ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE VOOR
PEDAGOGEN Vrije Universiteit
Amsterdam
Studiejaar 2019-2020
,INHOUD
Week 1: Prenatale ontwikkeling en puberteit......................................................................................................3
Week 2: BABY’S EN COGNITIEVE ONTWIKKELING..............................................................................................17
Stage 1: Sensorische motorische stadium 0-2 jaar oud..................................................................................27
Fase 2: De per-operationele (operatie die niet wordt uitgevoerd) 2-7 jaar oud............................................28
De Concreet operationele Fase (7-11 Jaar oud)..............................................................................................29
De Formeel-Operationele Fase (11 jaar en ouder).........................................................................................29
Week 3: cognitieve ontwikkeling en taal............................................................................................................32
Week 4: emotionele ontwikkeling......................................................................................................................44
Week 5: ontwikkeling zelf en sociaal begrip.......................................................................................................56
Week 6: moraliteit en agressie...........................................................................................................................68
Week 7: Relaties met leeftijdgenoten en de rol van media................................................................................80
,WEEK 1: PRENATALE ONTWIKKELING EN PUBERTEIT
De stadia in de prenatale ontwikkeling beschrijven
Stadia conceptie
Het begin van de prenatale ontwikkeling. Bevruchting van de eicel door een spermacel.
Stadia van de Zygote
Deze periode duurt twee weken van bevruchting tot innesteling in de wand van de
baarmoeder, stel dat de innesteling fout gaat dan kan er sprake zijn van een miskraam.
Aanleg van de placenta begint.
Week 1: De eencellig zygote verdubbeld en vormt een blastocyst.
Week 2: De blastocyst zet zich vast in het baarmoederslijmvlies. Structuren dat het
ontwikkeling organisme voed en beschermt begint te ontwikkelen.
o Implantation= Deze periode is tussen de zevende en negende dag.
o Blastocyst= zoveel cellen
o Aminon (vluchtvlies) = een membraam, dat het ontwikkelde organisme omsluit in het
amniotic fluid (vruchtwater) dat helpt de temperatuur van de prenatale wereld constant
houden en biedt een kussen tegen eventuele schokken die worden veroorzaakt door het
bewegen van de vrouw.
o De placentale en navelstreng= Periode aan het eind van de tweede week.
o Chorion= beschermende membraan om het amnion (binnenste vlies om vruchtzak met
daarin embryo en vruchtwater) het beschermt tegen stoten.
o Placenta= geeft eten en zuurstof door aan het ontwikkelde organisme en voert
afvalproducten af.
o navelstreng= De placentale is verboden met de ontwikkelde organisme door middel van
de navelstreng, dat als eerst verschijnt als een primitieve lichaamsdeel en, tijdens de
zwangerschap, groeit tot een lengte van 1 tot 3 voet. Het bevat een grote ader die bloed
vol met voedingsstoffen levert en twee slagaders die afvalproducten verwijderen.
Stadia van de Embryo
Deze periode duurt van implantatie tot de achtste week van de zwangerschap. Tijdens de
korte zes weken de snelle prenataal verandering nemen plaats waarin de basis voor alle
lichaamsstructuren en interne organen wordt gelegd. Periode waarin de ontwikkeling van
armen, benen, gezicht, organen, spieren plaatsvinden en het
hart begint te kloppen.
Week 3-4: embryo is 6 mm
primitieve hersenen en ruggenmerg verschijnen. Hart, spieren, ribben, ruggengraat en
spijsverteringskanaal begint te ontwikkelen.
o De ectoderm: ontwikkeling van het zenuwstelsel, neuronen en de huid
o De mesoderm: ontwikkeling van de spieren, het skelet, circulatie systeem en inwendige
organen.
, o De endoderm: ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel, longen, urinewegen en klieren.
week 5-8: embryo is 2.5 cm, 4 g
o snelle groei: ogen, oren, neus, kaken en hals
o Knoppen worden armen, benen, vingers en tenen
o Reageert op aanraking
Stadia van de foetus
Deze periode is van de negende week tot het einde van de zwangerschap. Het is langste
prenatale periode. Tijdens de ‘’ groei en afronding’’ groeit het organisme snel in grootte,
voornamelijk in de negende tot 20ste week. De foetus is levensvatbaar vanaf 25 weken, hangt
af in welk land je bevalt en je de foetus in leven kan houden, omdat er sprake moet zijn van
goede ondersteuning.
Week 9-12: foetus is 7.6 cm, 28 g.
o kan schoppen, armen buigen, handen en mond openen en sluiten, duimzuigen.
o Gedrag van de baby tijdens de zwangerschap laat zien hoever de baby is in zijn
ontwikkeling.
o Vanaf de 12e week zijn de inwendige organen ontwikkeld.
o De externe geslachtsdelen zijn gevormd en de foetus sekse (vrouwelijk of mannelijk)
is duidelijk
week 13-24: Foetus is 30 cm en 820 g.
o Moeder kan beweging voelen
o Vernix (laagje op huid) en lanugo (donshaar): bescherming van de huid
o Neuronen brein aanwezig
o Vanaf twintigste week toename glia cellen
o Hersenen worden van twintigste week tot geboorte nog 10x zo zwaar
Vernix= kaasachtige substantie bedekt de huid en beschermend de huid voor kloven tijdens
de langste maanden in het vruchtwater.
lanugo= Wit, donsachtig haar bedekt het gehele lichaam en helpt de vernix om bij de huid te
blijven.
Week 27-42 (Week 25-38: Foetus is 50 cm en 3,400 g)
o Tussen de 22 en 26 weken is een foetus levensvatbaar, is afhankelijk per individu en
land waarin de baby geboren wordt.
o Hersenschors wordt groter
o Foetus is langer wakker
o Begin van persoonlijkheid
o 28 weken: foetussen knipperen als reactie op geluid dichtbij.