100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete Samenvatting Voor Alle 73 Toetsstoffen Examen Verpleegkunde 2020 / 2e jaar / KBS 7, 8, 9 / Redeneren, indiceren en onderzoeken / VPK €9,49
In winkelwagen

Samenvatting

Complete Samenvatting Voor Alle 73 Toetsstoffen Examen Verpleegkunde 2020 / 2e jaar / KBS 7, 8, 9 / Redeneren, indiceren en onderzoeken / VPK

2 beoordelingen
 198 keer bekeken  8 keer verkocht

Compleet 73 tentamen stoffen, meer dan 2000 pagina’s, zijn nu in 133 pagina’s samengevat. Dit is voor het examen verpleegkundige. KBS 6, 7, 8. VPK. 2020. Jaar 2. 2e jaar. Redeneren, indiceren en onderzoeken.

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 132  pagina's

  • Ja
  • 7 juni 2020
  • 8 juni 2020
  • 132
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: celek8 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: magdaharmanni • 3 jaar geleden

Alles lijkt gekopieerd en geplakt uit de PowerPoints, hierdoor mis je soms hele stukken informatie

avatar-seller
lilianbakker2
Complete Samenvatting Voor Alle Toetsstoffen
Examen Verpleegkunde e jaar / KBS 7,
8, 9 / Redeneren, indiceren en onderzoeken /
VPK
Inhoud
KBS 7: Het indiceren in de ketenzorg..............................................................................................................................4
Situatie schets: oriëntatie op ketenzorg: wijkanalyse, geneeskundige methodiek, model van Rosendal ................4
Toetsstof 1: Flitscollege – Indiceren........................................................................................................................4
Toetsstof 2: Rosendal – Indiceren in het verpleegproces........................................................................................4
Toetsstof 3: Expertisegebied Wijkverpleegkundige (V&VN), hfst. 3........................................................................6
Toetsstof 4: Normenkader (V&VN), blz. 15 - 23......................................................................................................7
Netwerk in kaart brengen: Geno-/Ecogram, draagkracht en draaglast mantelzorger .............................................9
Toetsstof 5: Flitscollege – Hulpmiddelen bij indiceren............................................................................................9
Toetsstof 6: Werken aan sociale netwerken (Vilans).............................................................................................10
Toetsstof 7: Handreiking MantelScan (MOVISIE)...................................................................................................12
Zelfredzaamheid: zelfredzaamheid en zelfmanagement, keuzehulp .....................................................................13
Toetsstof 8: Flitscollege – Zelfmanagement-ondersteuning..................................................................................13
Toetsstof 9: Flitscollege – Gezamenlijke Besluitvorming, Shared Decision Making (1)..........................................15
Toetsstof 10: Flitscollege – Gezamenlijke Besluitvorming, Shared Decision Making (2)........................................17
Toetsstof 11: Gezamenlijke besluitvorming in zorg en welzijn (Smits en Jukema) hfst. 3, 4, 6..............................19
Toetsstof 12: Zorgmodule Zelfmanagement (CBO), blz. 1 - 38..............................................................................21
Toetsstof 13: De Zelfredzaamheid-Matrix (GGD Amsterdam en gemeente Rotterdam).......................................24
Toetsstof 14: Expertisegebied wijkverpleegkundige (V&VN), hfst. 1, 2.................................................................25
Toetsstof 15: Hulpmiddelen voor het indiceren en organiseren van zorg (V&VN)................................................25
Toetsstof 16: Groningen Frailty Indicator, GFI.......................................................................................................26
Toetsstof 17: ZelfredzaamheidsRadar (LOCOmotion)............................................................................................27
Toetsstof 18: Zelfredzaamheid – Handreiking zelfredzaamheid voor wijkverpleegkundigen (Vilans)...................27
Toetsstof 19: Zo zelfredzaamheid – Instrumenten voor het meten van zelfredzaamheid (Vilans)........................28
Samenwerkingspartner & gezondheidsbevorderaar:............................................................................................30
Toetsstof 20: Flitscollege – Samenwerkingspartner en gezondheidsbevorderaar in de keten..............................30
Toetsstof 21: Zorgketen voor kankerpatiënten moet verbeteren (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)............35
Toetsstof 22: Stappenplan wijkanalyse maken (Van Kleef Instituut).....................................................................36
Toetsstof 23: Maatschappij en Gezondheid (V&VN).............................................................................................37
Toetsstof 24: Visiedocument: Casemanagement in de Oncologische Keten (V&VN)............................................37
Omaha classificatie: het opstellen van het zorgplan, oncologische richtlijnen ......................................................37
1

