling kan sterk aanwezig zijn. De draad wordt
voorzichtig weer opgepakt.
3. Leven met de aandoening.
Vertrouwen groeit langzaam dat het mogelijk is om verder te gaan
met het leven. Je leert dat een keer je dag niet hebben niet betekent
dat je aandoening terug is. Sociaal contact wordt weer langzaam
opgepakt. Leren mogelijkheden en beperkingen kennen.
4. Leven voorbij de aandoening.
Aandoening raakt steeds meer op achtergrond. De aandoening
bepaalt niet meer hoe iemand het leven ervaart. Ze leren een
terugkeer naar fase 1 vroegtijdig te herkennen en weten
voorzorgsmaatregelingen te nemen.
Implementatie:
1. Vinden/onderhouden van hoop.
2. Herstellen positieve identiteit.
3. Vinden van het leven.
4. Maken van eigen keuzes.
5. Nemen van verantwoordelijkheid.