100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht in Context Sanne Taekema, Jeanne Gaakeer, Marc Loth €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht in Context Sanne Taekema, Jeanne Gaakeer, Marc Loth

5 beoordelingen
 269 keer bekeken  25 keer verkocht

Samenvatting Recht in Context Sanne Taekema, Jeanne Gaakeer, Marc Loth

Voorbeeld 4 van de 67  pagina's

  • 6 juli 2020
  • 67
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (44)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: nikkigaal • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lunanordemann • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: esmeeellens • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lottepronk • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: whoogers • 4 jaar geleden

avatar-seller
summaryking
lOMoARcPSD|383 406 3




HOOFDSTUK 1

1.1 Wat is recht?

Het recht is te kennen uit concrete gevallen: De oplossing van een concreet juridisch probleem (casus) is een
aanknopingspunt om vast te stellen wat geldig recht is hoe het zijn uitwerking heeft op het leven van mensen.

Positieve recht = Het recht dat op een bepaald moment in een land geldt.

Contextualisme = Recht kan uitsluitend worden gekend in de context van de omstandigheden waarin
het functioneert
• Je kijkt naar de omstandigheden waaronder het recht tot stand is gekomen, opdat de
(oorspronkelijke) context van wat wij nu als het leerstuk kennen, wordt verhelderd.
• Het recht in concreto, in een actuele zaak, een geval of casus, slechts goed begrepen kan worden als ten
volle aandacht wordt besteed aan alle omstandigheden van dat geval. (Die gedachte is ontleend aan de
Griekse filosoof Aristoteles: de mens moet handelen naar de eisen van de omstandigheden)

Domein van de rechtswetenschap:
Traditioneel wordt in de rechtswetenschap een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de rechtsdogmatiek, en
anderzijds de benaderingen van het recht waarbij ook de bevindingen van andere wetenschappen worden
gebruikt (bijv. de maatschappijwetenschappen waarin empirisch onderzoek wordt gedaan)

Met rechtsdogmatiek bedoelen wij in aanvulling op wat wij hiervoor al opmerkten:
1. de studie van het geldende recht;
2. de casuïstiek, dat wil zeggen het geheel van juridische casus;
3. de ordening van het recht door tekst analytische methoden.

Multidisciplinariteit: Als de rechtswetenschap met andere wetenschappen verbonden wordt, dienen die
andere wetenschappen soms als hulpwetenschappen, waarvan de resultaten in en door het recht worden
gebruikt.

Interdisciplinariteit: De relatie tussen de rechtswetenschap en een andere wetenschap is nauwer doordat er
tussen de rechtswetenschap en die andere wetenschap fundamentele punten van overeenkomst zijn. Dat
wil zeggen de wetenschappelijke verbondenheid en samenwerking van disciplines op het niveau van hun
grondslagen.

In strikte zin is de rechtswetenschap dus te beschouwen als de rechtsdogmatiek (= hoe steekt het recht in
elkaar). In brede zin, en dat is de manier waarop wij in dit boek tegen de rechtswetenschap aankijken, omvat
de rechtswetenschap zowel de studie van de rechtsdogmatiek als die van interdisciplinaire benaderingen
van het recht. Voor wie het recht in zijn context bestudeert, omvat de rechtswetenschap dus niet alleen de
rechtsdogmatiek,
maar tevens de rechtssociologie, de rechtsgeschiedenis, de rechtsantropologie, de
Rechtsfilosofie evenals de argumentatieleer en de retorica, en andere maatschappijen
Geesteswetenschappen. Een verbreding van de context van het recht voert ons
Dus onherroepelijk in de richting van een Multi- of interdisciplinaire bestudering
Van het recht.

William Twining; Law in context (1997): Het recht kan niet los worden gezien van de context waarin het
zijn oorsprong en toepassing vindt. Twining beschrijft dan ook een alternatief programma dat erop is
gericht ‘to broaden the study of law from within’, waarbij het recht als het ware wordt opengebroken
en andere invalshoeken worden toegelaten. Dat programma duidt hij aan als Contextualistisch; als een
pleidooi voor een pluralistische, open benadering van het recht waarin niet alleen de regels en
beginselen van het recht ertoe doen, maar ook de praktijken en verwachtingen van diegenen die leven
in en volgens het recht.




