100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid

1 beoordeling
 43 keer bekeken  3 keer verkocht

jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid samenvatting

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • Ja
  • 3 juni 2020
  • 46
  • 2019/2020
  • Samenvatting
  • pedagogiek in
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: i__demir • 4 jaar geleden

avatar-seller
esmeekooij
Samenvatting Jeugdprofessionals en Transformerend jeugdbeleid
Hoofdstuk 1 Jeugdbeleid in Nederland
Het is belangrijk voor sociale professionals om kennis, inzicht en vaardigheden te hebben wat betreft het
jeugdbeleid omdat jeugdbeleid een samenspel tussen (lokale) overheden en professionele uitvoerende
jeugdorganisaties is. het beleid bepaalt de context (het inhoudelijke kader en de financiële ruimte) waarbinnen
jeugdorganisaties en sociale professionals hun werk moeten doen.

Jongeren, worden al eeuwen lang als een maatschappelijk probleem en risico beschouwd.

1.1 Beleid en overheid
Naast de overheid voeren ook andere organisaties, instellingen en bedrijven beleid. Dit heet dan instellingsbeleid.
- Als sociale professional heb je dagelijks te maken met beleid. Niet alleen van overheid maar ook van de
organisaties waar je mee werkt of het beleid van andere instellingen en/of samenwerkingspartners.

Beleid kan soms uitermate complex, ondoorzichtig en weerbarstig zijn.
- Inzicht in beleid van de overheid en de eigen instelling is belangrijk voor een effectieve en efficiënte
taakuitvoering.
- Zonder dit inzicht is de kans groot dat er op een weinig doeltreffende wijze langs elkaar heen gewerkt
wordt, waardoor bepaalde groepen kwetsbare jongeren en gezinnen in de marge van de samenleving
belanden.

Beleid: Het kiezen van doelen, het effectief (doelgericht) en efficiënt (doelmatig) inzetten van
middelen in een bepaalde tijdsvolgorde

3 belangrijke samenhangende onderdelen van beleid:
- Doelen - Middelen - Planning

Aan het ontwerpen en uitvoeren van beleid licht een kwestie of probleem ten grondslag
- Beleid gaat over beoogde resultaten en maatregelen
- Beleid is altijd bedoeld voor groepen mensen of gericht op specifieke probleem velden

Voorbeeld bij jongeren:
Voortijdig schoolverlaten = Maatschappelijk probleem  Jongeren zonder startkwalificatie maken minder kans op
de arbeidsmarkt en lopen een verhoogd risico om op maatschappelijk vlak buiten de boot te vallen.
Beleidsdoel: Het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten
Doel bereiken: Overheid kan via wet en regelgeving diverse middelen en of maatregelen inzetten. Deze worden
vrijwel altijd voor een bepaalde periode ingezet.  binnen die periode en na afloop ervan wordt bekeken of het
doel is bereikt en of het beleid moet worden gestopt of dat er een nieuwe periode moet worden voortgezet in al dan
niet aangepaste vorm.
 Beleid is niet statisch maar vrijwel altijd in beweging

Onderscheiden van beleid binnen jeugd- en gezinsbeleid:
- Curatief: Genezend
o Gericht op beperken van de negatieve gevolgen van een situatie of gebeurtenis door achteraf
maatregelen te treffen.
o Beter voorkomen dan genezen
- Preventief: Voorkomend
o Voorkomen van een ongewenste situatie door voortijdig maatregelen te nemen: in vroeg stadium
bepaalde risico’s inschatten en daar op in spelen.
o Beter voorkomen dan genezen
- Repressief: Onderdrukkend
o Onderdrukken, beteugelen of bedwingen van een ongewenste (Acute) situatie.

, o Voorbeeld: Het toepassen van drang en vooral dwangmaatregelen in het jeugd- en gezinsbeleid
De overheid: Vormt het hoogst bevoegde gezag op een bepaald territorium of grondgebied en bestaat uit
bestuurders, bestuursorganen en het ambtelijke apparaat.
- Er zijn meerdere, vooral verschillende overheden die met jongerenoverlast te maken hebben.

De belangrijkste kerntaken van de overheid tot op heden:
1. Zorgen voor openbare orde en veiligheid
2. Zorgen voor sociaaleconomische zaken als werkgelegenheid, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden
3. Zorgen voor sociaal-culturele zaken als welzijn, onderwijs, volksgezondheid en kunst

Discussie punt: in hoeverre en hoe intensief willen, moeten en mogen overheden zich bemoeien met het wel en
wee van de burgers en jongeren.
- Waar begint en eindigt de verantwoordelijkheid van overheden en waar begint en ligt die van burgers en
maatschappelijke organisaties?.  Overheden kunnen niet voor alles opdraaien.

1.2 Jeugd als beleidsprobleem en – vraagstuk
Jongeren scoren altijd hoog op de klachtenlijst van bewoners en krijgen regelmatig politieke aandacht van de
(lokale)overheid.
- De roep om drang- en dwangmaatregelen, zoals opvoedingskampen voor de meest maatschappelijk
ontspoorden, hoor je overal.

