1.1Cellen
Onderdelen van de cel:
- Celmembraan
Het celmembraan vormt de celwand. Het belangrijkste kenmerk van het celmembraan is dat
deze semi-permeabel (halfdoorlaatbaar) is. De wand laat dus selectief stoffen door, neemt
zo voedingsttoffen en zuurstof via de wand op en geeft afvalstoffen af.
- Cytoplasma
Het cellichaam bestaat uit cytoplasma wat voor het grootste deel (70%) uit water bestaat. In
dat water zitten onder andere opgeloste voedingsstoffen en zuurstof. Als je ouder wordt
verandert het cytoplasma van een vloeibare vorm naar een solvorm, een gelachtige vorm.
Hoe dikker het cytoplasma, hoe trager levensprocessen in de cel verlopen.
- Celkern
De celkern regelt alle levensprocessen in de cel. De wand van de celkern noemen we het
kernmembraan. Binnen het kernmembraan zit het kernplasma (nucleoplasma).
In de celkern chromatine, als de cellen gaan delen worden dit draden; chromosomen.
Chromosomen bestaan uit DNA. In bepaalde delen van het DNA zit erfelijke informatie: de
genen. De genen zorgen voor het doorgeven van erfelijke eigenschappen van de ouders aan
het kind. In een menselijke celkern zitten 46 chromosomen (23 paar).
- Protoplasma
Het cytoplasma en het kernplasma het samen het protoplasma; het vloeibare bestanddeel
van de cel.
- Celdeling
We hebben twee soorten celdeling: directe celdeling en indirecte celdeling:
o Directe celdeling: Bij deze celdeling delen de celkern en het cellichaam
zich gelijktijdig. Directe celdeling vindt plaats bij eencellige organismen zoals
bacteriën.
o Indirecte celdeling: Bij indirecte celdeling deelt de kern zich als eerst door
verdubbeling of reductie (vermindering) van chromosomen. Daarna volgt de
deling van het cellichaam. We onderscheiden 2 soorten indirecte celdeling:
Mitose: indirecte celdeling die voorkomt in lichaamscellen zoals
spiecellen, huidcellen etc. bij mitose ontstaat er een exacte kopie van
de oorspronkelijke cel, ofwel; verdubbeling van het aantal
chromosomen.
Meiose: indirecte celdeling die alleen plaatsvindt bij de vorming van
geslachtscellen. Bij reductiedeling vindt er geen verdubbeling van de
chromosomen plaats, maar een vermindering (ze halveren). Een rijpe
eicel/zaadcel bevat dus 23 chromosomen.
1
,Levensverrichtingen van de cel:
Animale levensverrichtingen of functies zijn functies die het lichaam in staat stellen te
reageren op plotselinge veranderingen van de omgeving zoals prikkelbaarheid en beweging.
Prikkelbaarheid is het vermogen van de cel te reageren op mechanische en chemische
prikkels uit de omgeving zoals warmte kou, druk en licht.
Vegetatieve levensverrichtingen of functies zijn functies die groei, ontwikkelingen en
voortplanting mogelijk maken.
1.2Weefsels
Epitheelweefsel
Epitheelweefsel is opgebouwd uit epitheelcellen. Een belangrijk kenmerk hiervan is dat er
weinig of geen tussencelstof aanwezig is waardoor cellen dicht tegen elkaar liggen.
Epitheelweefsel bekleedt alle uitwendige en inwendige oppervlakken van het lichaam. Ook
de klieren zijn hieruit opgebouwd. Je kunt epitheelweefsel indelen naar:
- Aantal lagen
- Vormen van cellen
- Functie
Aantal lagen:
Epitheelweefsel kan eenlagig of meerlagig zijn. Eenlagig epitheel bestaat uit een laag cellen,
bijvoorbeeld; endotheel (binnenbekleding van de bloedvaten). Meerlalig epitheel bestaat
uit meerdere lagen en tref je onder meer aan in de opperhuid.
Vormen van cellen:
Je hebt verschillende soorten vormen van epitheelweefsel:
Plaveiselepitheel opgebouwd uit platte cellen. Dit weefsel komt als eenlagig
plaveiselepitheel voor aan de binnenkant van de bloed- en lymfevaten, in het hart en
binnenzijde van lichtpijptakjes en longblaasjes. Het komt als meerlagig voor in de slokdarm
en in de opperhuid.
Kubisch epitheel opgebouwd uit vierkante cellen. Dit weefsel komt als eenlagig epitheel
voor in de eierstokken en in de nierkanaaltjes. Meerlagig kubisch epitheel komt voor in de
opperhuid.
Cilindrisch epitheel opgebouwd uit hoge cellen. Eenlagig cilindrisch epitheel komt op veel
plaatsen in het lichaam voor, vaak aan de binnenzijde van de afvoergangen van sommige
klieren, in het slijmvlies van de darmen en de maag en in
de basaalcellenlaag van de opperhuid.
Trilhaarepitheel een bijzondere vorm van cilindrisch
epitheel. Zit onder andere in slijmvliezen van luchtwegen,
eileiders en buis van Eustachius. De trilharen zorgen
ervoor dat de bacteriën en stofdeeltjes in de slijmvliezen
blijven hangen en niet mee de longen ingaan. Ook
verplaatsen zij de eicellen.
