Burgerlijk procesrecht & bestuursprocesrecht
College 1: Inleiding, hoofdbeginselen en het verloop van de procedure in eerste
aanleg
Overzicht van dit college
1. Rechtsbronnen
2. Doel en functie van het procesrecht
3. Beginselen van het civiele procesrecht
4. Bevoegdheid: aan welk loket kunt u terecht?
5. Het procesverloop in eerste aanleg
1. Rechtsbronnen
Het gaat niet over wie gelijk heeft, maar wie zijn gelijk krijgt. Zo nodig om de gang naar de
rechter te maken. We hebben daarvoor spelregels. De meeste vind je in het wetboek van
burgerlijke Rv, maar er zijn er meer met procesrechtelijke bepalingen. Het procesrecht is bij
uitstek een kwestie waar onze wetgever zelf over gaat, maar er zijn vanuit het internationale
recht veel bepalingen die van belang zijn. Ook in de reglementen zijn er meer bepalingen
van toepassing.
● Nationale wetgeving
○ Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
○ Overige wetgeving, bijv. Algemene Termijnenwet
● Internationale regelgeving
○ Verdragen (bijv. art. 6 EVRM, Verdrag van New York)
○ EU-regelgeving (bijv. Brussel Ibis, bewijsverordening)
● Lagere richtlijnen
○ Rolreglementen / besluiten
2. Doel en functie van procesrecht
● De doelen en functies van het civiele proces:
○ Het procesrecht heeft een dienende functie, het doel is het beschermen van
de materiële rechten.
○ Rechtsbescherming en titel verschaffing, rechten die het burgerlijk wetboek
toekent beschermen.
○ Geschilbeslechting
○ Rechtsvorming en rechtseenheid
● Alternatieven voor het civiele proces
○ Een schikkingsregeling
○ Alternatieve geschilbeslechting, er zijn meer alternatieven dan de gang naar
de rechter (het is duur, het duurt lang). Je kan er dus voor kiezen het geschil
voor te leggen aan alternatieve geschilbeslechting.
○ Eigenrichting?
, 3. Hoofdbeginselen van procesrecht (i)
Artikel 6 EVRM Recht op een eerlijk proces
1 Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de
gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke
en o penbare b
ehandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk
en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het o penbaar worden
gewezen maar (…)
Dit artikel geeft heel mooi en kernachtig de grondbeginselen van het civiele procesrecht
weer. De hoofdbeginselen zijn een samenvatting van het hele wetboek van burgerlijke
rechtsvordering en alle wetten en verdragen die we kennen.
3. Hoofdbeginselen van procesrecht (ii)
● Recht op een behandeling (access to justice), dit is het meest basale uitgangspunt.
Mensen moeten toegang hebben tot de rechter. Het leerstuk van de toegang tot de
rechter brengt mee dat de overheid de gang van de rechter niet mag belemmeren. In
NL kennen we de regel dat een burger die een zaak aanhangig maakt vaak verplicht
is een advocaat in te huren.
○ art. 6 EVRM en art. 17 Gw
○ EHRM 9 oktober 1979, NJ 1980/376 (Airey/Ierland), Als je geen advocaat kan
betalen moet er gefinancierde rechtsbijstand zijn anders zou je feitelijk niet
naar de rechter kunnen.
○ Voorbeeld: EHRM 15 februari 2005, EHRC 2005/37 (Steel & Morris v. VK),
McDonald's is een zeer commerciële instelling, werknemers onderdrukken
enz enz enz. Het was een kritisch pamflet over McDonalds, zij waren hier niet
blij mee. McDonald's is een civiele procedure begonnen wegens smaad en
lasten. Zaak van de eeuw in Engeland. Zitting: 1994 en 1996, 313 volle
dagen in de rechtszaal, verslag van 20.000 pagina’s en 40.000 pagina’s aan
aanvullende bewijsstukken. McDonald's wint. Seel & Morris naar EHRM, zij
kregen geen rechtsbijstand zij hebben zelf verweer moeten voeren, zij waren
niet in staat een advocaat in te huren. EHRM: feit dat ze geen rechtsbijstand
kregen was een access to justice probleem. Tweede reden: McDonalds werd
bijgestaan door talloze deskundigen en 15 advocaten, hierdoor ontstond er
een enorme ongelijkheid tussen de partijen. EHRM: in strijd met beginsel tot
een eerlijk proces, ongelijkheid tussen partijen.
