Handelsrecht 2020: hoorcollege-aantekeningen
Inhoud
College 1: Ondernemingsvormen (1)......................................................................................................2
College 2: Ondernemingsvormen (2)....................................................................................................11
College 3: Kapitaalbescherming en (bestuurs)aansprakelijkheid..........................................................18
College 4: Verhoudingen binnen vennootschappen en besluitvorming...............................................27
College 5: Vertegenwoordiging............................................................................................................37
College 6: Personenvennootschappen.................................................................................................47
College 7: Intellectuele eigendom (1)...................................................................................................59
College 8: Intellectuele eigendom (2)...................................................................................................69
College 9: Faillissementsrecht (1).........................................................................................................81
College 10: Faillissementsrecht (2).......................................................................................................95
College 11: Faillissementsrecht (3).....................................................................................................109
1
,College 1: Ondernemingsvormen (1)
Thema’s ondernemingsrecht
Drie hoofdthema’s:
- Juridische organisatie van de onderneming (breed nemen, want er zijn veel vormen)
o.a. organen/bevoegdheden/ruzie
- Vertegenwoordiging (zowel van rechtspersonen als van personenvennootschappen)
- Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Privaatrechtelijke rechtspersonen
We kennen een gesloten systeem van privaatrechtelijke rechtspersonen, opgenomen in boek 2 BW:
- Vereniging
- Coöperatie
- (onderlinge waarborgmaatschappij) deze vorm wordt niet behandeld bij Handelsrecht
- Naamloze vennootschap (NV)
- Besloten vennootschap (BV)
- Stichting
Dit is ook hoe het in boek 2 is opgebouwd. Iedere rechtspersoon heeft zijn eigen titel. Titel 1 zijn de
algemene bepalingen (bepalingen die gelden voor alle rechtspersoonsvormen).
Ter onderscheiding:
- Personenvennootschap (maatschap, VOF, CV).
Dit zijn samenwerkingsovereenkomsten en dus geen privaatrechtelijke
rechtspersonen. Er is inmiddels wel een wetsontwerp in de maak om dergelijke
personenvennootschappen rechtspersoonlijkheid te kunnen toekennen.
Samenwerkingsovereenkomsten zijn overeenkomsten tussen 2 of meer personen die
tot doel hebben om iets samen te doen.
- Eenmanszaak.
Denk aan ambachtelijke beroepen als timmerman of schilder.
De onderneming die wordt gedraaid maakt onderdeel uit van het privévermogen van
de eigenaar van de eenmanszaak.
Regelingen (privaatrechtelijke) rechtspersonen
Wettelijke regelingen:
- Boek 2 BW
- Handelsregisterwet 2007 & Handelsregisterbesluit 2008
- Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Als een ondernemer een onderneming drijft in de zin van de WOR (kijk voor de
definitie in art. 1 onder c WOR) waar tenminste 50 werknemers werkzaam zijn, is hij
verplicht een ondernemingsraad in te stellen. De ondernemingsraad heeft
verschillende bevoegdheden (zowel advies- als instemmingsbevoegdheden).
Statuten:
- Door de rechtspersoon zelf opgestelde regels betreffende de interne organisatie.
- Als een privaatrechtelijke rechtspersoon wordt opgericht móét de akte van oprichting de
statuten bevatten.
- De statuten moeten altijd in overeenstemming zijn met de wet.
2
,Rechtspersoonlijkheid
Art. 2:5 BW:
- “Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk,
tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit”.
Rechtspersonen kunnen dus in beginsel hetzelfde als natuurlijke personen.
Bijvoorbeeld: een natuurlijke persoon kan eigenaar zijn van een telefoon, dus een
rechtspersoon kan dit ook.
- Ook wel: zelfstandig drager van eigen rechten en plichten.