1

, lOMoARcPSD|383 406 3




Deze benadering van het recht heeft consequenties voor het juridisch onderwijs. Als wij immers het recht alleen
bestuderen als een gegeven systeem van regels zonder aandacht te besteden aan de context, dan komt de
rechtsdogmatiek als het ware los te staan. Om de rechtsdogmatiek te contextualiseren is het allereerst nodig
aandacht te besteden aan het instrument van het recht: taal. Voor het recht is taal het medium.
Jurist Paul Scholten; Algemeen Deel (1931). ‘De taal is het middel bij uitnemendheid, waardoor de
mensen met elkaar in betrekking treden; een ordening als die van het recht is zonder de taal niet
denkbaar.’ Hij verwees daarbij naar het woord ‘rechtspraak’, en definieerde dat als ‘een in woorden
uitgedrukt oordeel over het recht’. Zonder taal dus geen recht.

1.2 De taal van het recht

Samenleven en menselijke betrekkingen onderhouden is slechts mogelijk als wij minimaal een
gemeenschappelijke taal kunnen spreken. Spitsen wij dit toe op het recht, dan kunnen wij de vergelijking
maken met het leren van een nieuwe taal. Wij moeten de taal van het recht argwanend beschouwen. De taal
van het recht bevat namelijk begrippen die wij menen te kennen, bijvoorbeeld uit ons dagelijks taalgebruik.
Maar in juridische zin kunnen die wel eens een heel andere betekenis hebben – de context is immers een
andere dan die van het gewone taalgebruik – en daarom is voorzichtigheid geboden.
• VB 1: Een surfplank lijkt geen schip. Toch definieert artikel 1.01 van het
Binnenvaartpolitiereglement een surf- ofwel zeilplank als een ‘klein schip voorzien van een vrij
bewegende zeiltuigage, die is gemonteerd op een in alle richtingen draaibare mastvoet en die
tijdens het zeilen niet in een vaste positie wordt ondersteund’. Het juridische gevolg van deze
constatering is dat een surfer-binnenschipper zich net als alle andere binnenschippers moet houden
aan de regels van de binnenvaart, en dat bij overtreding van de regels sancties kunnen volgen.
• VB 2: Wie een medemens ervan beticht een vervelend persoon te zijn, doet dat zelden vanuit het
besef dat het recht mensen van vlees en bloed tot ‘persoon’, in het bijzonder ‘natuurlijke persoon’,
benoemt en daar vergaande consequenties aan verbindt (wij bespreken de natuurlijke persoon later
in hoofdstuk 7).

De taal van het recht begrenst de werkelijkheid in het algemeen, en de samenleving meer in het bijzonder. De
onbegrensde vrijheid wordt omgezet in een beperkter aantal variatiemogelijkheden. Die moeten op hun beurt
weer passen in de aangebrachte structuur, want anders is letterlijk en figuurlijk sprake van onzin. In het geval
dat iets niet past binnen de rechtstaal hebben wij te maken met iets wat niet gezegd kan worden en dus
juridisch irrelevant is (bijv. de haarkleur van een rechtspersoon doet er niet toe). Gevolg hiervan is dat het
recht en de taal van het recht op een bepaalde manier in een dominante positie worden gebracht. Een
belangrijk doel van die taal van het recht met zijn eigen logica en begripsvorming is immers om antwoord te
geven op maatschappelijke problemen, is het reguleren en beheersen van de maatschappelijke werkelijkheid.
Beheersbaarheid van conflictsituaties is een van de functies van het recht. Recht probeert te voorkomen dat
er conflicten ontstaan
die alleen maar met geweld beslecht kunnen worden. Door het conflict te vertalen in juridische
termen, worden oplossingen mogelijk.

Ultimum remedium = uiterste redmiddel om eigenrichting tussen individuen in de samenleving te voorkomen.
Dit is me name het strafrecht.
Die pacificerende kant van het recht kent ook zijn grenzen. Zo geeft de juridische
oplossing van een conflict wel een functioneel herstel van menselijke betrekkingen,
in die zin dat beslist wordt wat de verhouding tussen partijen of tussen overheid en
burger zal zijn, maar zij geeft zelden ook een emotioneel herstel.

En in die taal zit nu precies het probleem, want woorden zijn nooit op voorhand duidelijk en de context
waarbinnen woorden worden geuit is van invloed op de betekenis.
Jan Vranken ; 1995. Het recht is een ‘discursieve grootheid’ in navolging van Scholten. Dat wil
zeggen ‘het altijd voorlopige resultaat van een proces van meningsvorming en overtuiging’.

1.3 Betekenis en context: drie voorbeelden
Rechtsvinding: In de rechtspraak heeft de rechter tot taak om de betekenis van het geldende recht vast
te stellen in het licht van het geval waarover hij moet oordelen.


2

, lOMoARcPSD|383 406 3




Casuïstische rechtsvinding: De rechter bepaald de betekenis van een geval gebaseerd op de omstandigheden.

