Burgerlijk procesrecht & bestuursprocesrecht
College 2: Kort geding, dwangsom en rechtsmiddelen
Inhoudsopgave
1. Kort geding procedure
2. Executie van vonnissen: de dwangsom
3. Rechtsmiddelen: verzet en hoger beroep
1. Kort geding: spoedeisende zaken
Art. 254 Rv e.v. (14e afdeling), kortgedingprocedure. Het is een bijzondere procedure.
De functie van het kort geding
● behoefte aan spoedeisende procedure. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
duurt over het algemeen nogal lang (dagvaarden op termijn van een week, ⅔
maanden voor CvA, zitting inplannen enz.). In veel zaken kun je niet een jaar
wachten.
○ Er moet sprake zijn van een spoedeisend belang. Dit wordt redelijk snel
aangenomen.
Praktijkvoorbeelden
● verwijderen compromitterende beelden van een website
● een onjuiste beoordeling van een schoolexamen
● een incasso kort geding
Zie bijv. HR 29 maart 1985, NJ 1986/84 (M’Barek/Van der Vloodt), HR maakt
duidelijk dat je ook een spoedeisend belang hebt bij een kort geding als je een
vordering betaalt wilt hebben.
1. Kort geding: procedureregels
Dagvaardingsprocedure met afwijkende regels
● absolute en relatieve competentie (iets) ruimer
● dagvaarding wordt voorafgegaan door datumbepaling
● dagvaarden kan op verkorte termijn
● gedaagde hoeft in beginsel geen advocaat te stellen, ook niet in geval van sector
civiel, tenzij je een tegenvordering wil indienen in kort geding.
● rechter heeft vrijheid t.a.v. het bewijsrecht. In een kortgedingprocedure is de rechter
niet gehouden aan het gewone bewijsrecht met als kerngedachte voortvarend te
werk te kunnen blijven gaan.
Zie art. 254 Rv e.v. en het procesreglement kort gedingen
Je wilt in staat zijn heel snel een rechterlijke beslissing te hebben bij een kort geding.
1. Kort geding: voorlopige ordemaatregel
Art. 256 Rv niet iedere zaak is geschikt voor kortgeding. Als de zaak dermate complex is kan
de voorzieningenrechter dit meenemen. In kort geding mag je in algemeen niet vragen om
een verklaring voor recht. De gedachte van het kort geding is dat de rechter een voorziening
treft, niet dat hij in detail op het geschil in staat. De type vordering is waar de rechter
nauwkeurig naar kijkt.
, ● Onmiddellijke voorziening
○ ordemaatregel; geen verkl. voor recht of verniet. ovk, zie bijv. HR 6 april
2012, NJ 2012/234 (De IJpelaar)
○ ordemaatregel mag onherstelbare gevolgen hebben
● Voorlopig karakter en bodemprocedure
De uitspraak voor de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter, het is een
ordemaatregel.
○ art. 257 Rv: “De beslissingen bij voorraad brengen geen nadeel toe aan de
zaak ten principale”, nadat de voorzieningenrechter een ordemaatregel heeft
gelast kan je nog een normale bodemprocedure beginnen. In kort geding heb
je niet de gelegenheid volledig bewijs te leveren, als je verloren hebt en naar
jouw mening ten onrechte kan je een bodemprocedure beginnen. Kortgeding
voorziet in tijdelijke ordemaatregel die je later ongedaan gemaakt kan krijgen.
Over het algemeen is het na het kort geding klaar.
○ partijen (kunnen) geschil voorleggen aan bodemrechter
○ uitspraak bodemrechter: k-g-voorziening kan vervallen
○ bodemprocedure blijft meestal achterwege
2. Dwangsom: executie van vonnissen
Dagvaardingsprocedure en kort geding kunnen eindigen in een vonnis, dit wordt gewezen
door de rechter. Het vonnis op zichzelf leidt vaak nog niet tot het beoogde gevolg. In het
burgerlijk procesrecht hebben we veel regels die zien op de tenuitvoerlegging van het
vonnis.
● Soorten vonnissen:
○ condemnatoir vonnis: een vonnis waarbij de gedaagde wordt veroordeeld iets
te doen, zie art. 3:296 lid 1 BW. Ook wel veroordelende vonnissen, waarbij de
gedaagde wordt verplicht iets te geven, iets te doen of iets na te laten.
