_________________________________________________________________________________
Ouderbetrokkenheid in de residentiële
jeugdhulp
_____________________________________________
Visies van cliënten, ouders en medewerkers
Auteur: Elaine Pluijmen
,Ouderbetrokkenheid in de residentiële
jeugdhulp
___________________________________________________________________________
Scriptie onderzoek binnen de zelfstandige
behandelgroepen van Koraal Gastenhof.
Auteur: E.J.A. Pluijmen
Plaats: Ransdaal
Datum: 30 maart 2020
Opdrachtgever: Koraal Gastenhof
School: Hogeschool NTI
Studentnummer: 972819941
Opleiding: Toegepaste Psychologie
, Voorwoord
Voor u ligt het afstudeeronderzoek naar ouderbetrokkenheid binnen de zelfstandige behandelgroepen
van Koraal Gastenhof: het orthopedagogisch behandelcentrum voor kinderen en jongeren met een
licht verstandelijke beperking (LVB). Het onderzoek is geschreven in het kader van mijn afstuderen
aan de opleiding Toegepaste Psychologie van Hogeschool NTI te Leiden.
Dit onderzoek is enerzijds tot stand gekomen door de behoefte van Koraal om zich niet alleen op het
kind, maar ook op de ouders te focussen. Anderzijds heb ik zelf, door de stageperiode die hieraan
voorafging, ervaren dat ouderbetrokkenheid vaak te wensen over laat, terwijl het belang daarvan in
veel onderzoeken wordt aangetoond. De huidige maatschappij legt steeds meer nadruk op ‘eigen
kracht en eigen verantwoordelijkheid’, waardoor mensen met een LVB steeds meer bekneld lijken te
raken tussen wat ze kunnen en wat de maatschappij van hen verwacht, met overvraging tot gevolg
(De Beer, 2016). Mijn interesse in deze doelgroep, het belang van dit onderwerp en de mogelijkheid
om verbeteringen door te kunnen voeren, spraken mij aan om deze scriptie te schrijven.
Ik had van tevoren niet kunnen bedenken hoeveel wijzer ik zou worden van deze opleiding. Niet alleen
op het gebied van theoretische en praktijkgerichte kennis, maar ook op persoonlijk vlak heb ik mezelf
als een doelgerichte, strevende, hardwerkende doorzetter leren kennen. Het was een opleiding die ik
heb onderschat, maar opgeven is nooit een optie geweest. Ik ben er trots op dat ik het op mijn eigen
manier zo ver heb weten te schoppen en ben dankbaar voor deze ervaring.
Dit onderzoek kan hoofdzakelijk worden gebruikt voor Koraal om de behandeling van de cliënt te
bevorderen, in het bijzonder voor de cliënten in de zelfstandige behandelgroepen. Door de direct uit te
voeren aanbevelingen uit dit onderzoek, kan deze bevordering tot stand komen.
Op organisatorisch gebied kan dit onderzoek Koraal helpen om zich verder te ontwikkelen en aan te
passen aan de steeds meer individualistisch wordende maatschappij. Andere organisaties kunnen dit
onderzoek gebruiken om inzicht te verwerven in het belang en de mogelijkheden om
ouderbetrokkenheid in residentiële instellingen, specifiek voor de LVB-doelgroep, te vergroten.
Graag wil ik een aantal mensen bedanken die mij begeleid en ondersteund hebben tijdens de
totstandkoming van dit afstudeeronderzoek. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleidster Inge Kessels
bedanken voor de prettige positieve samenwerking en steun. Het was ontzettend fijn om te kunnen
sparren als ik even door de bomen het bos niet meer zag. Als tweede bedank ik scriptieadviseur Anita
Smeding voor haar kritische blik en professionele samenwerking. Het was pittig, maar ook prettig om
gerichte feedback te krijgen zodat het onderzoek stapsgewijs in goede banen werd geleid. Ook
bedank ik Frans Abbink voor zijn professionele feedback waarbij hij mij tot belangrijke inzichten bracht
over de inhoud en vormgeving van dit onderzoek.
In het bijzonder wil ik graag het team Kelp en Vlot bedanken voor het vertrouwen om dit onderzoek uit
te mogen voeren. Zonder deze samenwerking zou ik dit onderzoek nooit hebben kunnen voltooien.
Ook bedank ik mijn vrienden en familie waarbij ik veel energie haalde uit hun steunende en
motiverende woorden. Als laatste bedank ik Peter Abbink, voor het kaderen van het plan van aanpak,
het controleren van de Engelstalige literatuur en zijn onvoorwaardelijke steun in dit proces.
Ik hoop dat u dit onderzoek met plezier en interesse zult lezen.