Het is in de rechtspraak niet ongebruikelijk om de rechtsgevolgen van een bepaalde casus niet aan te duiden
in de vorm van een algemene regel, maar om die afhankelijk te maken van de omstandigheden van het geval.
• VB 1: HBU-Saladin
• VB 2: Haviltex

1.4 Casuïstische rechtsvinding

Rechtsvinding aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval, ofwel casuïstische rechtsvinding,
is geen onbekend verschijnsel in de rechtsliteratuur. Meestal wordt zij geplaatst tegenover regelgeleide
rechtsvinding.

Regelgeleide rechtsvinding = rechtsvinding aan de hand van scherpe, vaststaande regels (engelse term= hard
and fast rules), die minder gericht is op de context van het geval, en meer op de toepassing en ontwikkeling
van algemene regels.

Casuïstische rechtsvinding is meer gericht op de billijkheid in concreto, als uitvloeisel van het streven naar
rechtvaardigheid. Als wij bij het oplossen van een juridische casus de vraag voorop stellen: ‘Wat is een
rechtvaardige oplossing?’, leidt dat tot een focus op het geval in kwestie en aandacht voor wat daar
rechtvaardig zou zijn. Omdat elk geval verschillend is, resulteert casuïstische rechtsvinding in verscheidenheid.

Verdedigers:
• Amsterdamse school van Scholten, Bregstein, Pitlo, Schoordijk en Van Dunné

Regelgeleide rechtsvinding daarentegen is meer gericht op rechtseenheid, rechtsgelijkheid en
rechtszekerheid. Bij deze vorm van rechtsvinding stellen we de vraag voorop: ‘Welke regel moet worden
toegepast?’ Het is belangrijker om te zorgen dat regels steeds juist worden toegepast in samenhang met
andere regels, omdat alleen zo voorspelbaar is hoe het recht zal uitwerken en omdat dan de eenheid van het
rechtssysteem wordt gewaarborgd. Regelgeleide rechtsvinding draagt dus vooral bij tot de ontwikkeling van
het recht als systeem. Beide vormen van rechtsvinding kennen van oudsher hun verdedigers.

Verdedigers:
• De Leidse school van Meijers, Drion e.a

In de loop van de twintigste eeuw heeft de rechtspraak een ontwikkeling in de richting van casuïstische
rechtsvinding laten zien. Er is sprake van een verschuiving van wat in Duitsland Normgerechtigkeit (=
gerechtigheid op basis van de wettelijke norm) wordt genoemd naar Einzelfallgerechtigkeit (= gerechtigheid
in het individuele geval). In de confrontatie van regel en feiten kunnen de laatste de eerste beïnvloeden,
aanvullen, verfijnen, kortom: aanpassen om in concreto een bevredigend rechtsoordeel te kunnen opleveren.
Wiarda; Drie typen van rechtsvinding. ‘Mogelijk is echter ook dat de beslissing zó zeer op de
bijzonderheden van één geval is afgestemd en toegespitst, zich zó slecht leent voor generalisering, dat
er nauwelijks een regel aan valt te ontlenen die ook in volgende gevallen voor toepassing in
aanmerking komt.’
Dan heeft Normgerechtigkeit plaatsgemaakt voor Einzelfallgerechtigkeit. Daarbij moet men ook weer niet
zover gaan dat men uitsluitend rechterlijke beslissingen – en niet regels – van belang acht in het recht. Het
rechterlijk oordeel dient generaliseerbaar te zijn en moet daarom op algemene gezichtspunten steunen,
ook wanneer de wet slechts vage aanwijzingen geeft.

De ontwikkeling in de richting van casuïstische rechtsvinding is niet zonder
kritiek geweest.
Barendrecht; Recht als model van rechtsvaardigheid. Gekeerd tegen casuïstische rechtsvinding onder
meer op grond van het rechtszekerheidsargument.
Van Zaltbommel; De betekenis van het recht als systeem. Betoogd dat de toepassing van de
redelijkheid en billijkheid de ondergang van het systeem van het privaatrecht betekent.



3

, lOMoARcPSD|383 406 3




Casuïstische rechtsvinding stuit op voor de hand liggende bezwaren, zoals hiervoor al bleek. Met name de
zorg voor rechtseenheid en rechtsgelijkheid verdient aandacht, daarom een enkel woord ter relativering.

Ten aanzien van rechtseenheid:
• de eenheid van de gronden waarop wordt geoordeeld: In de rechtsvinding dient de eenheid van
gronden te worden gerealiseerd, wil men niet in rechterlijke willekeur vervallen. Wanneer niet op
grond van dezelfde criteria wordt geoordeeld, dan vervalt men in arbitraire beslissingen, zoveel is
wel duidelijk.
• de eenheid van resultaten van beoordeling: Er is echter niet gezegd dat de oordeelsvorming steeds
dezelfde resultaten oplevert. Geen casus is gelijk en daarom zullen – ook bij de hantering van
uniforme criteria – in de uitkomsten grote verschillen optreden. Verschillende gevallen verdienen
verschillende behandeling. Ongegronde gelijkheid is evenzeer in strijd met het gelijkheidsbeginsel als
ongegronde ongelijkheid.