○ declaratoir vonnis: verklaring voor recht, zie art. 3:302 BW. Vonnis waarbij de
rechter bijvoorbeeld oordeelt dat u de eigenaar bent van een stuk land. De
rechter geeft een verklaring voor recht. ‘Bevestigend’. De rechter bevestigd
hoe het recht altijd al was.
○ constitutief vonnis: vonnis dat een bepaalde rechtstoestand doet ontstaan of
wijzigt, zoals faillietverklaring, echtscheiding. Bijvoorbeeld een vonnis tot
faillietverklaring, dan heeft dat vonnis zelf rechtsgevolgen. Ook bij een
echtscheiding wanneer de rechter een beschikking wijst, de rechtbank
spreekt de echtscheiding uit tussen a en b. Het vonnis zelf zorgt dan voor de
echtscheiding.
Alleen een veroordelend vonnis leent zich tot tenuitvoerlegging, vonnis is nog niet het einde
van het geschil. De dwangsom is een van de manieren hoe je de schuldenaar kan bewegen.
● Tijdig over de schutting kijken: executie van een condemnatoir vonnis
2. Dwangsom: indirecte executie
● De dwangsom is een bijkomende veroordeling van de schuldenaar om aan de
schuldeiser een ‘boete’ te betalen als het vonnis niet wordt nageleefd. De boete is
, bedoeld als een prikkel tot nakoming, dit wil je niet dus je houdt je aan het vonnis van
de rechter.
● Voorbeeld van een (ingekort) petitum:
“Gedaagden te veroordelen binnen drie dagen na betekening van het vonnis de
score van [Willem] bij vraag 2 van het Eindexamen tezamen opnieuw vast te stellen
en daarbij ten minste zeven punten toe te kennen; Gedaagden te veroordelen tot
betaling van een dwangsom van EUR 500 per dag dat zij niet aan het gevorderde
voldoen;”
2. Dwangsom: indirecte executie
● Ruime bevoegdheid rechter (art. 611a Rv). De rechter heeft een ruime, discretionaire
bevoegdheid om een dwangsom toe te passen. Hij kan de hoogte van de dwangsom
bepalen, wanneer en hoeveel dagen de dwangsom verschuldigd is, het afwijzen
enzovoort. Bijvoorbeeld in zaken:
○ Verhuurder die spullen mee moet nemen
○ Omgangsregeling waarbij een van de ouders zich daaraan moet houden.
● Breed inzetbaar, maar niet:
○ ter afdwinging van betaling geldsom (art. 611a Rv), dit is de belangrijkste.
○ bij weigerachtige partijgetuige (vgl. art. 173 Rv)
○ t.a.v. arbeidsverplichting (art. 7:659 lid 2 BW)
● De dwangsom is een prikkel tot nakoming. Het is bedoelt de gedaagde te overtuigen
om datgene te doen waartoe hij is veroordeelt. In het geval hij niet kan voldoen, kan
je als gedaagde naar de rechter gaan en aangeven dat je je best hebt gedaan maar
gewoon niet kan voldoen.
○ niet verifieerbaar in faillissement (art. 611e Rv)
○ opheffen bij onmogelijkheid (art. 611d Rv)
○ voorbeeld: BenGH 29 april 2008, NJ 2008/309 (Pet Center/Schouten). Wet op
de dwangsom is een Benelux wet. De bedoeling is dat Pet Center ertoe wordt
bewogen stinkend zijn best te doen. De rechter moet zichzelf de vraag
stellen, heeft Pet Center wel echt zijn best gedaan? De dwangsom is een
prikkel tot nakoming, wanneer je veroordeeld wordt tot dwangsom moet je je
stinkende best doen om na te komen.
3. Rechtsmiddelen: inleiding
● Wat is een rechtsmiddel? De gedachte is dat als je een dagvaardingsprocedure
doorloopt en je krijgt een vonnis, dan kan het zijn dat je er van harte mee oneens
bent wanneer je het vonnis doorleest. Dit is natuurlijk mogelijk.
○ Wetboek burgerlijke rechtsvorderingen bepaalt hoe je kunt opkomen tegen
een vonnis, dit noemen we rechtsmiddelen. Het is een wettelijk gegeven
mogelijkheid op te komen tegen een uitspraak.
● Gewone rechtsmiddelen
○ verzet (art. 143-148 Rv);
○ hoger beroep (art. 332-362 Rv);