Belangrijke kenmerken:
- Rechtspersoon kan niet zelf handelen
- Elke rechtspersoon heeft daarom altijd een bestuur
Rechtspersoonlijkheid is een bedenkseltje in het recht, een fictie. Je hebt een bepaalde
activiteit, bijv. een ondernemingsvorm, die je verricht in de rechtsvorm van een NV,
BV of coöperatie. De rechtspersoon kan echter zelf niet handelen, dat is gewoon een
etiket dat we op de onderneming plakken, een juridische jas. Vandaar dat iedere
rechtspersoon een bestuur heeft. Dat is het eerste orgaan dat je bij alle
privaatrechtelijke rechtspersonen aantreft.
- Eigen vermogen (zie art. 2:373 BW).
Iedere rechtspersoon heeft een eigen vermogen dat is afgescheiden van de
privévermogens van de (bijvoorbeeld) bestuurders van rechtspersonen. De
rechtspersonen moeten met hun eigen vermogen instaan voor de schulden van de
rechtspersoon. In beginsel zijn de bestuurders niet aansprakelijk naast de
vennootschap.
Doel rechtspersonen
- Doel NV/BV/coöperatie: zij drijven een onderneming die gericht is op het behalen van winst
die kan worden uitgekeerd aan de aandeelhouders van de NV/BV dan wel de leden van de
coöperatie. Je wil dus met een bepaalde activiteit winst behalen die ten goede komt aan de
aandeelhouders/leden.
- Doel stichtingen/verenigingen: kennen een winstuitkeringsverbod.
Verenigingen: art. 2:26 lid 3 BW. Er mag geen winst worden verdeeld onder de leden.
Stichtingen: 2:285 lid 3 BW. Er mag geen winst worden verdeeld onder degenen die
bij de stichting zijn betrokken.
Uitkering behaalde winsten? Wordt er toch winst uitgekeerd, dan loopt de
stichting/vereniging het risico van ontbinding (art. 2:21 BW). Wat wel mag is dat de
bestuurders van de vereniging of stichting een salaris genieten. De stichting of
vereniging mag ook werknemers in dienst hebben. Als er meer dan 50 werknemers in
dienst zijn moet er verplicht een ondernemingsraad ingesteld worden. De werknemers
mogen uiteraard ook een salaris genieten. De stichting en vereniging mogen dus wel
winst maken, maar deze niet uitkeren in de vorm van “dividend” aan leden of aan
anderen die aan de vereniging of stichting zijn verbonden.
Coöperatie
Suiker Unie is geen coöperatie, dat is Royal Cosun. Daar hangt een aantal businessgroepen onder. Een
daarvan is Suiker Unie. Dat is dus geen privaatrechtelijke rechtspersoon. Het is gewoon een van de
ondernemingen die worden gedreven door de coöperatie. Suiker Unie heeft zelf ook vier verschillende
fabrieken die elk hun specialisatie hebben. Een andere businessgroep is Aviko. Je kunt dus heel goed
3
,één privaatrechtelijke rechtspersoon hebben, in dit geval een coöperatie, en daaronder kunnen allerlei
verschillende ondernemingen hangen die eigendom zijn van de coöperatie. De ondergeschikte
ondernemingen hebben in dit concern geen rechtspersoonlijkheid. Maar een andere manier is ook goed
denkbaar, bijv. Heineken. Heineken heeft een topconcern. Deze topholding houdt 100% van de
aandelen in een dochtervennootschap, dat kan een BV zijn. Die BV kan weer 100% aandeelhouder
zijn van vier andere NV’s of BV’s. Het kan ook nog zo zijn dat ze beherend vennoot zijn van een
vennootschap onder firma (dan moet er nog een andere persoon zijn). Dan krijg je van die
kerstboomconstructies waarbij je het zicht volledig kwijtraakt.
NV en BV
De NV is geregeld in Titel 4 Boek 2 BW.
De BV is geregeld in Titel 5 Boek 2 BW.
Let echter op: Titel 1 Boek 2 BW ‘Algemene bepalingen’.