Je moet daadwerkelijk toegang tot de rechter hebben en als er een proces is moet dit ook
een eerlijk proces zijn. Beginsel van hoor en wederhoor, komt naar voren als onmiskenbaar
onderdeel in de rechtspraak van EHRM voor het recht op een eerlijk proces (art. 19 Rv). De
rechter moet beide partijen horen. De rechter mag dus niet zijn uiteindelijke uitspraak
baseren op stukken waarover partijen zich niet hebben mogen uitlaten (De Googelende
Rechter).
● Recht op een eerlijke behandeling
○ beginsel van equality of arms
○ beginsel van hoor en wederhoor
, ○ art. 6 EVRM, art. 19, 1036 Rv
○ Voorbeeld: HR 15 april 2011, NJ 2011/180 (De Googlende Rechter). In strijd
met het beginsel van hoor en wederhoor. HR: Het Hof heeft uit eigen
beweging de website geraadpleegd zonder de partijen in de gelegenheid te
stellen zich hierover uit te laten. Partijen mogen en moeten gehoord worden
over alles wat relevant is voor de zaak.
3. Hoofdbeginselen van procesrecht (iii)
● Onpartijdige en onafhankelijke rechter, dit uitgangspunt is terug te vinden in:
○ Art. 6 EVRM, art. 117 Gw, art. 36 e.v. Rv. Realiseer je dat indien we het
hierover hebben het heel lastig is om in het hoofd van de rechter te kijken.
Over het algemeen wordt benadrukt (EHRM) dat ook de schijn van
partijdigheid en afhankelijkheid zoveel mogelijk moet worden vermeden.
○ Voorbeeld: HR 19 maart 2010, NJ 2010/435 (Chipshol). Vlak voor de zitting
worden alle rechters vervangen, Chipshol bang dat de rechters die gunstig
waren op een van de zaak worden gehaald. Never ending story.
● Openbaarheid van de rechtspraak, de gedachte hierachter is dat onze
overheidsorganen transparant moeten opereren. Iedereen moet kunnen zien hoe ze
te werk gaan. Concreet betekent dit dat in beginsel iedere zitting in civiele zaken
openbaar is. Ook de uitspraak is openbaar. Tenzij het gaat om dusdanig privacy
gevoelige zaken waarbij art. 8 EVRM boven art 6 EVRM gaat.
○ art. 6 EVRM, 121 Gw, 4 RO, 27 e.v. Rv
3. Hoofdbeginselen van procesrecht (iv)
● Berechting binnen een redelijke termijn, je kan hier aanspraak op maken. Als je
aanspraak maakt op je recht, moet je je recht ook kunnen halen. De procedure moet
zo snel als redelijkerwijs mogelijk leiden tot een einduitspraak.
○ Art. 6 EVRM, art. 20 Rv;
○ EHRM 25 juni 1987, NJ 1990/231 (Capuano). EHRM, mevrouw Capuano had
een appartement gekocht aan zee. Er was een recht van overpad waar een
geschil uit kwam. Zaak werd aanhangig gemaakt in 1977. Uitspraak werd
gedaan in 1983. Hier waren allerlei redenen voor. De procedure in hoger
beroep duurde ook nog eens jaren. Capuano diende een klacht in bij EHRM
voor schending recht eerlijk proces, want het duurt te lang. Zij krijgt gelijk.
EHRM kijkt naar de specifieke omstandigheden. Ze kijken naar de ‘complexity
of the case’, was in dit geval niet zo. ‘gedrag van de procespartijen zelf’,
Capuano heeft er zelf ook aan bijgedragen, jaar aan haar toegerekend. ‘wat
heeft de rechter gedaan, proactief opgetreden?’ Al dit soort factoren worden
gewogen.
● Motivering van de rechterlijke uitspraak,
○ art. 121 Gw, 5 RO, 30, 230 en 287 Rv
● Overige beginselen? De catalogus van de beginselen kan over worden getwist wat er
wel en niet bij hoort. Art. 6 EVRM laat duidelijk zien hoe de beginselen werken en het