1. ALGEMEEN
1.1 uitleggen wat online marketingcommunicatie inhoudt (K)
Heeft commerciële doelstellingen: het is gericht op het werven van klanten. Heeft als einddoel het
verkopen van producten, diensten of ideeën aan klanten.
Communicatiedoelstellingen hebben niet direct verband met verkoop. Maar om soepel in de
maatschappij te kunnen functioneren, is het belangrijk dat de pers een positief beeld heeft van de
organisatie, aandeelhouders vertrouwen hebben in het bedrijf, medewerkers weten waar het merk
voor staat en daar graag een steentje aan bijdragen en beleidsmakers de organisatie waardevol
genoeg vinden om er in hun besluitvorming rekening mee te houden. Het beïnvloeden van dit soort
publieksgroepen is de taak van corporate communicatie of public relations.
- Overbrengen van het verhaal, dichter bij de doelgroep (in staat mindset te veranderen), creatief in
het overbrengen van juiste plaatje en praatje, imago, kennis/houding/gedrag etc.
1.2 uitleggen wat online marketing inhoudt (K)
Een proces waarbij organisaties en bestaande of potentiële klanten via internet waarden en product
creëren en met elkaar uitwisselen. Wij maken hierbij geen onderscheid naar de manier waarop de
toegang tot internet tot stand komt of het medium waarop internet wordt bekeken.
Synoniemen: internetmarketing, digitale marketing of e-marketing.
- Strategischer, analytischer, kennen de markt, verder van de doelgroep af, marktonderzoek, sales,
begint al bij het product (hoe speel je in op behoefte van de doelgroep)
1.3 uitleggen wat wordt bedoeld met bereik, bezoek, conversie (lead/verkoop), retentie (K)
Bereik: Het percentage van de doelgroep dat gebruik maakt van de website.
Bereik = Aantal uniek gebruikers van de website in periode T
Totaal aantal unieke gebruikers in de doelgroep
Bezoek: Een gebruiker die daadwerkelijk op de website terecht is gekomen.
Retentie: De mate waarin de site de bezoekers vasthoudt. Twee eenvoudige indicatoren zijn;
- Diepte van het bezoek (hoeveel pagina’s heeft de gebruiker bezocht?)
- De gemiddelde duur van het bezoek (hoeveel tijd heeft de gebruiker op de website doorgebracht?)
Conversie: Het percentage van de websitebezoekers dat een specifieke handeling verricht, zoals iets
kopen. Andere voorbeelden:
- Algemene conversie (zoals een sollicitatie, donatie of inschrijving voor een nieuwsbrief)
- Winkelmandjeconversie (het aantal bezoekers dat een artikel/dienst in het winkelmandje heeft
gelegd, gedeeld door het aantal bezoekers dat daadwerkelijk tot aankoop is overgegaan)
- Bezoekersconversie
- Verkeersbronconversie
Conversieratio = Aantal geconverteerde bezoekers x 100%
Totaal aantal bezoekers
, 1.4 de kandidaat kan verschillende soorten websites onderscheiden: verkoopsite, lead
generationsite, branding site, publicatiesite, informatie- en dienstverleningssite (K)
Verkoopsite: Webshops zijn online winkels of verkoopsites waar producten kunnen worden bekeken
en besteld.
Voorbeelden: Bol.com, Amazon.com, Zalando.nl
Lead generation site: Een communicatiesite vertelt bezoekers meer over de producten of diensten
van de aanbieder. Productomschrijvingen, verkooppunten, gebruiksaanwijzingen etc. Dit type website
heeft vaak als specifiek doel om in contact te komen met potentiële klanten.
Voorbeelden: Grundig.nl, Heembouw.nl
Branding site: Een merksite heeft als doel merkkennis en merkperceptie te verbeteren. Deze sites zijn
vaak in hoge mate interactief en bevatten ontspannen elementen, zoals forums of spelletjes, die
ervoor moeten zorgen dat de bezoekers vaker terugkeren.
Voorbeeld: Heineken.com
Publicatiesite: Een inhoudsite geeft bezoekers informatie. Denk aan actualiteiten of informatie voor
een specifieke doelgroep of in een specifieke situatie.
Voorbeelden: vijfigtplusser.nl, Zoover.com, RIVM.nl
Informatie- en dienstverleningssite: Geven niet alleen informatie, maar spelen ook een rol in het
productieproces van de organisatie.
Voorbeelden: Online bankieren, Marktplaats.nl, Telegraaf.nl, Amersfoort.nl (gemeente site)
1.5 uitleggen wat wordt met bedoeld met gamification (K)
Kenmerken, technieken en elementen uit games gebruiken om dingen aantrekkelijker te
maken/deelnemers te paaien voor bijvoorbeeld vragenlijsten.
Voorbeeld: het winnen van prijzen of een bepaalde speltechniek bij het beantwoorden van een vraag
(card sorting, schuifbalkjes etc.)
1.6 aangeven wat wordt bedoeld met de customer journey (B)
Klantreis. De ervaringen van een klant gedurende de ‘reis’ die een klant maakt om zich te oriënteren,
een product/dienst aan te schaffen en er gebruik van te maken. Je kijkt hierbij naar de effecten van
contactpunten (touchpoints) tussen klant en organisatie. Als je weet welke reis klanten afleggen, kun
je hen beter naar jouw bedrijf of merk leiden én vasthouden.
Voorbeeld: Hoe oriënteren zij zich? Waar halen ze hun informatie vandaan? Welke bronnen raadplegen
ze? Waarop baseren ze uiteindelijk hun keuze?