Gelden voor alle rechtspersonen, dus ook voor de NV/BV.
Belangrijk is art. 2:25 BW:
“Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor zover dat uit de wet blijkt”.
Stel: je werkt in de advocatuur en iemand komt bij je met de vraag in welke vorm hij zijn
onderneming het best kan gieten. Dan ga je de verschillende vormen uitleggen. Voordeel van de BV is
de (in beginsel) uitgesloten aansprakelijkheid voor bestuurders én aandeelhouders. Een nadeel is de
behoorlijke hoeveelheid dwingendrechtelijke bepalingen van boek 2 BW die nageleefd moeten
worden. Voor de eenmanszaak en de VOF gelden veel minder dwingendrechtelijke bepalingen. Dan
ben je dus veel vrijer in de manier waarop je je onderneming vormgeeft. Maar bij een VOF heb je wel
weer de sanctie van de persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten.
Tip: tel ongeveer 110 op bij het artikel voor de NV en je komt ongeveer bij het artikel voor de BV.
Maak niet de fout dat je een bepaling voor de NV toepast op de BV of andersom!
Hoe komt de NV (BV) aan geld?
- Art. 2:64 (175) lid 1 BW:
In aandelen verdeeld kapitaal (BV: 1 of meer aandelen)
Ook wel: ‘kapitaalvennootschap’ genoemd
1 of meer aandeelhouders. Als één iemand alle aandelen houdt heb je te maken met
een eenpersoons-BV. Diegene is dan 100% aandeelhouder en enig bestuurder.
- Art. 2:80a/80b (191a/191b) BW:
Storting op aandelen in geld of natura. De aandeelhouder neemt aandelen in het
kapitaal van de NV/BV en op die aandeelhouder rust de verplichting om die aandelen
vol te storten in geld of in natura.
Stel: je wil een verhuisbedrijf in de vorm van een BV oprichten. Je hebt al een busje
en je wil dat gaan gebruiken voor het bedrijf. Dat busje kan dan ter volstorting van de
aandelen ingebracht worden in de BV. Dan stort je dus in natura (d.m.v. goederen).
Nadat je dat hebt gedaan is het busje eigendom geworden van de BV (want de BV is
een rechtspersoon en kan dus eigenaar zijn van goederen).
Oprichting NV/BV
- Door een of meer personen (art. 2: lid 2 BW). Meestal zullen het meerdere personen
zijn.
- Akte van oprichting moet opgemaakt worden bij de notaris; akte van oprichting moet de
statuten bevatten (art. 2:65 en 2::176 en 2:177 BW).
4
, - Bij notariële akte (art. 2:4 jo. 2: lid 2 BW)
Notariële akte is ontstaansvoorwaarde!
Tentamen: krijg in de vingers hoe de wet in elkaar zit (waar je dingen kun vinden en
hoe je ze moet linken). Als in een tentamenvraag staat dat de akte van oprichting
notarieel is verleden moet je niet antwoorden: er is niet gegeven dat er ook statuten
zijn opgemaakt. Als de akte van oprichting notarieel is verleden zijn er per definitie
statuten!
Mogelijke tentamenvraag over oprichting: NV/BV is opgericht bij onderhandse akte.
Dan moet je doorhebben dat het niet bij notariële akte is gebeurd en dat de NV/BV
dus nooit ontstaan is. In het boek staat wat dit betekent voor de nooit opgerichte
NV/BV.
Verplichting tot inschrijving in Handelsregister:
- Zie art. 2:69 lid 1 (NV)/ 2:180 lid 1 BW (BV)
- Artt. 5-7 en 18 Hrgw 2007 en art. 22 Hrgb 2008
- Doel Handelsregister: voor de buitenwereld / het economisch verkeer duidelijk maken hoe de
rechtspersoon eruit ziet (wie zijn de bestuurders, hoeveel bestuurders zijn er, hoe heten ze, zijn
ze wel of niet vertegenwoordigingsbevoegd). Je moet er dus altijd voor zorgen dat de
informatie in het Handelsregister geüpdatet is. Een onjuistheid van een inschrijving in het
Handelsregister kan niet worden tegengeworpen aan derden die niet op de hoogte zijn van de
werkelijke stand van zaken.
