Psychologie van de Communicator (PvdC)
Universiteit Utrecht
Deeltoets 1
Social Psychology and Human Nature - Baumeister & Bushman
H1 The Mission & The Method
Social psychology = de wetenschappelijke studie van hoe mensen beïnvloeden en beïnvloed worden
door anderen. Door sociale psychologie kun je de basisprincipes van sociale beïnvloeding en vele
andere principes die te maken hebben met sociaal gedrag beter begrijpen.
A Brief History of Social Psychology
Triplett (1897) concludeerde op basis van een sociaal experiment dat wielrenners beter presteren
wanneer ze concurreren met anderen dan wanneer ze strijden tegen de tijd. Uit dit onderzoek blijkt
dat de aanwezigheid van een andere persoon de prestatiedruk bij een eenvoudige taak versterkt.
Ringelmann (1880) voerde een sociaal experiment uit waarbij hij de inzet mat van participanten die
alleen en samen aan een touw trokken. Op basis hiervan concludeerde hij dat individuele moeite
afneemt naarmate de groep groter wordt.
Gedurende de 20ste eeuw vonden er veel gebeurtenissen en veranderingen plaats, zoals de twee
wereldoorlogen, de opkomst van het communisme en het fascisme, enorme veranderingen in
seksueel gedrag en de Grote Depressie. Filosofische denkers dachten na over de menselijke
samenleving. Eén idee was dat door de opkomst van enorme sociale systemen mensen vervreemd
raken. Een ander idee was dat mensen hun handelingen eerder baseren op groepskeuzes dan op
morele principes.
WOII heeft bijgedragen aan het onderzoeksveld van de sociale wetenschap. Ten eerste kwamen er
veel belangrijke theoretische vragen naar voren, zoals waarom de Duitse bevolking de wrede dictator
Hitler volgde en bijdroeg aan systematische massamoord. Ten tweede migreerden vele invloedrijke
denkers van Europa naar Amerika vanwege de oorlog.
Allport (1954) houdingen zijn het meest onderscheiden en onmisbare concept binnen de sociale
psychologie in Amerika. De studie naar houdingen domineerde dit onderzoeksveld voor decennia
lang en is nu nog steeds belangrijk.
Lewin (1947) gedrag is de functie van de persoon en de situatie. Deze informatie kan worden
gebruikt om voorspellingen te doen.
Milgram (1984) mensen zijn geneigd bevelen op te volgen van een hogere autoriteit, zelfs als ze het
pijnigen van andere mensen omvatten en dus tegen morele waarden ingaan. Hoewel
gehoorzaamheid aan een kwaadwillende autoriteit schadelijk is, is gehoorzaamheid aan een niet-
kwaadwillende autoriteit juist voordelig voor een samenleving.
Voor 1950 was sociale psychologie verdeeld in twee kampen.
- Behaviourism = theoretische benadering die gedrag probeert te verklaren in termen van
leerprincipes, zoals beloning en straf, zonder verwijzing naar innerlijke toestanden, gedachten en
gevoelens. Deze benadering richt zich op observeerbare acties en niet op mentale toestanden.
1
,Gedrag wordt verklaard door te kijken naar reinforcement histories, oftewel welke gedragingen
voorheen werden beloond of bestraft.
- Freudian psychoanalysis = theoretische benadering die gedrag probeert te verklaren door naar
diepe, onbewuste krachten binnen een persoon te kijken. Deze benadering richt zich op
interpretaties van individuele ervaringen met betrekking tot gedachten en gevoelens.
We kunnen enkele stellingen maken over de recente geschiedenis van de sociale psychologie. In
1970 groeide de attribution theory, waarbij mensen het gedrag van anderen proberen te verklaren,
uit in de study of social cognition, die zich richt op hoe mensen denken over anderen en de sociale
wereld. In 1990 ontstond er een grotere openheid naar biologie, en met name de evolutietheorie.
Instrumenten werden ontwikkeld binnen de sociale neurowetenschap waarmee onderzoekers
hersenprocessen konden manipuleren en meten. Sinds 1970 werd de studie naar de ‘zelf’ een steeds
belangrijker thema binnen de sociale psychologie. In 1980 stonden de conflictstudies centraal
waarbij werd gekeken naar de strijd tussen het kapitalisme en het communisme. Na de ineenstorting
van het Sovjetimperium werd de nadruk gelegd op etnische conflicten, waarbij werd gekeken naar
vooroordelen, stereotypes en discriminatie.
What Do Social Psychologists Do?
Sociale psychologie richt zich op sociale factoren die beïnvloeden hoe mensen denken, handelen en
zich voelen. Deze drie dimensies vormen samen de ABC triad.
- Affect = hoe mensen zich vanbinnen voelen over zichzelf (zelfwaardering), anderen (vooroordelen)
en bepaalde zaken (houdingen).
- Behaviour = wat mensen doen; hun acties (anderen helpen, pijn doen, liefhebben, etc.)
- Cognition = waarover mensen denken. Mensen denken over zichzelf (zelfbeeld), anderen
(indrukken vormen) en problemen in de sociale wereld (wereld beschermen).
Sociale psychologen bestuderen de effecten van persoonlijke en situationele invloeden op de ABC’s.
De wetenschappelijke onderzoeksmethode is de primaire benadering die sociale psychologen
gebruiken om de waarheid over menselijk sociaal gedrag te onthullen. De meeste sociale
psychologen voeren experimenten uit. Dit zijn voorzichtige en systematische manieren om theorieën
te testen.
Social Psychology’s Place in the World
Sociale wetenschappers onderzoeken mensen en de samenlevingen waarin ze leven. Verschillende
sociaal wetenschappelijke onderzoeksvelden richten zich op verschillende sociale aspecten.
- Anthropology = de studie naar de menselijke cultuur; de gedeelde waarden, opvattingen en
praktijken van een groep mensen. Menselijk sociaal gedrag kan alleen worden begrepen als er wordt
gekeken naar de culturele context waarin het voorkomt.
- Economics = de studie naar de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten, en
de studie naar geld. Er wordt gekeken naar grote sociale systemen en hoe deze menselijk gedrag
vormen, hoe iemands gedrag binnen een groter sociaal systeem past.
- History = de studie naar gebeurtenissen uit het verleden. Mensen moeten leren van gebeurtenissen
uit het verleden om zich te kunnen ontwikkelen.
- Political science = de studie naar politieke organisaties en instituties, met name overheden. Er
wordt gekeken naar politiek gedrag en hoe sommige mensen betere leiders worden dan anderen.
2
,- Sociology = de studie naar menselijke samenlevingen en de groepen die deze samenlevingen
vormen. Er wordt niet slechts gekeken naar individuen, maar vooral naar grotere eenheden, zoals
landen, organisaties, religieuze groepen, etc.
Psychologie = de studie naar menselijk gedrag. Psychologie bestaat uit vele branches die met elkaar
samenhangen, waaronder sociale psychologie.
- Biological psychology/physiological psychology/neuroscience = de studie naar wat er gebeurt in
de hersens, het zenuwsysteem en andere aspecten van het lichaam. Sinds 1990 wordt er steeds
meer gekeken naar de biologische aspecten van sociaal gedrag.
- Clinical psychology = branche van psychologie die zich richt op gedragsstoornissen en mentale
ziektes, en hoe deze moeten worden behandeld. Er wordt niet gericht op ‘normaal’ gedrag, maar op
‘abnormaal’ gedrag.
- Cognitive psychology = de studie naar denkprocessen, zoals hoe geheugen werkt en wat mensen
opmerken. Sociale psychologie berust zich op methodologische gereedschappen van deze studie,
zoals het meten van denkprocessen door te kijken naar reactietijden.
- Developmental psychology = de studie naar hoe mensen veranderen gedurende hun levens, van de
geboorte tot de dood. Er wordt vooral gekeken naar patronen van sociaal gedrag bij kinderen die
bijvoorbeeld te maken hebben met emotie, geslachtsverschillen of antisociaal gedrag.
- Personality psychology = branche van psychologie die zich richt op belangrijke verschillen tussen
individuen. De nadruk bij deze studie ligt op innerlijke processen, terwijl de nadruk bij sociale
psychologie ligt op de situatie.
Why People Study Social Psychology
Nieuwsgierigheid naar mensen is een goede reden om sociale psychologie te studeren. Door sociaal
wetenschappelijk onderzoek kunnen mensen beter worden begrepen.
Philosophy = ‘liefde van de wijsheid’; de jacht naar kennis over fundamentele zaken als leven, dood,
betekenis, realiteit en waarheid. Psychologie berust zich op de wetenschappelijke methode en het
verzamelen van data, terwijl filosofie problemen oplost door er systematisch over na te denken.
