Motivatietheorieën
Motivatie: datgene wat een individu tot bepaald gedrag drijft. Motivatie beïnvloeden is
eigenlijk gedragsbeïnvloeding.
• Intrinsieke motivatie: de motivatie komt vanuit de persoon zelf. Deze handelt niet
om een externe beloning te bemachtigen of een straf te ontkomen, maar vanwege de
intrinsieke waarde van de activiteit op het moment zelf of voor het behalen van een
doel in de toekomst.
• Extrinsieke motivatie: de motivatie die ontstaat vanuit een externe bron,
bijvoorbeeld het vooruitzicht op een beloning of een straf bij een bepaalde handeling.
Het humanisme is een stroming in denken over mensen en menselijk handelen. De term
vindt zijn oorsprong rond 1808 en had in eerste instantie vooral een pedagogische betekenis
(ontwikkeling, leren en opvoeden van kinderen). Als levensbeschouwing heeft het
humanisme een lange geschiedenis die o.a. teruggaat op Socrates. Het moderne
humanisme is een niet-godsdienstige levensbeschouwing die de menselijke waardigheid,
vrijheid en persoonlijkheid vooropstelt. Humanisme gaat ervanuit dat mensen in staat zijn de
juiste keuzes te maken in het leven en zelfverantwoordelijkheid te nemen.
Als levensbeschouwing legt het humanisme de nadruk op vorming (bildung), rede,
redelijkheid en wereldburgerschap. Het humanisme combineert individuele ontwikkeling met
een politiek-ethisch streven naar humaniteit, dat wil zeggen: menselijkheid. Een
betekenisvol, zinvol leven wordt volgens het humanisme in deze combinatie gevonden.
Sleutelbegrippen in het humanisme zijn zelfontplooiing en -ontwikkeling, autonomie (in de
betekenis van vrijheid en het streven naar een goed en mooi leven),
verantwoordelijkheid, kritisch denken, gelijkwaardigheid en humaniteit. Het humanisme is
voor de aanhangers geen vrijblijvende theorie maar een levenspraktijk.
Als we terugdenken naar de lessen sociale psychologie uit jaar 1, zien we veel van deze
uitgangspunten voornamelijk terugkomen in Westerse culturen. Zaken als autonomie en
kritisch denken zijn van invloed op gedrag, wensen en motivatie.
Andere belangrijke opvattingen vanuit het humanisme zijn:
• Fundamentalisme en meningsvorming onder dwang wordt afgewezen.
• Democratie is de optimale bestuursvorm, er is geen machtsmisbruik.
• Kerk en staat moeten gescheiden worden
• Discriminatie op alle manieren wordt afgewezen.
• Een samenleving gebaseerd op gedeelde waarden.
, De uitgangspunten van het mensbeeld van humanisme zijn achtereenvolgens:
• Natuurlijkheid: de mens komt voort uit de natuur en zonder elkaar kunnen ze beide
niet overleven. Zij zijn ‘onverbrekelijk verbonden’ met elkaar.
• Verbondenheid: naast verbonden te zijn met de natuur, voelt de mens zich graag
verbonden met anderen. Zo is de mens sociaal bezig.
• Vrijheid: mensen zijn vrij om hun eigen keuzes te maken en zelf te bepalen wat zij
willen.
• Gelijkheid: sociaal contact moet niet worden uitgesloten op basis van wat voor
verschillen dan ook. De overeenkomsten tussen mensen zijn namelijk belangrijker
dan de verschillen.
• Redelijkheid: de mens kan goed en kwaad van elkaar onderscheiden. Zo hebben zij
ook de mogelijkheid om redelijke oordelen te hebben.
Als we kijken naar deze uitgangspunten gekoppeld aan de beroepsrol van dit blok,
begeleider, heeft deze denkwijze invloed op onze maatschappij, manieren van denken,
gedrag en ook de begeleiding van mensen op het gebied van re-integratie. Hoe kun je
gedrag beïnvloeden als keuzevrijheid belangrijk is? Hoe hou je rekening met de behoefte
aan verbondenheid van mensen? Werk levert vaak sociale contacten en verbondenheid op.
Het heeft dus invloed op mensen als ze die verbondenheid kwijtraken, wanneer een baan
verloren wordt of er überhaupt niet is. En in hoeverre is er sprake van vrijheid voor cliënten,
wanneer er een arbeidsplicht is vanuit de Participatiewet en het schenden van deze
inspanningsplicht consequenties heeft voor het inkomen? Al deze factoren zijn van invloed
op motivatie en begeleiding van mensen.
Leertheorieën
Definitie leren: een verandering in gedrag en mentale processen als gevolg van een
bepaalde ervaring. Leren verwijst naar een verandering in iemands gedrag als gevolg van
herhaling of oefening.
Vanuit de sociale psychologie 3 perspectieven op leren:
• 1) gedragsmatig perspectief
• 2) cognitief perspectief
• ecologisch perspectief (buiten beschouwing gelaten)
1) Gedragingsmatig perspectief
Het behaviorisme (afgeleid van Engels: behavior = gedrag) is een stroming binnen de
psychologie die het gedrag van de mens verklaart door wat hij geleerd heeft. Gedrag leer je
aan en ongewenst gedrag is te veranderen door iets anders te leren. Deze stroming is het
oneens met richtingen die ervan uitgaan dat ook het onbewuste en de wensen van het
individu een rol spelen.
Volgens behavioristen sla je als kind kennis op door onderwijs en opvoeding, waardoor je
gevormd wordt. We leren door straf (gedrag wordt ontmoedigd) en beloning (gedrag wordt
bevestigd). Door een consequente herhaling van de straf en de beloning, gaan mensen het
gewenste, aangeleerde gedrag vertonen als hen een straf of beloning in het vooruitzicht
wordt gesteld (dit heet conditionering, ook bekend als Pavlov-reactie).
Klassieke conditionering: leren van voorwaardelijke reflexen. Conditionering omvat een
proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van ervaringen die hij opdoet.
Het gaat om gedrag, dat onder bepaalde voorwaarden en condities tot stand komt tot een
gewoonte - een ingeslepen gedragspatroon – wordt aangeleerd. Het bestraffen van
ongewenst - en het belonen van gewenst gedrag zijn de bekendste condities.
De meeste mensen kennen het experiment van Pavlov met honden. Als de hond een bel
hoorde, werd deze bel gevolgd door een beloning in de vorm van eten, bijvoorbeeld een
koekje. Bij het zien van het koekje (de beloning) ging de hond kwijlen. Wanneer deze cyclus
consequent werd herhaald →bel →koekje → kwijl, trad na een aantal herhalingen de