Dit is een samenvatting van het boek Taal & Didactiek - spelling. Het bevat Hoofdstuk 1, 2 en 4. Dit zijn de hoofdstukken die je moet leren voor de toets Kennis taal in de onderbouw.
SPELLING
Hoofdstuk 1: Ons spellingsysteem
1.1 Ons schriftsysteem en leren spellen
In de loop der tijd zijn er verschillende manieren ontwikkeld om gesproken taal vast te leggen:
- Het pictografisch schriftsysteem geeft woorden weer door middel van tekeningen en
afbeeldingen. Pictogrammen gebruiken we tegenwoordig nog steeds, bijvoorbeeld in het
verkeer.
- Het logografisch schriftsysteem gebruikt voor elk woord een plaatje om het woord weer te
geven. Het Chinees is een logografisch schriftsysteem.
- In een alfabetisch schriftsysteem worden de spraakklanken weergegeven door tekens (het
alfabet).
In het alfabetische schriftsysteem correspondeert niet elke spraakklank met een aparte letter. Men
gebruikt daarom de termen foneem (een spraakklank die betekenisverschil tussen klankgroepen
veroorzaakt) en grafeem (een letter of lettercombinatie).
Problemen bij het alfabetisch schriftsysteem zijn:
- Het herkennen van fonemen is lastig.
- We moeten letters combineren om fonemen te kunnen weergeven.
- De koppeling tussen foneem en grafeem is niet eenduidig. Voor een foneem zijn soms
meerdere grafemen te gebruiken.
1.2 Hoofdregels van de Nederlandse spelling
Volgens het fonologische principe wordt elk foneem door een apart grafeem weergegeven. Dit gaat
alleen op bij klankzuivere woorden (woorden waarbij elk foneem door een grafeem wordt
weergegeven). Bij het morfologische principe let je op de vorm van de woorden. Woorden zijn
opgebouwd uit kleine stukjes die nog een betekenis hebben: morfemen.
Het morfologisch principe bestaat uit twee regels:
- De regel van de gelijkvormigheid houdt in dat we een woord of achtervoegsel steeds op
dezelfde manier schrijven. Je moet vergelijken hoe het morfeem in een ander woord klinkt.
- De regel van de overeenkomst houdt in dat woorden die op dezelfde manier zijn gevormd
ook op dezelfde manier worden geschreven. Je moet een woord vergelijken met een ander
woord met ook een andere betekenis.
Het etymologisch principe houdt in dat de vroegere vorm de schrijfwijze van het woord bepaalt. Ook
voor leenwoorden (woorden uit een andere taal) geldt het etymologisch principe.
Het syllabisch principe is gebaseerd op klankstukken die de spreker als één groep gebruikt. Dit is iets
anders dan een lettergreep. Dat is een visuele verdeling van een woord.
Er zijn twee regels bij dit principe:
- De verenkelingsregel: als een klankstuk eindigt op een lange klank dan schrijven we een
korte klank.
- De verdubbelingsregel: als een klankstuk eindigt op een korte klank dan wordt de
medeklinker die erop volgt, verdubbeld.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannepabosamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.