Inschrijving is geen ontstaansvoorwaarde! De enige ontstaansvoorwaarde is dat de akte van oprichting
notarieel wordt verleden.
Is de NV/BV niet ingeschreven?
- Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder(s). Het uitgangspunt van de NV/BV is dat de
bestuurders niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de NV/BV. Dat is anders
wanneer de NV/BV nog niet is ingeschreven in het Handelsregister. De bestuurders zijn dan
naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap in de
tijd dat de NV/BV nog niet was ingeschreven. Alle schulden die dan worden aangegaan
kunnen worden verhaald op het privévermogen van de bestuurders. Dit is een heel streng
regime. De gedachte erachter is dat de bestuurders hierdoor worden gestimuleerd om zo snel
mogelijk de inschrijvingsverplichting na te leven.
- Zie art. 2:69 lid 2 sub a / 2:180 lid 2 BW
Vroeger speciaal ontstaansvereiste: verklaring van geen bezwaar
- Art. 2:68 (oud) / 179 (oud) BW
- Antecedentenonderzoek beleidsbepalers. Als de notaris de bescheiden bij zich had en de akte
van oprichting in ieder geval al klaargemaakt had met daarin de statuten, dan moest dat hele
pakket naar het Ministerie van Justitie voor een antecedentenonderzoek. Dit hield in dat het
Ministerie bekeek wie de toekomstige beleidsbepalers van de onderneming zouden zijn en of
die een bevlekt verleden hadden. Oftewel: lopen de toekomstige schuldeisers van deze
NV/BV het risico dat ze worden genaaid door een bestuurder? Als dat het geval is werd de
verklaring van geen bezwaar niet afgegeven en dan bestond de NV/BV niet.
- Afgeschaft per 1 juli 2011 omdat het systeem niet goed bleek te werken. In de praktijk lieten
mensen met een bevlekt verleden die een NV/BV op wilden richten dat vaak door iemand
anders met een schoon verleden doen. Diegene nam na enkele maanden ontslag als bestuurder,
waarna alle aandelen werden overgenomen door de persoon met het bevlekte verleden.
5
,Wat nu?
- Wet Controle op rechtspersonen (vanaf 1 juli 2011)
- De Dienst Justis: doorlopend toezicht (van oprichting tot aan graf). Desondanks wordt nog
steeds veel misbruik van NV’s en BV’s gemaakt.
- Fraudebestrijding
- Civielrechtelijk bestuursverbod: art. 106a e.v. Fw
NV
Bij oprichting van een NV worden er aandelen uitgegeven (ook wel emissie / plaatsing genoemd) die
door de aandeelhouders worden ‘genomen’. Hoeveel moet een aandeelhouder op de aandelen storten?
De nominale waarde van de aandelen is bepaald in de statuten.
Art. 2:67 BW:
- ‘Bedrag van de aandelen’ = nominale waarde = beginwaarde die in de statuten aan aandelen is
toegekend
- Minimumkapitaal (bij oprichting) = €45.000 (lid 2). Als een NV wordt opgericht moet er dus
tenminste €45.000 op de aandelen zijn gestort.
- Bij oprichting meteen aan NV betalen = storting op aandelen. De €45.000 moet dus ook
daadwerkelijk binnen zijn gekomen bij de oprichting. Dat betekent dat de NV zoveel aandelen
moet gaan uitgeven dat alles tezamen €45.000 of meer bedraagt.
- Dit alles is voorgeschreven door de tweede EEG-richtlijn.