, Toetsstof 25: Flitscollege – ECARE.........................................................................................................................37
Toetsstof 26: Flitscollege – Werken in het EPD.....................................................................................................38
Toetsstof 27: Flitscollege – OMAHA systeem........................................................................................................38
Toetsstof 28: Flitscollege – Klinisch redeneren (voor kernset patiënt problemen)...............................................40
Toetsstof 29: Omaha system support, wijzer in zorg en welzijn (www.omahasystem.eu)....................................44
Toetsstof 30: Handleiding Omaha system (www.omahasystem.eu).....................................................................45
Toetsstof 31: Omaha system op papier (stichting Omaha System Support)..........................................................47
Toetsstof 32: De Nationale Kernset, De beroepsstandaard voor het vastleggen van zorggegevens (V&VN)........47
Toetsstof 33: Netwerk Palliatieve Zorg (Stichting Fibula)......................................................................................48
Toetsstof 34: Proactieve zorgplanning (Stichting Fibula).......................................................................................48
Toetsstof 35: Beoordelen en uitleg Evidence-based richtlijnen.............................................................................48
Toetsstof 36: Klinisch redeneren, een handleiding (Pearson) blz. 76 - 80.............................................................50
Toetsstof 37: Een assessment op basis van het Omaha System (2014, Omaha System Support).........................53
Toetsstof 38: Overzichtskaart 1 (Omaha System Support)....................................................................................54
Toetsstof 39: Overzichtskaart 2 (Omaha System Support)....................................................................................54
Financiering van de zorg: wie betaalt welke zorg, wie mag deze zorg indiceren en wie levert deze zorg? ...........55
Toetsstof 40: Flitscollege – Indiceren....................................................................................................................55
Toetsstof 41: Normen voor indiceren en organiseren van verpleging in de eigen omgeving (V&VN)...................56
KBS 8: Klinisch redeneren binnen de intensieve zorg....................................................................................................57
De stappen van ProActive Nursing (1)..................................................................................................................57
Toetsstof 42: ProActive Nursing: klinisch redeneren in zes stappen (Boom) blz. 9 - 52........................................57
Toetsstof 43: Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties (ThiemeMeulenhoff) Geheel boek.....................63
De stappen van ProActive Nursing (2)...................................................................................................................81
Toetsstof 44: Flitscollege – ProActive Nursing: klinisch redeneren in zes stappen................................................81
Toetsstof 45: De casus in 'kaart' ProActive Nursing: Patiëntbespreking................................................................85
Toetsstof 46: ProActive Nursing: Klinische aandachtspunten................................................................................86
Toetsstof 47: Nurses’ ‘worry’ as predictor of deteriorating surgical ward patients...............................................97
Toetsstof 48: Informatievaardigheden..................................................................................................................98
De stappen van ProActive Nursing (3)...................................................................................................................98
De stappen van ProActive Nursing (4): Outcome Present State-Test en de toepassing ........................................98
Toetsstof 49: Flitscollege – klinisch redeneren en OPT model...............................................................................98
Toetsstof 50: Using NANDA, NIC, and NOC (NNN) Language for Clinical Reasoning With the Outcome-Present
State-Test (OPT) Model.......................................................................................................................................100
Kritisch beoordelen van onderzoek & Zelf doen van onderzoek .........................................................................101
Toetsstof 51: Flitscollege – Basisprincipes van Zelf onderzoek doen...................................................................101
Toetsstof 52: Flitscollege – Basisbegrippen Kwalitatief onderzoek.....................................................................103
Toetsstof 53: Flitscollege – Betrouwbaarheid en validiteit van onderzoek.........................................................104
Toetsstof 54: Flitscollege – Basisbegrippen kwantitatief onderzoek...................................................................105