Ouders en politici van nu maken zich zorgen over:
- Jeugdige coma zuipers, - Straatrovers - Relschoppers
- Geweldplegers

Er is van alles bedacht om het gedrag van de jeugd en problemen met en tussen jongeren te kanaliseren.
Probleem: Een situatie die (groepen) mensen als ongewenst en verstorend beschouwen omdat het hen
persoonlijk en in negatieve zin raakt.

Bestuurskundigen spreken van getemde en ongetemde beleidsproblemen.
- Getemde problemen:
o Gaat om relatief eenvoudige kwesties
o Deskundigen weten hoe deze in elkaar steken, Inzicht hebben in oorzaak en gevolgen en hoe deze
door middel van beleid (doel, middel en planning) zijn op te lossen
- Ongetemde problemen:
o Kennis en inzichten van professionals lopen uiteen,
o Men verschilt van mening over de meest wenselijke oplossing
o Proefondervindelijk wordt in de praktijk vastgesteld welke maatregel helpt.
o Voorbeeld: Jeugdcriminaliteit.

Wat voor de één een onwenselijke situatie is, kan voor de ander juist acceptabel zijn.
- Problemen hebben veelal te maken met beleving, een subjectieve ervaringswerkelijkheid.
- Jongeren zien zichzelf niet als een probleem of risico, terwijl volwassenen vaak wel zo oordelen.

Het problematiseren van kwesties met jeugd wordt vooral duidelijk bij het stigmatiseren:
- Telkens krijgen groepen jongeren nieuwe etiketten opgeplakt.
- In het boek grenzeloze generatie: wordt geconstateerd dat jongeren van nu voornamelijk op zichzelf en het
eigen netwerk gericht zijn.  Genieten en consumeren staan centraal in hun leven. Het gaat om uiterlijk
vertoon en kicks.  Leid er toe dat jongeren zich minder bekommeren om anderen en weinig actief
bijdragen aan de gemeenschap.

,Een jeugdvraagstuk roept ongeduld over het beleid op.  De samenleving lijkt steeds (over) gevoeliger te
reageren op ongewenste situaties en eist dat de overheid ze direct oplost.
- Door de geprikkelde houding t.a.v. bepaalde groepen jongeren in menig gemeenten, nemen de roep om en
de behoefte aan het stellen van grenzen en nemen van harde maatregelen toe.
o Beleid krijgt daardoor een militair karakter.
o Het beleidsjargon is doorspekt met quasimilitaire uitgesproken meningen.

De samenleving is de afgelopen decennia steeds complexer geworden qua bevolkingsgroei en samenstelling.
- Multiculturele steden/ diversiteit aan nieuwe bevolkingsgroepen met hun eigen culturele gewoonten en
geloofsovertuigingen brengt onzekerheden, knelpunten en spanningen met zich mee
- Er is sprake van een aanzienlijke achterstand op het gebied van scholing, werk en wonen bij allochtonen
o 2e en 3e generatie doet het beter qua integratie, leren en studeren.
o De uitzichtloze situatie van allochtonen leidt tot wantrouwen en verwarring waardoor de kans op
afglijden naar criminaliteit en illegaliteit toeneemt.
o Het vertrouwen in politiek, democratie en het oplossend vermogen van de overheid is gering.
- Met de meerderheid van de Nederlandse jeugd gaat het goed,  Overheidsbeleid richt zich niet enkel en
uitsluitend op groepen waarmee het slecht en bergafwaarts gaat.
- Er wordt in het jeugdbeleid geïnvesteerd in het versterken van de kwaliteit en het talent van jongeren. O.a.
via opleiding.

1.3 Jeugdbeleid door de tijd heen
De industrialisatie in de 2e helft van de 19e eeuw en de kwalijke gevolgen daarvan voor de ontwikkeling, welzijn
en gezondheid van kinderen en jongeren trokken de aandacht van sociaal betrokken burgers en kerken  Maakten
zich zorgen.
De ernst van de problematiek werd later aangeduid als Sociale kwestie, ook door overheid
Gevolgen: wonen in krotwoningen, slechte hygiëne, ontbreken goed onderwijs, jeugdprostitutie