- Ratio (waarborg schuldeisers) … illusie? De gedachte van de Europese wetgever was dat er
dan een waarborg is voor schuldeisers dat er tenminste €45.000 ergens in een potje zit. Dat is
onzin, want het feit dat er bij oprichting €45.000 op de aandelen is gestort wil niet zeggen dat
dat een week later nog in de kas zit. De bestuurders kunnen dan bijv. al een grote uitgave
hebben gedaan.
BV
De Europese beschermingsgedachte is dus een illusie, vond ook de Nederlandse wetgever. Daarom:
- Minimumkapitaalvereiste (€18.000) voor BV vervallen per 1 oktober 2012
- MvT: de afschaffing van het minimumkapitaal heeft tot gevolg dat een BV kan worden
opgericht met een zeer gering kapitaal, bijvoorbeeld één aandeel met een nominale waarde
van 0,01 eurocent.
Let wel: regeling voor NV blijft ongewijzigd! Dit komt doordat de Nederlandse wetgever niet de
bevoegdheid heeft om wetgeving die voortvloeit uit Europese regelgeving aan te passen. Wat betreft
het onderdeel kapitaalbescherming betekent dit dus dat je twee systemen naast elkaar hebt.
NV: storting op aandelen
Storting op aandelen: in geld of in natura (art. 2:80a / 80b BW)
- In geld: als er voor of bij oprichting op de aandelen wordt gestort in geld moet er een
bankverklaring worden afgegeven (art. 2:93a BW). De vennootschap die opgericht gaat
worden of al is opgericht zal zelf een bankrekening openen bij een bank waarop het geld moet
binnenkomen. Twee opties voor het storten van geld op de aandelen:
1. Voor de oprichting, dus in de oprichtingsfase. Hiervoor krijg je een B-verklaring. Het is
mogelijk om tijdens deze fase bepaalde goederen te kopen die nodig zijn voor als de NV
daadwerkelijk is opgericht. Dan is het handig als je al geld hebt.
2. Nadat de oprichting voltooid is (‘bij oprichting’). Hiervoor krijg je een A-verklaring.
6
, - In natura:
Bij of na oprichting (art. 2:94a / 94b).
Stel: je bent tegelzetter in de vorm van een eenmanszaak. De onderneming maakt dus
deel uit van je privévermogen. Op een gegeven moment wil je dit doen in de vorm van
een BV. Die richt je op bij de notaris. De gehele onderneming (eenmanszaak) breng je
dan in ter volstorting van de aandelen in natura. Je kunt dus niet alleen je aandelen
volstorten door een goed in te brengen (bijv. een busje), je kunt ook een onderneming
inbrengen.
Beschrijving + accountantsverklaring (art. 2:94a / 94b lid 2). Voor een NV laat je een
accountant de onderneming waarderen. Stel: je moet €45.000 op de aandelen storten.
Je richt de NV in je eentje op. De accountant gaat dan bekijken of de onderneming een
waarde heeft van ten minste €45.000. Dat verklaart hij in een accountantsverklaring.
Deze moet aan de akte van oprichting worden gehecht, anders is er sprake van een
oprichtingsgebrek. De beschrijving van de onderneming en de accountantsverklaring
zijn dus nodig als je een onderneming wil inbrengen ter volstorting van de aandelen
van een NV. Als je een NV opricht moet je zelf €45.000 op de aandelen storten. We
gaan uit van 45 aandelen met elk een nominale waarde van €1.000. Dan zou de
accountant moeten verklaren dat de onderneming die jij gaat oprichten tenminste
€45.000 waard is. Als de accountant niet verder komt dan €25.000 kan hij dat
verklaren. Dan moet je de resterende €20.000 in contanten bijstorten.
Verklaringen voor of bij oprichting:
- Oprichtingsvoorwaarden. De notariële akte is een ontstaansvoorwaarde, zonder deze akte is de
NV/BV niet ontstaan (ook al dachten de oprichters van wel). Storting op aandelen is een
voorbeeld van een oprichtingsvoorwaarde.