2

, Toetsstof 55: Flitscollege – Basisbegrippen kwantitatief onderzoek...................................................................107
Toetsstof 56: Wat is onderzoek? Praktijkboek voor methoden en technieken...................................................108
Toetsstof 57: Evidence-based practice voor verpleegkundigen hfst. 2, 7 – 10....................................................113
Toetsstof 58: Critical Appraisal of Topics.............................................................................................................116
KBS 9: Visie en kwaliteit in de VGZ..............................................................................................................................116
Oriënteren op een visie VGZ................................................................................................................................116
Toetsstof 59: Flitscollege – Zorg voor mensen met een verstandelijk beperking 1.............................................116
Toetsstof 60: Flitscollege – Zorg voor mensen met een verstandelijk beperking 2.............................................118
Toetsstof 61: Flitscollege – Zorg voor mensen met een verstandelijk beperking 3.............................................119
Toetsstof 62: Flitscollege – International Classification of Functioning, Disability & Health................................120
Toetsstof 63: Leerboek – Psychiatrie voor verpleegkundigen Hfst. 20................................................................125
Toetsstof 64: Sociaal-emotionele ontwikkeling. Omschrijving fasen en bijbehorende begleidingsstijl...............125
Toetsstof 65: Probleemgedrag............................................................................................................................126
Toetsstof 66: Het stappenplan in de Wet zorg en dwang....................................................................................127
Toetsstof 67: Wet BOPZ binnen de VGZ..............................................................................................................128
Toetsstof 68: Alternatieven voor meer vrijheid in de zorg (Vilans)......................................................................128
Toetsstof 69: Grensoverschrijdend gedrag naar mensen met een beperking (Vilans)........................................130
ICF-model (International Classification of Functioning, Disability & Health) .......................................................130
Toetsstof 70: The International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) and nursing...............130
Toetsstof 71: International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)..........................................131
Toetsstof 72: Models of Disability, Quality of Life, and Individualized Supports: Implications for Professional
Practice in Intellectual Disability..........................................................................................................................131
Toetsstof 73: Diagnoses and Interventions Pertinent to Intellectual Disability Nursing......................................132




3

,KBS 7: Het indiceren in de ketenzorg
De focus in deze 6 weken ligt op indiceren, coördinatie en continuïteit volgens het model van Rosendal.

1. Je indiceert als wijkverpleegkundige de zorg die een oncologische patiënt nodig heeft gedurende de
verschillende fasen binnen het ziekteproces.
2. Je maakt als wijkverpleegkundige in deze periode een zorgplan volgens de Omaha classificatie in het Elektronisch
Patiëntendossier (hierna EPD). Daarnaast geef je een klinische les aan de rest van het team aan de hand van een
zelf geschreven deskundigheids-bevorderingsplan
3. De volgende rollen staan centraal: de zorgverlener, de communicator, de samenwerkingspartner en de
organisator.
4. Voor de oriëntatie op dit werkveld zie: de kritische beroepssituatie.



◆ Situatie schets: oriëntatie op ketenzorg: wijkanalyse, geneeskundige methodiek, model van
Rosendal
Toetsstof 1: Flitscollege – Indiceren
1. Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij
 van curatieve zorg naar preventieve zorg
 van professionele zorg naar mantelzorg
 van intramurale zorg naar extramurale zorg
2. Gevolgen voor verpleging
 Belang preventie groter
 Sociaal culturele ontwikkelingen
 Ondersteuning zelfmanagement
 Veranderingen in zorgaanbod en werkproces
 Herontdekte wijkverpleegkundige
3. Wijkverpleging in de nieuwe Zorgverzekeringswet (hierna Zvw) aanspraak 2015
 ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden, waarbij die zorg verband houdt met de behoefte aan
geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’ (Zorgverzekeraars Nederland, hierna ZN, 2014)
4. Taken wijkverpleegkundige
 Verrichten verpleegkundige en verzorgende handelingen
 Indiceren
 Coaching
 Casemanagement (ZN, 2014)
5. Indiceren van zorg
 Volgens Bachelor of nursing 2020
o “Het vaststellen, beschrijven en organiseren van aard, duur, omvang en doel van de benodigde
(verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de zorgvrager op basis van gediagnosticeerde of potentiële,
nader te onderzoeken en te diagnosticeren patiëntproblemen”.

of

o “Bepalen wat de cliënt nodig heeft, gezien zijn individuele situatie.” (Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland, hierna V&VN)



Toetsstof 2: Rosendal – Indiceren in het verpleegproces
Introductie

 Ten koste van kwaliteit als doelmatigheid.