Van de overheid werd een zekere terughoudendheid verwacht als het ging om armoedebestrijding.
 De afschaffing van kinderarbeid en invoering van de leerplichtwet in 1901 waren de 1e tekenen dat het
welzijn en de gezondheid van jongeren de aandacht van de overheid hadden.
 De Nederlandse Bond tot Kinderbescherming oefende druk uit op de overheid om de nodige wettelijke
voorzieningen te treffen ter bescherming van jonge verwaarloosde kinderen.
 Het begeleiden, beschaven en opvoeden was vooral een taak van kerken en particuliere charitieve
instellingen, die zelf opdraaiden voor de bekostiging.
 In het jaar van de leerplicht traden er kinderwetten in werking waarin de opvoedingsplicht van ouders werd
geregeld.
o Bij verzaken van deze plicht kreeg de overheid recht om in te grijpen in het gezin  Ouderlijke
macht beperken  Voogdijraad kreeg verantwoordelijkheid over opvoeding  Gesubsidieerd
 In 1921 werden de maatregelen uitgebreid met OTS en de aanstelling van kinderrechters
o Kinderrechters konden kinderen plaatsen in particuliere tehuizen, vallend onder Ministerie van
Justitie.
 1915,  Staatscommissie tot onderzoek naar de ontwikkeling van jeugdige personen werd ingesteld n.a.v.
tal van klachten over de baldadigheid van jongeren.
 1919  de bovengenoemde commissie constateerde sober dat de voortgaande industrialisatie, urbanisatie
en de ontwrichtende effecten van de 1e Wereldoorlog op de samenleving demoraliserende en negatieve
invloeden hadden op het gedrag van jongeren.
o Volgens de commissie was het noodzakelijk jongeren te vormen en te beschaven.
o Door de jeugd te disciplineren kon de toekomst in bedwang gehouden worden dachten ze.
o Het verenigingsleven vanuit kerkelijk en particulier initiatief werd bevorderd.
o Overheid hield nog afstand.
 Ondanks alle inspanningen slaagden de kerken en instellingen er niet in de kwestie ‘jeugd’ op te lossen.
o Het probleem werd alleen maar groter, en versterkt door de uitbraak van de 2e wereldoorlog

, In de periode van wederopbouw en economisch herstel was er een snel groeiende behoefte aan geschoolde en
gedisciplineerde arbeiders.
- Een morele paniek bij bestuurlijke en kerkelijke elite,  Waren de jongeren wel opgewassen tegen deze
nieuwe situatie, stonden zedeloosheid en onaangepast gedrag dit niet in de weg?
- 1948  Regering gaf opdracht tot onderzoeken van ‘het ontstaan en de beïnvloeding van de mentaliteit
van de massajeugd’. Na 5 jaar verschenen er wetenschappelijke rapporten.
o Rapporten waren overdreven  Jeugd verwilderd.
o De overheid moest zich vanaf nu beleidsmatig en financieel intensiever bemoeien met
‘onmaatschappelijke’ gezinnen en verondersteld misplaatst gedrag van jongeren.
- 1952  Ministerie van Maatschappelijk werk opgericht  Hield zich buiten onderwijs (beleid) bezig met
het opgroeiproces van kind tot jongvolwassene.

De jeugd gold als startpunt voor maatschappelijke vernieuwing en participatie.
- Jongeren moesten worden begeleid in hun gedragingen en ontwikkeling en vooral niet onderdrukt
- Er moest rekening worden gehouden met hun gevoelens en behoeften
De overheid stelde subsidies beschikbaar om het bovengenoemde te realiseren.
 Er ontstonden in de jaren 60 en 70 veel gespecialiseerde en gesubsidieerde jeugd- en gezinsinstellingen
o Er was ook kritiek op dit jeugdstelsel  Vooral op de werking van de kinderbescherming
o Uit huis en instellingen weglopende kinderen nam toe en OTS ouders klaagden dat zij niet gehoord
of geholpen werden
 Gevolg: Opkomst alternatieve hulpverlening zoals: Jongeren Advies Centra JAC’s en de Belangen
vereniging Minderjarige BM.

Tussen 1965 en 1982 stonden in het jeugdbeleid begrippen centraal als:
- Emancipatie
- Democratisering
- Participatie
- Bewustwording
- Maatschappelijke ontplooiing.
 NL verzorgingsstaat  Beleid verschoof naar de beest gemarginaliseerde* jeugd.
Gemarginaliseerd: ervoor zorgen dat iets of een groep minder belangrijk of invloedrijk wordt


1982  Ministerie CRM maakte plaats voor Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur WVC.
- Nieuwe visie en missie: Van verzorgingsstaat naar een zorgzame samenleving.
- Voorstel Wet op Jeugdhulpverlening in 1985  Pas aangenomen in 1989.
o Gevoelig punt was de versnipperde financiering: Het ministerie van Justitie financierde de
jeugdbescherming. Volksgezondheid de jeugd-ggz en het ministerie van WVC de
jeugdhulpverlening.
o Uitgangspunt van de wet was: Tijdige, bij voorkeur preventieve, kortdurende hulpverlening dicht
bij huis. De jeugdsector moest daarvoor onder de schop genomen door:
1. De Jeugdhulpverlening naar een lager beleidsniveau brengen, dus te decentraliseren naar de
provincies en/of grootstedelijke regiobesturen
2. Een andere vorm van financiering, namelijk functie i.p.v. instellingsgerichts subsidie
3. De hulpverleningscapaciteit rechtvaardiger te herverdelen
4. Streven naar schaalvergroting omdat veel residentiële instellingen klein waren dus een beperkte
omvang en eenzijdig aanbod kenden.

1987  Welzijnsbeleid naar de gemeenten
Aanpak veranderde, men geloofde niet meer in een samenleving zoals de verzorgingsstaat, er moest flink
bezuinigd worden.
- Succes en mislukking werden niet meer toegeschreven aan overheid maar aan inzet van het individu zelf.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeekooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 54879 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  3x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd