Periode 2
Inleiding Internationaal Recht
Radboud Universiteit
Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1
Inleiding Internationaal Recht
HOORCOLLEGE (1, 2 EN
3) + LITERATUUR
, College 1: Inleiding op de cursus en het vakgebied
1.0 Literatuur
Hoofdstuk 1 – Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
Internationaal recht is erg belangrijk voor het nationale recht in Nederland. Nederland is maar een
klein land en heeft hierdoor grote baat bij de steun die internationaal recht kan bieden. De Nederlandse
Grondwet is zo geschreven dat bepaalde internationale rechten en verplichtingen rechtstreeks
toegepast kunnen worden. Internationaal recht heeft voorrang op formele wetgeving en de Grondwet.
Wel kan het nog steeds zo zijn dat internationaal recht in tegenspraak is met nationaal recht. Dit komt
omdat internationaal recht ontstaat door compromissen die gesloten worden tussen staten met andere
politieke opvattingen.
In dit boek wordt naar vier uitgangspunten van internationaal publiekrecht gekeken:
1. Internationaal publiekrecht als recht (hoofdstuk 2-4)
2. Regels van ontstaan, toepassing, interpretatie en schending van internationaal recht (hoofdstuk
5-7)
3. Verschillende vakgebieden binnen internationaal recht (hoofdstuk 8-11)
4. Wisselwerking tussen internationaal en nationaal recht (hoofdstuk 12-13)
Geschiedenis
De oorsprong van het internationaal recht gaat nou samen met het ontstaan van onafhankelijke en
soevereine staten in Europa. Het internationaal publiekrecht had in deze tijd voornamelijk de functie
van bevorderen van vreedzaam samenleven van staten. De Vrede van Westfalen speelde een
belangrijke rol in de ontwikkeling van het internationaal recht. Hierdoor ontstond een systeem van
soevereine en gelijke staten. Vanaf dit punt wordt ook onderscheidt gemaakt tussen publiekrecht en
privaatrecht.
In eerste instantie was internationaal publiekrecht met name een Europees recht. Toen verschillende
Europese landen gingen koloniseren, werd het recht gauw mondialer in geografische zin. Echter was
dit op politiek, economisch, religieus én juridisch gebied niet het geval.
Toen in 1945 de VS en Sovjet-Unie ook een dominantere rol op de wereld gespeeld hadden en
zelfbeschikking een belangrijk rechtsbeginsel werd in het Handvest van de Verenigde naties, werden
de verschillende kolonies ontmanteld en was het internationaal publiekrecht nu echt mondiaal.
Door de opkomst van grotere staten, zoals de VS, China, Rusland, India en Brazilië krijgen de
Europese visies voor het internationaal recht niet de kans om te ontwikkelen, waardoor het
internationaal recht er nu heel anders uitziet dan in eerste instantie (zestiende en zeventiende eeuw) het
geval was.
Internationaal publiekrecht/volkerenrecht/internationaal recht
Regelt de uitoefening van gezag in de internationale gemeenschap. Het geeft bevoegdheden aan
entiteiten, zoals staten en internationale organisaties, zodat zij publiek gezag kunnen uitoefenen.
Daarnaast biedt deze rechtsvorm een kader waarbinnen deze entiteiten hun bevoegdheden kunnen
uitoefenen.
‘Internationaal’
, Het internationale deel van het woord, wordt bepaald door de rechtsbronnen, want dit maakt het
internationaal recht anders dan het nationaal recht. De rechtsbronnen voor het internationaal recht zijn:
gewoonterecht, verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.
Er zijn twee opvattingen over of nationaal recht en internationaal recht echt gescheiden zijn:
1. Dualistische opvatting
Deze opvatting houdt in dat het internationale en nationale recht geheel gescheiden
rechtssystemen zijn. De soevereine staat wordt als hoogste metafysische gezag gezien.
Internationaal recht wordt gezien als extern recht. Deze opvatting is geïnspireerd op
nationalistische opvattingen.
2. Monistische leer
Gaat ervan uit dat er één rechtsorgde bestaat, waar internationaal en nationaal recht samen
deel van uitmaken.
Momenteel is het debat op dit gebied veranderd. Dit komt onder andere door internationale
organisaties die delen van de soevereiniteit van de staat overgenomen hebben. Moderne theorieën
richten zich op de pluralistische opvatting die zegt dat er een niet-hiërarchische ordening is van
nationaal en internationaal recht.
Door deze niet-hiërarchische ordening en het feit dat nationaal recht niks betekent binnen
internationaal recht, betekent dit dat internationaal recht ook alleen betekenis krijgt in nationaal recht
als dit wordt goedgekeurd/gemaakt door de nationale rechter.
Bij deze formele scheiding moeten echter 3 kanttekeningen gemaakt worden:
1. Modern internationaal recht heeft in belangrijke mate ook betrekking op de rechtspositie van
natuurlijke personen, kijk bijvoorbeeld naar mensenrechten.
2. Internationaal recht heeft steeds vaker betrekking op onderwerpen die ook in nationaal recht
geregeld worden.
3. Steeds meer staten hebben de nationale rechtsorde opengesteld voor internationaal recht,
hierdoor zijn internationaal en nationaal recht sterk verweven.
‘Publiek’
Internationaal publiekrecht reguleert de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Daarnaast beschermt internationaal publiekrecht de belangen van burgers (het publiek)
en bovennationale publieke belangen (zoals belangen van staten en de internationale gemeenschap).
Privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen worden ook gesloten tussen staten, maar vallen niet onder
internationaal publiekrecht.
‘Juridisch’
Er zijn verschillende politieke, morele en juridische regels. Een onderscheid tussen deze regels kan
gemaakt worden aan de hand van twee criteria:
1. Wat is de bron van de regel? Komt het uit: gewoonterecht, verdragen, besluiten van
internationale organisaties of uit algemene rechtsbeginselen, dan behoort de regel tot het
internationaal publiekrecht. Dit is een kenmerk van het positivisme.
2. Rechtsregels zijn onderdeel van een systeem waarbij schending van een norm verbonden
wordt met een sanctie. Dit is een belangrijk kenmerk van ‘recht’.
Consequenties internationaal recht
Sommige mensen stellen dat internationaal niet aan dit tweede criterium kan voldoen, aangezien het
recht niet kan worden afgedwongen. Dit is een fundamentele zwakte van het internationaal recht. Toch