- Ontbindingsgevaar (art. 2:21 BW). Als de oprichtingsvoorwaarden niet worden nageleefd
spreek je van een oprichtingsgebrek. Dan is de NV/BV wel rechtsgeldig ontstaan, maar dan
loopt ze het risico dat ze wordt ontbonden.
BV: storting op aandelen
Storting op aandelen: in geld of in natura (art. 2:191a / 191b BW)
- In geld: bankverklaring is afgeschaft
- In natura:
Bij of na oprichting (art. 2:204a / 204b BW)
Accountantsverklaring is afgeschaft omdat het minimumkapitaalvereiste is afgeschaft.
Voldoende: beschrijving van hetgeen wordt ingebracht. Het maakt dus niet meer uit of
de onderneming een waarde heeft van €18.000 of €0,01, want je mag volstaan met het
uitgeven van een aandeel met een nominale waarde van €0,01.
Wat is een aandeel?
Geen eenduidige definitie! Wat we wel weten:
- Vermogensrecht van eigen aard. Vermogensrecht omdat het een bepaalde waarde
vertegenwoordigt. Je kunt het ook leveren.
- Goed in de zin van Boek 3/8 BW.
Drie functies:
7
, - Vermogen aantrekken. De vennootschap gaat nieuwe aandelen uitgeven, bij of na oprichting.
Hier wordt op gestort.
- Winst (art. 2: BW). Aandeelhouders vinden het prima om hun privévermogen aan te
lengen ter volstorting van de aandelen, maar daar willen ze wel iets voor terug. Er zijn een
heleboel beleggers die uitsluitend uit beleggingsoverwegingen participeren in beursfondsen.
Die gaan nooit naar een aandeelhoudersvergadering en weten vaak niet eens wie de
bestuurders zijn. Het enige waar ze naar kijken is de koers van de aandelen en het juiste
moment om de aandelen weer door te verkopen. Ze zijn ook geïnteresseerd in
dividenduitkering.
- Zeggenschap (art. 2: BW). Betreft meer de kleinere vennootschappen.
Aandeelhouders zijn niet te beroerd om hun privévermogen (voor een deel) in de onderneming
te stoppen, maar daar willen ze wel een zekere mate van zeggenschap over hebben. Als een
bestuurder niet goed functioneert willen ze ook de mogelijkheid hebben om die eruit te
schoppen. Dat is een bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders (het
orgaan waarin alle aandeelhouders samen komen). Die kunnen een voorstel tot ontslag van
een bestuurder in stemming brengen en dan kan iedere aandeelhouder stemrecht uitoefenen.
Vermogen aantrekken
- Door uitgeven (= emissie/plaatsen) van aandelen
- Bij oprichting maar ook in periode na oprichting
NV: art. 2:96 en 80 BW
BV: art. 2:206 en 191 lid 1 BW
- Onderdeel eigen vermogen (art. 2:373 BW)
- Alternatieven:
Geld lenen: bij veel vennootschappen zie je een soort mix van eigen vermogen en
vreemd vermogen.
Behaalde winsten reserveren: je kunt soms zien aankomen dat je in de toekomst
aanpassingen moet gaan doen aan je bedrijf (bijv. door de nieuwe klimaatregels die
gebruik van schonere brandstoffen vereisen) waarvoor je grote investeringen moet
doen. De aandeelhoudersvergadering kan hiervoor besluiten om behaalde winsten niet
uit te keren als dividend maar om die te reserveren. De aandeelhouders (die normaal
gesproken vooral geïnteresseerd zijn in dividenduitkering) bepalen dit dus zelf.
Hierbij geldt wel het principe dat de meerderheid de minderheid overstemt.
Uitkeren winst (=dividend)
- NV:
Ieder aandeel geeft in beginsel recht op winst (art. 2:105 lid 1 BW)
Niet één aandeel mag worden uitgesloten van winst (art. 2:105 lid 9 BW). Het kan wel
zo zijn dat in de statuten is bepaald dat de aandeelhoudersvergadering anders kan
besluiten. Het uitgangspunt blijft dat de aandeelhouders recht hebben op winst, maar
meestal besluiten de statuten wel anders. Dan kan er een besluit tot winstbestemming
worden genomen.
- BV:
Bepaalde aandelen kunnen van winstuitkering worden uitgesloten (art. 2:216 lid 7
BW). Op sommige aandelen keer je dus wel winst uit en op anderen niet. Dit is een
van de regelingen die is ingevoerd met de flex-BV-regeling van 2012. Puur een wens
uit de praktijk.
MvT: het kan in sommige gevallen gewenst zijn dat een aandeelhouder niet deelt in de
winst van de BV, bijvoorbeeld indien de oprichter van een familievennootschap als
8
, aandeelhouder wil meebeslissen over de gang van zaken in de vennootschap, maar de
winst geheel aan zijn kinderen wil doen toekomen.
De oprichter behoudt dus wel zeggenschap maar hoeft geen dividenduitkering meer.
Zeggenschap
Door uitoefenen stemrecht in algemene vergadering (AV), onder andere:
- Benoeming en ontslag bestuurders (zie art. 2:132 en 2:134 resp. 2:242 en 2:244 BW)
- Statutenwijziging (art. 2: BW)
- Emissie van aandelen (art. 2::206 BW)
- Bestemming van de winst (art. 2::216 BW)
- Ontbinding (art. 2:19 BW)
Kort gezegd: structuur en inrichting van de NV/BV. Dat wil overigens niet zeggen dat de
aandeelhouders eigenaar zijn van de rechtspersoon, want dat is een zelfstandig drager van rechten en
plichten. De aandeelhouders houden een aandeel in de rechtspersoon en zijn alleen daarvan de
eigenaar. De aandeelhouders zijn ook niet de eigenaar van de onderneming, want dat is de
rechtspersoon. Maar ze kunnen wel zeggenschap uitoefenen in de aandeelhoudersvergadering door het
uitoefenen van stemrecht.
Uitgangspunt voor het uitoefenen van zeggenschap:
- NV: 1 aandeel geeft in beginsel 1 stem (art. 2:118 lid 1 BW). Hier kunnen veel variaties op
worden aangebracht. In de statuten worden vaak verschillende typen aandelen gecreëerd. De
ene variant kan dan bijvoorbeeld recht geven op 1 stem en de andere op 2 stemmen. Daar
kunnen ook weer verschillende nominale bedragen aan worden gehangen.
- BV:
Art. 2:228 lid 5 BW: ook stemrechtloze aandelen. Dit wordt vaak gebruikt voor
werknemers van een bedrijf. Zij kunnen dan wel profiteren van de dividenduitkering
maar geen zeggenschap uitoefenen in het bedrijf.
MvT: hier kan bijvoorbeeld behoefte aan bestaan wanneer aandelen zijn toegekend in
het kader van werknemersparticipaties of aan externe kredietverstrekkers zoals
banken. In die gevallen wordt gedeeld in de winst zonder dat directe invloed op de
besluitvorming in de vennootschap nodig of wenselijk wordt geacht.
Stemrechtloze aandelen geven altijd recht op winst (art. 2:228 lid 5 BW).
Aandelen in een BV
Belangrijkste regels:
- Alleen aandelen op naam (dus gekoppeld aan een persoon)
- Aandelen kunnen vrij overdraagbaar zijn, want:
In beginsel blokkeringsregeling, tenzij de statuten anders bepalen (art. 2:195 lid 1
BW). De blokkeringsregeling kan bestaan uit een aanbiedingsregeling of een
goedkeuringsregeling:
o Aanbiedingsregeling: we hebben bijv. een BV met 3 aandeelhouders die niks
gedaan hebben wat betreft de blokkeringsregeling (dus ze volgen gewoon het
wettelijke regime). Het wettelijke regime houdt in dat als een van de
aandeelhouders zijn aandelen wil verkopen, hij ze eerst aan de andere twee
aandeelhouders moet aanbieden. Zij hebben dan het recht van eerste koop. Als
ze daar gebruik van maken en het eens worden over de prijs houd je na de
verkoop van de aandelen twee aandeelhouders over. Het kan ook zijn dat de
andere twee aandeelhouders geen belang bij de aandelen van de derde
9
, aandeelhouder hebben. Dan is deze vrij om de aandelen aan een derde
belanghebbende te verkopen.
o Goedkeuringsregeling: de aandeelhouder kan zijn aandelen alleen maar aan
een buitenstaander verkopen als een orgaan (meestal de
aandeelhoudersvergadering) daar de goedkeuring aan verleent.
Er kan ook besloten worden om de blokkeringsregeling volledig te schrappen. De BV
heet een besloten vennootschap vanwege het besloten karakter. Je kunt het bij wijze
van spreken in de familie houden. In de praktijk bleek de wens te bestaan om dit zelf
te kunnen bepalen. Het uitgangspunt is dus een aanbiedingsregeling, maar als je dat
anders wil regelen mag dat in de statuten.
Aandeelhoudersregister (art. 2:194 BW). Hierin vind je ook de persoonlijke gegevens
van de aandeelhouders. Op het moment dat een aandeelhouder zijn aandeel gaat
verkopen aan een andere aandeelhouder moet het aandeelhoudersregister ook worden
bijgewerkt.
Emissie en levering door notariële akte (art. 2:196 BW). Emissie: de vennootschap
geeft nieuwe aandelen uit. Levering: de ene aandeelhouder verkoopt aandelen aan een
andere aandeelhouder.
Erkenning of betekening (art. 2:196a BW). Om de vennootschap in de gelegenheid te
stellen om het aandeelhoudersregister bij te werken moet de levering worden erkend
of betekend. Zolang dat niet is gedaan kun je de aan aandelen verbonden rechten (bijv.
stemrecht, recht om de aandeelhoudersvergadering bij te wonen) niet uitoefenen.
Aandelen in een NV
NV kent aandelen op naam en/of aan toonder (art. 2:82 BW). Combineren is ook mogelijk.
- Aandelen op naam:
Emissie en levering via notariële akte (art. 2:86 BW)
Erkenning of betekening (art. 2:86a BW)
Aandeelhoudersregister (art. 2:85 BW)
Blokkeringsregeling mag (art. 2:87 BW). Afwijking moet uitdrukkelijk worden
bepaald in de statuten.
- Aandelen aan toonder:
De NV kent haar aandeelhouders niet: geen aandeelhoudersregister
Geen blokkeringsregeling
Geen emissie of levering via notariële akte:
o Is aandeel volgestort, dan geeft NV aandeelbewijs af (art. 2:82 lid 3 BW).
Anders weet NV niet waar ze het geld moet halen.
o Aandeelbewijs aan toonder = waardepapier
o Eigendom gaat over door terhandstelling (levering) waardepapier
(aandeelbewijs). Nu nieuwe bepaling voor de (niet)beursgenoteerde NV: art.
2:82 BW: als de vennootschap aandelen aan toonder heeft uitgegeven die
volgestort zijn wordt er een verzamelbewijs uitgegeven dat in bewaring van
een intermediair of ander instituut wordt gegeven. Je kunt tegenwoordig
aandelen aan toonder ook alleen maar giraal kopen.
o Beurs-NV (Euronext): Wet giraal effectenverkeer. Alles gaat hier giraal.
NV/BV is rechtspersoon, dus zelf aansprakelijk
Art. 2:64 lid :175 lid 1 BW:
- Aandeelhouder hoeft niet bij te dragen in verliezen van de NV/BV
- Slechts jegens NV/BV gehouden tot volstorting van aandelen
10