4

, Het onafhankelijk laten indiceren door een derde.
 Geen organisatorisch issue maar een professioneel-inhoudelijke.
 Wijkverpleegkundige heeft een andere context dan in een ziekenhuis.
o Zelfmanagement en eigenregie
o Langdurige relatie met de cliënt en zijn omgeving
o Betrokken met alle fasen, stappen, zorgproces van een cliënt
o Dialoog met de cliënt continu
o Indiceren is slechts een van de
noodzakelijke stappen

Stap 1: Vertrouwen opbouwen

 De verpleegkundige is geïnteresseerd in de cliënt
 De verpleegkundige moeten gedurende het gehele
verpleegproces zich vergewissen of dat vertrouwen
nog steeds aanwezig is

Stap 2: Anamnese

 Moet bewust zijn van mogelijke vooroordelen
 Valkuil – Jumping into conclusions
 Informatie zowel van de cliënt, als van zijn nabije
omgeving (familie, vrienden, mantelzorg, etc.)
 Onderbouwde classificatiesystemen – NANDA – Dit
classificatiesysteem voor verpleegkundige
diagnosen is van het beschikbare arsenaal op dit
gebied het meest volledig onderbouwd
 Belang van diagnoses – nagekeken met de PES-
structuur (P = probleem, E = etiologie, S =
symptomen)
 Diagnoses zijn objectief vastgesteld

Stap 3: Oorzaken en gevolg uitsorteren

 Samenhangede factoren in S en E
 Veroorzakende factor = determinant
 Determinantenmodel van Lalonde
 Determinanten van gezondheid, dit is door RIVM
uitgewerkt
o Fysieke omgeving
o De wijk waarin we wonen
o Ons huis
o Ons werk Model van Rosendal
o Onze school
o Gedrag
o Leefstijl
 Hypothese opstellen
 Determinanten van gezondheid vereist een brede, generalistische blik

Stap 4: Mogelijke diagnose(s) voorleggen aan cliënt

 Gesprek geeft
o Volledig anamnese
o Diagnose(s) vaststellen
5

,Stap 5: Toetsen zelfredzaamheid

 Gesprek
o Zelfredzaamheid in kaart te brengen
 Zelfredzaamheidmatrix
 Beeld van zelfredzaamheid en mantelzorg

Stap 6: Diagnose vaststellen en voorleggen

 NANDA – Classificatie = S
 (H)erkennen

Stap 7: Resultaat bepalen

 RUMBA/SMART
 NOC (385 soorten)

Stap 8: Interventies bepalen (indiceren)

 Afspraak: Wat nodig is om deze doelen te bereiken
 NIC (500 soorten)

Stap 9: Toewijzen en/of verwijzen

 Organiseren de benodigde zorg en acties
 Dat kan bij/met andere discipline zijn
 De beroepsgroep zelf om elkaar hier kritisch op te bevragen en te toetsen om zo het beroep “schoon” te houden

Stap 10: zorgplan starten (formeel/informeel)

 Zorgplan wordt vastgesteld
 In de gaat houden of het doel is bereikt

Stap 11

 Alle activiteiten worden gemonitord
 Terugkoppelen aan betrokken
o Bevindingen wordt afgerond of door te gaan
o Interventies worden aangepast of op nieuw bepaald



Toetsstof 3: Expertisegebied Wijkverpleegkundige (V&VN), hfst. 3
 Bachelor of Nursing 2020 (2020)
o Wijkverpleegkundigen moeten minimaal een verpleegkundeopleiding op bachelor-niveau met succes
hebben afgerond.
o HBO-V is vertegenwoordiger van LOOV (Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde)
o Het curriculum is ingericht rondom de CanMEDS-competentiegebieden
 Adviescommissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen (2020)
o ABCD-model, met een volgende van prioritering:
A. Voorzorg: alles wat we kunnen doen om zorg te voorkomen
B. Gemeenschapszorg: wanneer zorg nodig is, zoveel mogelijk in de eigen omgeving (wijk en
buurt). Pas daarna
C. (Laag)complexe zorg
D. Hoog complexe gespecialiseerde zorg
 Visieontwikkeling V&VN Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid (2016)
o Triple Aim-concept. Triple Aim formuleert drie strategische doelstellingen:

6

, 1. Allereerst: de gezondheid van de bevolking behouden en verbeteren
2. Daarnaast: degenen die zorg nodig hebben, een goede kwaliteit van zorg garanderen
3. Daardoor: vermijdbare kosten binnen en buiten de gezondheidszorg terugdringen
 Kwaliteitskade Wijkverpleging (2018)
o Wat cliënten mogen verwachten van wijkverpleegkundigen
o Wat dezen mogen verwachten van hun werkgever
 Preventie
 Leren verbeteren
 zorguitkomsten
 VTV 2018 Synthese
o RIVN, iedere vier jaar
o VTV (Volksgezondheid Toekomst Verkenningen)
 Roken, alcoholgebruik en overgewicht
 Technologie en meer aandacht voor de inrichting van de leefomgeving
 Preventie-akkoord (2018)
o VWS en het RIVM
 Preventie op het gebied van overgewicht, roken en alcoholgebruik
 De juiste zorg op de juiste plek (2018)
o Taskforce Zorg op de juiste plek
 Voorkomen duurdere zorg
 Verplaatsen van zorg dichterbij mensen thuis
 Vervangen van zorg door andere zorg, zoals eHealth
 Samen met andere partijen realiseren
 Zorgen voor thuiswonende ouderen
o Sociaal en Cultureel Planbureau
 75-plussers in Nederland
 Proactief werken en denken is en blijft cruciaal
 Evaluatie Expertisegebied
o Eerste versie in 2012, 2018 geëvalueerd door Hogeschool Utrecht
 Het Expertisegebied wijkverpleegkundige is bruikbaar, het overgrote deel actueel
 Positieve gezondheid, aandacht voor ggz-problematiek, regie voeren, ethisch redeneren,
zorguitkomsten, wijkgericht handelen en samenwerken
o 255 belangrijkste respondenten van 132 wijkverpleegkundigen, ingevulde enquête
o ¾ van de wijkverpleegkundigen gebruikt het Expertisegebied
o Coachen en “meenemen” van het team, efficiency, autonomie, preventie, multidisciplinair handelen,
leiderschap, ondernemen en shared decision making



Toetsstof 4: Normenkader (V&VN), blz. 15 - 23
Norm 1:

 Professionele autonomie: indicatiestelling leiden met inzicht over belang van cliënt
 Weten wat buiten de grenzen van haar mogelijkheden en wettelijke bevoegdheden
 Op basis van argumenten: als er een afwijking van richtlijnen komt

Norm 2:

 HBO en specialist (master) mag uitvoeren
 Kennis van sociale kaart, vigerende wet
 Daarop indicatiestelling
 Specialist:
o Zelfstandigheid en expert gebied
7

, o Integratie care en cure
o Continuïteit
o Zelfmanagement en kwaliteit van patiënt
 Chronische zorg zijn toegesneden (bestemd) taak
 Preventie zorg zijn toegesneden (bestemd) taak
 Verpleegkundig allround:
 Verschillende richting
 Zelfmanagement
o Patiënten
o Naasten
o Sociale netwerk
 Behouden dagelijks leven
 Verbeteren dagelijks leven
 Beroepstitel
o Verpleegkundigen maken zichzelf bekend geëigende beroepstitel via communicatie
o mondeling en schriftelijk

Norm 3:

 Zorg is gericht op het versterken van eigen regie, zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem
 Afstemmen met cliënt en cliëntsysteem
 Share decision making
 Uitstekende kennis van de sociaal kaart en voorzieningen
 Wijkverpleegkundige 5
o Versterken van eigen regie, zelfredzaamheid
1) Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen )
2) Welke probleem heeft u daarbij 4)
3) Hoe komt dat doel?/wat kunt u zelf doen?
4) Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem 3)
doen voor u?
5) Wat kan de (wijk)verpleegkundige doen? 2)
 Stappen in de verkenning van zelfredzaamheid van cliënt en
cliëntsysteem 1)
 1) – 5) zijn verbonden als een dynamisch proces

Norm 4: Besluitvorming

 Niet meer eenmalige inschatting door CIZ
 Over cliënt en cliëntsysteem moeten geleerd worden, en dat kost tijd
 Verpleegproces
 Geneeskundig proces
 Planning van resultaten en interventies
 Uitvoering en evaluatie
 Klinisch redeneren
 Vraagverheldering (anamnese) diagnose
o Het sociale steunsysteem van de cliënt
o De stabiliteit en complexiteit van de situatie
o De (medicatie) veiligheid
o De inschatting van de gezondheidsrisico’s en vermogen tot eigen regie
 Observatie
 Uitvoeren van zorgactiviteiten
 Gesprekken met cliënt

8

,  Gebruik van meetinstrumenten
 Dialoog met de patiënt
o Overleg op basis op shared decision making (zie Norm 3)
o Notitie via PES-formulier
o Kernset van patiënt problemen
o Generieke problemen
 Zorg-relateerde preventie
o Koorts, pijn ondervoeding, uitdroging
o Immobiliteit
o Incontinentie
o Eenzaamheid, somberheid, overbelasting
 Samenwerking met collega’s
 Monitoren van situatie
 Met cliënt regelmatig evalueren (kortere en langere evaluatie)