2
,Functie:
Epitheelweefsel kan bedekkend of afscheidend zijn. Afscheidend epitheel noemen we ook
wel klierweefsel; dit weefsel scheidt stoffen in of buiten het lichaam af. Je kunt dit weer
indelen in;
- Eencellige klieren
- Meercellige klieren
Eencellige klieren komen voor in de bekercellen van het neusslijmvlies. Ze scheiden slijm af
waardoor het oppervlak van dit weefsel vochtig en glad blijft.
Meercellige klieren kun je indelen naar:
- Wijze van afscheiden
- Vorm
- Functie
Met wijze van afscheiding wordt bedoeld de manier waarop de klier zijn product kwijtraakt.
Je hebt dan;
- Exocriene klieren dit zijn klieren met een afvoerbuis, er zijn drie soorten exocriene
klieren:
o Eccriene klieren: scheiden stoffen af waarbij de kliercel behouden blijft zoals
speekselkieren en de kleine zweetklieren.
o Apocriene klieren: scheiden stoffen af waarbij de kliercel voor een deel
verloren gaat zoals de grote zweetklieren in de oksel, melkklieren en
oorsmeerklieren.
o Holocriene klieren: scheiden stoffen af waarbij de hele cel verloren gaat zoals
de talgklier.
- Endocriene klieren deze klieren hebben geen afvoerbuis en geven hun
afscheidingsproduct af aan het bloed. De hormoonklieren zijn de enige endocriene
klieren in het lichaam. Ze liggen in de borst- en buikholte, schedel en hals.
- Endo-exocriene klieren klieren die een hormoon afscheiden en ook een
afscheiding hebben via een afvoerbuis. De geslachtsklieren en de alvleesklier zijn
endo-exocrien.
Vorm;
Meercellige exocriene klieren delen we als volgt in:
- Buisvormige klieren, bijvoorbeeld zweetklieren
- Trosvormige klieren, bijvoorbeeld talgklieren, melkklieren en speekselklieren
- Gemengde klieren, deze zijn zowel buis-als trosvormig, bijvoorbeeld de
oorspeekselklieren
Functie;
Meercellige klieren kunnen nuttige of afvalstoffen uitscheiden.
Secretie/incretie uitscheiden van nuttige stoffen
Excretie uitscheiden van afvalstoffen
Secreten: speeksel, talg en hormonen.
Excreten: zweet, urine en koolstofdioxide.
3
, Zenuwweefsel
Het zenuwweefsel speelt een hoofdrol bij de regulatie van onze lichaamsfuncties en kun je
indelen in het animale zenuwstelsel en het autonome/vegetatieve zenuwstelsel.
- Animale/willekeurige zenuwstelsel Regelt alle functies van ons lichaam die onder
invloed van wil staan zoals de spierbeweging van onze skeletspieren.
- Autonome/vegetatieve/onwillekeurige zenuwstelsel regelt alle functies die
buiten onze wil om tot stand komen zoals het verwijden en vernauwen van
bloedvaten en de hartslag.
Het zenuwweefsel is opgebouwd uit zenuwcellen, ook neuronen genoemd. Een zenuwcel
bestaat uit een zenuwcellichaam met een kern en verschillende uitlopers, ook wel
neurofibrillen genoemd. Er zijn hier twee soorten van:
- Neurieten/axonen
- Dendrieten
Neurieten hebben een lange uitloper en geleiden prikkels van het zenuwcellichaam af.
Dendrieten hebben een korte uitloper en geleiden prikkels naar het zenuwcellichaam toe.
Neurieten zijn omgeven door een myelineschede die ervoor zorgt dat de neuriet beschermd
wordt. Een neuriet van een motorische zenuw eindigt in een motorisch eindplaatje dat in
verbinding staat met een spiervezel. Wanneer een spiervezel een prikkel krijgt kan deze
samentrekken.
Drie soorten zenuwen:
- Motorische zenuwen of bewegingszenuwen
- Sensibele zenuwen of gevoelszenuwen
- Gemengde zenuwen of deels motorisch en deel sensibel
Motorische zenuwen geleiden prikkels vanaf de hersenen en het ruggenmerg naar spier
of klier die dan kunnen samentrekken of stoffen afscheiden. Motorische zenuwen zijn
bundelingen neurieten, wanneer de prikkelgeleiding geblokkeerd is kan bijvoorbeeld
verlamming optreden.
Sensibele zenuwen geleiden prikkels vanuit de omgeving naar het ruggenmerg en de
hersenen toe. Sensibele zenuwen zijn bundelingen dendrieten. De bewustwording van deze
prikkels vindt plaats in de hersenen. Wanneer de prikkelgeleiding verstoord is, verandert de
waarneming in bijvoorbeeld de vorm van tintelingen, pijn of gevoelloosheid.
Gemengde zenuwen opgebouwd uit motorische en sensibele zenuwen. Ze geleiden dus
gevoelsprikkels en bewegingsprikkels.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikevankeersop. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.