Het gelijkheidsbeginsel eist:
• dat gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld (en ongelijke ongelijk naar de mate van hun
ongelijkheid). Dat vergt niet alleen dat dezelfde criteria worden gehanteerd, zoals hiervoor werd
aangegeven, maar ook dat in toekomstige gelijke gevallen dezelfde beslissing wordt genomen.
Rechtsoordelen dienen generaliseerbaar te zijn (= dat zij een regel opleveren die zich voor herhaalde
toepassing leent). Dat besef zien wij overigens ook al in de klassieke bespreking van het
gelijkheidsbeginsel bij Aristoteles waar de eis dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden
direct gerelativeerd wordt door de toevoeging dat dit dient te geschieden naar de mate van hun
gelijkheid. De mate van gelijkheid is altijd weer contextbepaald en dwingt dus tot het bezien van de
omstandigheden van het geval. Rechtsgelijkheid impliceert niet uniformiteit, maar
generaliseerbaarheid. Rechtsgelijkheid, evenals rechtseenheid, verzet zich dus niet op voorhand
tegen casuïstische rechtsvinding, zolang goed uitgelegd kan worden waarom de omstandigheden van
de casus beslissend zijn.

Maar moeten burgers niet af kunnen gaan op een duidelijke regel, zeker in het strafrecht, zodat zij tevoren
weten hoe zij zich dienen te gedragen? De rechtszekerheid is een groot goed, maar zij is tegelijkertijd niet
onbeperkt. Vaak stelt het recht duidelijke regels die, in het licht van de bijzondere omstandigheden van het
geval, ineens niet meer zo duidelijk zijn. Scherpe, vaststaande regels bieden vaak schijnzekerheid, omdat bij het
eerste het beste moeilijke geval uitzonderingen moeten worden gemaakt.
• VB 1: Geïnspireerd op de visie van de rechtsfilosoof H.L.A. Hart (1907-1992) ten aanzien van de
richtinggevendheid van de algemene woordbetekenis van begrippen in juridische regels, is het
volgende. Het bordje in een park ‘Verboden voor voertuigen’ lijkt op het eerste gezicht simpel en
duidelijk. Dat het verboden is voor auto’s, vrachtwagens, bussen en legertanks om in het park te
rijden, behoeft geen betoog. Maar hoe zit het met een kinderwagen? Dat is toch ook een voertuig?
En was een park dan niet bij uitstek bedoeld om rustig met kinderen te kunnen wandelen? En moeten
rolschaatsen en fietsen ook onder het verbod vallen?
Hier schiet te grote nadruk op letterlijke betekenis tekort om de bedoelde gevolgen van de regel tot stand te
brengen. Het dwingt tot het in acht nemen van de context waarbinnen het woord wordt gebruikt. De
betekenis van regels – ook die van scherpe, vaststaande regels – wordt in de context bepaald. De zekerheid die
het recht kan bieden is namelijk meestal niet gelegen in algemene regels, waarvan toch niet is te voorspellen
wat zij in concreto meebrengen, maar in de verwachtingen in de concrete situatie. Waar het in het burgerlijk
recht om gaat, is dat de norm die de rechtsverhouding beheerst kenbaar is. En waar het in het strafrecht om
gaat, is dat het recht regels biedt waarvan de betekenis bepaalbaar is. Dat is een samenspel van de regelgeving
door de wetgever vooraf en de normering door de rechter achteraf. De context van het geval speelt daarin
onvermijdelijk een belangrijke rol. Die zekerheid kan het recht bieden, niet meer en niet minder.
Rechtszekerheid is derhalve nog steeds een centrale rechtswaarde, mits wij ons realiseren dat die niet
uitsluitend door algemene regels vooraf wordt geboden, maar ook door de concrete verwachtingen in de
gegeven omstandigheden.
1.5 De stelling van contextualisme
De stelling van het contextualisme houdt niet in dat het recht het in het algemeen heel goed zou kunnen
stellen zonder regels en beginselen, meer in het algemeen, zonder criteria voor de toedeling van
rechtsgevolgen. Integendeel, dergelijke criteria zijn noodzakelijk wil het recht niet vervallen in willekeur bij
de toedeling van rechtsgevolgen. Het voorkomen van willekeur is niet alleen een normatief vereiste dat

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper summaryking. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  25x  verkocht
  • (5)
In winkelwagen
Toegevoegd