Norm 5: Verslaglegging voldoet aan de V&VN richtlijn

 Vaststellen van de zorg
 Verlenen van de zorg
 Voortzetten van de zorg
 Evalueren van de zorg
 Overdragen van de zorg
 Controleren van de zorg
o Gordon
o NANDA
o NIC
o NOC



◆ Netwerk in kaart brengen: Geno-/Ecogram, draagkracht en draaglast mantelzorger
Toetsstof 5: Flitscollege – Hulpmiddelen bij indiceren
 Indiceren van zorg
o Volgens Bachelor of nursing 2020, “Het vaststellen, beschrijven en organiseren van aard, duur, omvang
en doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg, in samenspraak met de zorgvrager op basis van
gediagnosticeerde of potentiële, nader te onderzoeken en te diagnosticeren patiëntproblemen”
 Hulpmiddelen
o beslissingsondersteunende hulpmiddelen voor het in kaart brengen en evalueren van de zorgvraag - en
behoefte van de cliënt(systeem) als onderdeel van het verpleegkundig proces
 Hulpmiddelen voor lichamelijke functies
o Meten en vaststellen van:
 (in)continentie
 Pijn
 Risico signalering
 Vallen
 Voeding en vocht
 wondzorg
 Zelfmanagement
o Zelfmanagement gaat niet alleen over goed kunnen omgaan met de ziekte en de gevolgen daarvan, maar
vooral ook over een goed leven hebben mét de ziekte. Hoe kan de chronische ziekte ingepast worden in
het dagelijkse leven van iemand. De patiënt speelt daarbij een actieve rol: de zorgverlener ondersteunt
de patiënt daarbij
9

,  Generiek model zelfmanagement
o Kern van het model is de interactie tussen de mens met een chronische aandoening en zijn zorgverlener
o competenties die chronisch zieken nodig hebben voor het inpassen van de ziekte in hun leven
o competenties die zorgverleners nodig hebben om zelfmanagement bij hun patiënten te ondersteunen
 Zelfredzaamheid
o Zelfredzaamheid gaat meer over algemene dagelijkse activiteiten: jezelf wassen, je huis verzorgen,
contacten met anderen onderhouden
 Meten zelfredzaamheid
o Diverse meetinstrumenten:
 Zelfredzaamheidsmatrix
 Zelfredzaamheidsmonitor
 Zelfredzaamheidsradar
 Zelfredzaamheidsmeter
 Zelfstandigheidslijst
 Effecten Ster (zorgvoorbeter.nl)
 Mantelzorg
o 'Mantelzorg is alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving. Ook
minder intensieve hulp, de hulp aan huisgenoten en de hulp aan instellingsbewoners zijn meegenomen.
Mantelzorg is hulp die verder gaat dan de zogenoemde ‘gebruikelijke hulp’. (SCP)
 Toolkit mantelzorg ondersteuning
 https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/nieuws/toolkit-
mantelzorgondersteuning.pdf
 overzicht van het familiesysteem (mindacademy)
 Genogram
o Het is een kaart met drie of vier generaties en hun onderlinge relaties. Ook belangrijke
familiegebeurtenissen, sterfgevallen, verhuizingen en verbroken contacten kunnen hierin worden
opgenomen. (expertisecentrummantelzorg)
 brengt het sociale netwerk in kaart
 Ecogram
o Bij een Ecogram gaat het niet alleen om familie, maar ook om niet-familieleden waarmee de bewoner
een belangrijke persoonlijke verbinding heeft zoals vrienden, medebewoners, oude kennissen en
collega’s, geestelijk raadslieden, inclusief zakelijke contacten. (in voorzorg)
 Meten (over-)belasting mantelzorger
o MantelScan



Toetsstof 6: Werken aan sociale netwerken (Vilans)
 Achtergrond
o Informele zorg
o Plezier van samen dingen doen
o Emotionele steun
o Welbevinden
o Zelfredzaamheid
o Eigen waarde
 Het doel van ondersteuning
o Kwetsbare mensen helpen hun leven zoveel mogelijk zelf vorm te geven
o Verminderde hulpvraag

Kaart 1: Toch even lezen voordat je begint

 Werk als coach & stel je cliënt centraal
10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lilianbakker2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,49  8x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd