Samenvatting Onderzoek – Blok 3
- Boek: praktijkgericht onderzoek
- Rode draad van het tentamen is de stof uit de powerpoint met de
bijbehorende notities. De verplichte literatuur moet je kennen voor de
toets en de aanbevolen literatuur is meer om te weten wat er allemaal bij
hoort.
Waarom onderzoek als vak?
- Onderbouwen advies om te voorkomen dat een organisatie de verkeerde
kant op gaat.
- Valkuilen in denken voorkomen. Je bent geneigd om heel snel te denken
dat je het antwoord hebt.
- Stap voor stap leren zelf onderzoeken want de meeste antwoorden zijn
niet te vinden bij een ander of in een document.
De kern als bedrijfskundige is dat je kunt onderbouwen waarom bepaalde
beslissingen zijn gemaakt.
Voorbeeld Delifood
Tijdens alle lessen zal het voorbeeld van Delifood worden teruggekomen. Er
veranderd iets aan de klantkant, waardoor je als bedrijf processen en de
organisatie moet aanpassen.
Delifood:
- Zeven productlocaties
- Eigen distributie
- Kant en klare maaltijden
- Nu 150.000 per dag, kan veel meer worden
- In organisaties, zorg en scholen
- Uitbreiden naar supermarkten?
- Wat zijn klantwensen?
- Biologisch? Minder suiker, vet, zout?
- En wat verandert er dan intern?
De klanten van een grote supermarktketen willen tegen dezelfde prijs gezonder
maar wel lekker eten. Minder zout, milieubewuster, minder vlees, minder suiker
etc. Delifood is producent met op dit moment een portefeuille van ziekenhuizen
en scholen en organisaties en ziet mogelijkheid tot uitbreiding van assortiment
naar supermarkten. Ze hebben recent een productie locatie van een concurrent
overgenomen en werken nu alleen 8-17 mar mogelijk is er ruimte naar
uitbreiding naar twee ploegen.
De voorbeelden zijn te vinden in de powerpoints en in de samenvatting
weggelaten.
,Week 1 les 1
Soorten bedrijfskundige klussen
Er zijn allerlei vaktermen in omloop die allemaal hun eigen betekenis hebben. En
die betekenissen worden ook nog eens in verschillende vakgebieden en door
verschillende acteurs door elkaar heen gebruikt.
- Opdracht: een opdracht heeft een opdrachtgever. Deze opdrachtgever kan
vanuit minimaal drie hoeken komen:
De docent
Uit een organisatie
Uit een stakeholder in de omgeving van de opdracht.
Als je dus een opdracht krijgt, start je bij de opdrachtgever.
- Probleem: een probleem komt doorgaans vanzelf boven drijven. Er komen
steeds meer signalen dat er ergens iets niet goed is. Is vaak een probleem
omdat het nog heel vaag is. Dus er zijn heel wat klussen die starten met
‘er is iets aan de hand’.
- Vraag: soms is een bedrijfskundige klus er om een antwoord op een vraag
te vinden. Hoe gaan we om met onze strategie? Hoe verbeteren we het
proces? Zo’n klus spreekt van ‘we’ en dat klopt want bedrijfskundige
klussen doe je meestal met een aantal mensen.
Daarom bij bedrijfskunde gekozen voor het woord ‘project’ als we kijken naar
klussen. Het woord project is overigens een veel breder begrip dan klus, maar we
hebben er bij bedrijfskunde voor gekozen omdat klus te veel staat voor ‘doen’ en
ook vaak alleen gebeurd. Binnen een project kun je dus meerdere klussen
hebben.
Project
- Een bedrijfskundig onderwerp dat uitgezocht en onderzocht wordt.
- In de context van een organisatie, doorgaans over meerdere afdelingen
heen.
- Er spelen verschillende belangen, verschillende stakeholders, verschillende
soorten factoren.
Een bedrijfskundig project heeft een onderwerp waarbij er zowel interne als
externe factoren een rol spelen. Het gaat ook altijd over meerdere groepen met
belangen, verschillende soorten macht en taken en rollen. Dit ter verduidelijking:
een persoon als individu die iets niet goed doet is geen bedrijfskundig probleem.
Een machine die niet optimaal functioneert ook niet. Het gaat altijd over de
relatie tot het grotere geheel. De hele keten, het hele proces, de hele inrichting
etc.
Bijvoorbeeld: wat zijn de wensen van klanten i.v.m. winkelsluitingstijden? Dit is
geen bedrijfskundig project. Zodra de consequenties voor een winkel(keten) erbij
meegenomen worden (personeel, veiligheid, stress, kosten) is dit wel een
bedrijfskundig proces. Je gaat dus niet alleen klanten benaderen maar ook
medewerkers, leiding, de buurt, de vakbonden etc. en als je bijv. onderzoek doet
naar een Bruna vestiging binnen een groot ziekenhuis, dan wordt het een groter
bedrijfskundig project. Je hebt dan én het ziekenhuis én de Brunavestiging én het
Bruna hoofdkantoor. Ieder met hun eigen belangen. En je hebt klanten, maar
waarschijnlijk vrij divers, bezoekers van patiënten, personeel, patiënten zelf ( die
naar de poli komen of zelfs opgenomen zijn)
Je moet dus naar heel de context om een project kijken
,Projectmanagement
Binnen projectmanagement heb je de volgende fasen (is volgens de Agile 5A
methode):
- Aftasten
- Afbakenen
- Activiteiten bepalen en plannen
- Actie en aanpassen
- Afronden
Projectplan
- Ieder soort project heeft haar eigen aanpak en daarom een ander
projectplan
- Altijd wel lezen, praten en schrijven
- Van het project afhankelijk wanneer je wat waarom doet
Ieder project heeft namelijk wel een moment dat je echt de literatuur induikt. Wat
hebben organisaties al uitgeprobeerd?, welke evaluaties zijn er beschikbaar? Wat
zijn de verschillen per branche?, etc. Allerlei soorten vragen die afhankelijk van
het project, in een bepaalde fase komen. Soms ga je echt verdiepend lezen als je
op zoek gaat naar de oorzakenbron om verschillen die je gevonden hebt te
verklaren.
- Bijv. Bruna in het ziekenhuis. Daar worden Nederlands breed goed lopende
boeken soms nauwelijks verkocht. Dan ga je op zoek naar literatuur,
onderzoek van anderen, om achter de mogelijke oorzaken van dit verschil
te komen. En in het ene project ga je vooral aan het begin heel veel
gesprekken voeren. Bijv. als je in het ziekenhuis in kaart wilt brengen hoe
omgegaan wordt met voedsel en drank. Dan ga je meerdere processen
beschrijven. En in een volgende fase van je onderzoek ga je misschien in
groepjes met verschillende stakeholders verbetervoorstellen bespreken.
Ieder project heeft zo zijn eigen fasering en aanpak.
Zo’n opdracht of project valt vaak uiteen in meerdere delen die ieder hun eigen
ontwerpen en activiteiten hebben. Je kijkt via welke manier je deze kan
aanpakken:
- Parralel: gelijktijdig
- Serieel: na elkaar
Projectplan Delifood
Hieronder voorbeeld van projectplan van DeliFood, waarbij je eerst moet weten
wat klanten willen, keuzes maken en dan weet je pas wat er bij welke processen
zal gaan veranderen:
- Onderdelen project ‘klanten’ en ‘processen aanpassen’ ieder eigen
aanpak.
- Bij ‘klanten’ ga je inlezen over bestaande tendensen en trends in
maaltijden en vervolgens enquêteren.
- Bij ‘processen’ breng je bestaande processen in kaart en ijk je wat moet
veranderen.
, Project en onderzoeksbenadering
- Onderzoek komt van oorsprong van de universiteit
- Geleerde die zich het leven lang in één onderwerp verdiept om te kunnen
begrijpen of verklaren
- Het leger deed onderzoek om te kunnen winnen
- Vervolgens kwam het bedrijfsleven op zoek naar antwoorden om meer te
kunnen verkopen
- Daarna kwam pas de vraag hoe processen te (her)ontwerpen
Het onderzoek was van oorsprong heel lineair. We hebben een vraag, gaan
dingen onderzoeken en komen tot een antwoord. Dit loopt altijd netjes van het
begin tot het eind zo. In het bedrijfsleven is dat een manier die niet altijd zo past.
Een bedrijfskundig project dat in z’n geheel één onderzoek is, dat komt niet echt
voor. Alleen al, omdat er bij zo’n project altijd ook financiële en juridische
consequenties moeten worden meegenomen, die je niet onderzoekt. Die reken je
door, die zoek je na. Het is dus niet één thema waarin je je verdiept, maar een
heel groot onderwerp met consequenties, randvoorwaarden, inzet van middelen,
rollen, taken etc.
In het leger ging het onderzoek om betere wapens, kogels, lichtere bepakking,
etc. Dat is ook één onderwerp dat binnen het geheel wordt toegepast. Terwijl
bedrijfskundige onderwerpen altijd het geheel meenemen in projecten. Dat zorgt
ervoor dat je niet één onderzoek kunt doen om een groot project te kunnen
aanpakken. Je krijgt vanzelf meerdere, per onderwerp totaal verschillende
onderzoeken om een project aan te kunnen pakken.
Ook het (her)ontwerpen van processen gaat niet met één onderzoek als geheel.
Het beslaat verschillende fasen, waarvan sommige met onderzoek gedaan
worden.
Onderzoeksbenaderingen
Binnen onderzoek zijn er vier soorten benaderingen. Deze zijn afhankelijk van 2
aspecten:
1. Wat is de focus/het doel van het onderzoek? Wil je de situatie zoals die is
begrijpen? Of wil je juist ingrijpen en iets veranderen/verbeteren?
2. Welke positie neem je als onderzoeker in? blijf je op afstand als
onderzoeker en dus meer een toeschouwer/outsider (object)? Of ben je
nadrukkelijk aanwezig/deelnemer/insider (subject)?
Je krijgt hierdoor 4 kwadranten met vier verschillende
onderzoeksbenaderingen/soorten onderzoek:
- Empirisch-analytisch:
Onderzoeksvraag die met pure feiten en metingen (cijfers)
aangepakt kan worden.
Bijv. berekeningen, metingen in geld, tijd gewicht.
Gaat evt. over: wat heeft u gekocht of gestemd? Wat vindt u een
goed restaurant?
Dataverzameling die redelijk objectief is.
- Interpretatief