Wanneer een probleem wordt opgelost, worden er vaak weer nieuwe problemen gecreëerd. Boren
naar olie kan bijvoorbeeld leiden tot meer energievoorzieningen en lagere energiekosten, maar ook
tot milieuvervuiling.
Applied research = onderzoek dat zich richt op het oplossen van specifieke praktische problemen,
zoals waarom mensen geen veiligheidsgordels dragen in de auto.
Basic research = onderzoek dat zich richt op een algemeen begrip van basisprincipes die kunnen
worden toegepast op vele verschillende problemen.
Sociale psychologie kan alleen als wetenschap worden gezien als het de waarheid boven andere
doelen stelt. Het is belangrijk als alle visies worden overwogen en de conclusies van het onderzoek
op een gerechtvaardigde manier worden vermeld.
How Do Social Psychologists Answer Their Own Questions?
Menselijke intuïtie is geen goede methode voor het ontdekken van de waarheid. Tegenstrijdige
gezegdes worden vaak beiden aangenomen als waar. Wetenschappers kunnen de waarheid vinden
door op een betrouwbare en valide manier metingen te doen. Sociale psychologen berusten zich niet
op common sense en bestaande wijsheden, maar proberen patronen te vinden die hier tegenin gaan.
3
, De wetenschappelijke methode bestaat uit vijf stappen.
1. Probleem vaststellen om te onderzoeken.
2. Toetsbare hypothese formuleren als een mogelijke oplossing voor het probleem. The
Cambridge Dictionary definieert een hypothese als een verklaring voor iets wat gebaseerd is
op bestaande feiten, maar nog niet bewezen is.
3. Onderzoek ontwerpen om de hypothese te testen en data te verzamelen. Iedereen die dit
onderzoeksproces volgt, hoort dezelfde resultaten te krijgen.
4. Data koppelen aan de hypothese en hieruit een conclusie trekken. Door gebruik van
statistische methoden kan worden achterhaald of de data consistent zijn met de hypothese.
Er bestaat altijd een kans dat de data berusten op toeval. Als de kans op toeval kleiner is dan
5% beschouwen onderzoekers de hypothese vaak als waarheid.
5. Onderzoeksresultaten vermelden aan de wetenschappelijke gemeenschap. Slechts 10/20%
van de ingestuurde manuscripten wordt gepubliceerd in sociale psychologietijdschriften.
Hypothesis = een idee over de mogelijke aard van de realiteit; een voorspelling die wordt getest in
een experiment.
Within-subjects design = participanten worden blootgesteld aan alle niveaus van de onafhankelijke
variabele. Ziektesymptomen van alle participanten worden bijvoorbeeld onderzocht voor en na het
eten van kippensoep.
Between-subjects design = participanten worden blootgesteld aan één niveau van de onafhankelijke
variabele. Ziektesymptomen van sommige participanten worden bijvoorbeeld onderzocht voor het
eten van kippensoep, en ziektesymptomen van andere participanten na het eten van kippensoep.
Theorieën = niet-waarneembare constructen (abstracte ideeën en concepten) die aan elkaar
verbonden zijn op een logische manier. Door dimensies van de constructen te specificeren, kunnen
de constructen iets opbouwen. Een theorie is geen gok, maar een onderbouwde verklaring voor
observaties die is gebaseerd op principes die meerdere keren zijn getoetst.
Independent variable = de variabele die wordt gemanipuleerd door de onderzoeker waarvan wordt
aangenomen dat het veranderingen veroorzaakt in de afhankelijke variabele. Het is een
observeerbare gebeurtenis die veroorzaakt dat een persoon iets doet. De waarden worden
gecreëerd door de onderzoeker, en niet beïnvloed door omgevingsfactoren.
Dependent variable = de variabele in een onderzoek die de resultaten van de gebeurtenissen en
processen representeert. Het is het zichtbare gedrag dat een persoon produceert dat afhankelijk is
van de waarden van de onafhankelijke variabele.
Operational definitions = observeerbare operaties, procedures en metingen die zijn gebaseerd op
onafhankelijke en afhankelijke variabelen. Hoe abstracter het construct, hoe moeilijker het is om te
operationaliseren.
Confederate = een onderzoeksassistent die zich voordoet als een participant in een onderzoek.
Construct validity of the cause = mate waarin de onafhankelijke variabele een valide representatie
van de theoretische stimulus is.
Construct validity of the effect = mate waarin de afhankelijke variabele een valide representatie van
de theoretische reactie is.
4