Psychologie van de Communicator (PvdC)
Universiteit Utrecht
Deeltoets 3
Social Psychology and Human Nature - Baumeister & Bushman
H9 Prosocial Behaviour: Doing What’s Best for Others
Het concept van ‘Pay it Forward’ houdt in dat je iemand een gunst doet en diegene vraagt om in de
toekomst iemand anders een gunst te doen. Zo kan pro-sociaal gedrag worden bevorderd.
Is Helping Contagious?
Sociale psychologen zijn geneigd zich op de negatieve kanten van mensen te richten. De menselijke
geschiedenis bestaat niet alleen uit ellende en wreedheid, maar ook uit moed, opoffering en
compassie. Coöperatief gedrag kan besmettelijk zijn; het kan van persoon tot persoon worden
doorgegeven.
What Is Prosocial Behaviour?
Prosocial behaviour = iets doen dat goed is voor andere mensen of voor de samenleving als geheel.
Door pro-sociaal gedrag kunnen relaties worden opgebouwd doordat het de cultuur en de
maatschappij in staat stelt om te functioneren. Hoewel sociale psychologen vaak onderzoeken hoe
gehoorzaamheid mensen kan sturen tot slechte dingen, is het voornamelijk iets goeds; de
samenleving zou ineenstorten als er geen gehoorzaamheid was.
Rule of law = wanneer leden van een samenleving (inclusief de machtigste leiders) de regels volgen
en respecteren. Als er geen regels zouden zijn of wanneer mensen de regels niet zouden
gehoorzamen dan zou de ‘rule of law’ niet effectief zijn. In veel samenlevingen bestaat er een
positieve correlatie tussen geluk en de ‘rule of law’.
Mensen vertonen eerder pro-sociaal gedrag wanneer ze vinden dat de regels van de samenleving of
instantie waarin ze werken rechtvaardig en eerlijk zijn. Ook vertonen ze eerder pro-sociaal gedrag in
het bijzijn van anderen. Wanneer mensen zich bekeken voelen door anderen zullen ze zich socialer
gedragen, omdat ze een goede indruk willen maken en tot sociale groepen willen behoren.
Reciprocity = de verplichting om iets terug te doen voor iemand die jou een gunst heeft gedaan.
Wanneer je iemand een gunst doet en diegene doet niks terug, voel jij je vervelend. Wanneer
iemand jou een gunst doet en je doet niks terug voor diegene, voel jij je schuldig.
• Directe wederkerigheid houdt in dat je dezelfde persoon een gunst doet, die jou een gunst
heeft gedaan.
• Indirecte wederkerigheid houdt in dat je iemand een gunst doet, en er vanuit gaat dat
iemand anders jou een keer een gunst doet (groepsnormen).
Wanneer je altijd behulpzaam bent, kun je een goede reputatie krijgen waardoor mensen eerder
bereid zijn om jou te helpen.
Gratitude = een positieve emotie die resulteert van de perceptie dat je hebt geprofiteerd van de
intentionele, vrijwillige actie van iemand anders.
, Norms = standaarden gevestigd door de samenleving om zijn leden te vertellen welke soorten
gedrag typisch of verwacht zijn. Twee soorten normen bevorderen of mensen bijdragen aan het
gemeenschappelijke goed.
- Equity = het idee dat iedereen voordelen ontvangt die in verhouding zijn met wat de individuen
bijdragen. Wanneer je het hardst werkt, krijg je bijvoorbeeld het meest betaald.
- Equality = het idee dat iedereen dezelfde hoeveelheid krijgt, onafhankelijk van wat een individu
bijdraagt. Hier wordt vanuit gegaan dat mensen allemaal bijdragen in hoeverre ze kunnen, omdat ze
zich anders slecht voelen over zichzelf.
Sensitivity about being the target of a threatening upward comparison = interpersoonlijke zorg over
de gevolgen van het beter presteren dan anderen. Wanneer we beter presteren dan anderen, zullen
we ons enerzijds trots voelen en anderzijds angstig omdat anderen ons hiervoor kunnen afwijzen.
Er zijn twee soorten oneerlijkheid.
- Underbenefited = minder krijgen dan je verdient.
- Overbenefited = meer krijgen dan je verdient. In tegenstelling tot dieren voelen mensen zich
schuldig wanneer ze meer krijgen dan ze verdienen.
Morality
Wanneer je moraliteit begrijpt, weet je hoe jij je pro-sociaal moet gedragen. Morele regels moedigen
mensen aan om zich pro-sociaal te gedragen, waarvoor ze egoïstische en antisociale impulsen
moeten onderdrukken. Door je moreel te gedragen, kun je andere mensen helpen om zich beter te
laten voelen.
Moral reasoning = logische deducties gebruiken om morele oordelen te doen gebaseerd op
abstracte principes van goed en fout. Moraliteit draagt bij aan innerlijke conflicten; soms ben je
geneigd immorele dingen te doen.
Moral intuitions = oordelen gebaseerd op of een actie goed of fout is, die automatisch gebeuren en
berusten op emotionele gevoelens. Soms ben je geneigd iets te doen, omdat het simpelweg goed
voelt. Mensen proberen hun acties te rechtvaardigen door ze met morele principes te onderbouwen.
Morele regels creëren gedeeld begrip van hoe jij je moet gedragen; het zijn de fundamenten van de
menselijke cultuur en de samenleving. Morele oordelen zijn gebaseerd op vijf fundamenten.
- Afkeuring van mensen die elkaar pijn doen.
- Eerlijkheid.
- Respect voor de legitieme autoriteit.
- Loyaliteit aan jouw groep.
- Zuiverheid/heiligheid.
Liberalen prijzen alleen de eerste twee morele fundamenten, terwijl conservatieven alle morele
fundamenten prijzen.
Cooperation, Forgiveness, Obedience, Conformity, and Trust
Cooperation = met iemand samenwerken voor wederzijds of wederkerig voordeel. Door beiden een
aandeel te doen, kun je een gemeenschappelijk doel bereiken.
Prisoner’s dilemma = een spel dat mensen dwingt om te kiezen tussen competitie en coöperatie,
waarbij er sprake is van een tradeoff. De twee betrokkenen staan voor de keuze om te bekennen of
om niet te bekennen; de consequenties hangen af van hun keuzes. Het gevangenendilemma is een