, Samenvatting
Sinds de decentralisatie van de zorg en de opkomst van de participatiemaatschappij, waarbij er meer
nadruk wordt gelegd op eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, wordt het steeds belangrijker dat
ook mensen met een licht verstandelijke beperking, hierna genoemd als LVB, zich staande weten te
houden. Deze doelgroep kan immers vaak niet voldoen aan de eisen om zichzelf te helpen, raken
verstrikt in elkaars tegenwerkende maatregelen, zijn sociaal onhandig en kunnen het tempo van de
huidige samenleving niet bijbenen. Daarnaast hebben zij vaak een zwak sociaal netwerk.
Ouders1 zijn de belangrijkste personen in het leven van een kind en kunnen de ontwikkeling van een
kind stimuleren, bevorderen, maar ook schaden. Het belang van de cliënt in relatie tot de context en
de wederzijdse beïnvloeding die hieruit voortvloeit, wordt steeds meer erkend. Naast de
hulpverleningsrelatie met de cliënt is, zoals gebleken uit onderzoek, ook de hulpverleningsrelatie met
ouders erg belangrijk.
Koraal biedt behandeling en ondersteuning aan mensen van alle leeftijden waarbij er sprake is van
licht, matige of ernstige (verstandelijke) beperkingen al dan niet in combinatie met complexe gedrags-
en/of psychiatrische problematiek. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode oktober 2019 tot
februari 2020 en is uitgevoerd binnen de zelfstandige behandelgroepen2 “De Kelp” en “’t Vlot” van
Koraal Gastenhof, regio Parkstad. In deze groepen ervaren 15 jongeren tussen 17 en 23 jaar die ten
minste geïndiceerd zijn met een LVB hoe het is om zelfstandig(er) te wonen.
Het lijkt erop dat ouderbetrokkenheid een bijdrage kan leveren aan de behandeling van de cliënt.
Echter mogen jongeren vanaf 16 jaar volgens de wet zelfstandig beslissen over hun behandeling 3.
Ouders hebben alleen recht op informatie indien de cliënt hiervoor toestemming geeft. Essentieel en
onderscheidend aan dit onderzoek is dat de mening van de cliënt (jeugdige) wordt onderzocht en
meegenomen in de aanbevelingen zodat deze passend zijn bij diens behoeften.
In dit kwalitatief onderzoek is nagegaan of en op welke manier ouderbetrokkenheid kan worden
verbeterd binnen de zelfstandige behandelgroepen van Koraal. Daarvoor is de volgende
probleemstelling geformuleerd: ‘Hoe kan Koraal de ouders, van cliënten in de zelfstandige
behandelgroepen, meer betrekken in de behandeling van hun kind met een LVB, passend bij de
behoeften van de cliënten?’. Deze vraag wordt beantwoord door middel van literatuuronderzoek en
semigestructureerde interviews, waarbij elk interview gecombineerd wordt met een zelf ontwikkelde
vragenlijst of topiclijst. Het gebruik van triangulatie heeft de interne validiteit van dit onderzoek
vergroot.
De externe validiteit van het cliëntonderzoek is twijfelachtig omdat 60% van de cliënten heeft
deelgenomen. Aangezien slechts 31% van de ouders heeft deelgenomen aan het ouderonderzoek is
de externe validiteit van het ouderonderzoek laag. Het is daarnaast twijfelachtig of bij herhaalbaarheid
vergelijkbare resultaten naar voren komen, dit geldt met name voor het cliëntonderzoek. Alle
behandelende medewerkers, hierna genoemd als medewerkers, hebben deelgenomen aan het
onderzoek. De externe validiteit is daarom hoog en generaliseerbaar naar de populatie.
Dit onderzoek voldoet aan de replicatie-eis doordat het dataverzamelingsproces nauwkeurigs is
beschreven. Tevens heeft er geen test-hertest plaatsgevonden en is de reden van non-respons niet
onderzocht. Omdat er sprake is van een hoge transparantie, doordat de gezette methodische stappen
navolgbaar en controleerbaar zijn, wordt de betrouwbaarheid van dit onderzoek voldoende geschat.
De anonimiteit van alle respondenten is in dit onderzoek is gewaarborgd. Er zijn geen namen
genoemd. De audiogesprekken, transcripten inclusief open en axiale codes, zijn opvraagbaar bij de
onderzoekster.
Uit de literatuurstudie bleek het volgende van belang om ouderbetrokkenheid bij residentiële jeugdhulp
te vergroten: individuele beoordeling van het familieprofiel en tegemoetkomen aan de
1
Onder de term “ouders” worden de (stief)vader(s), (stief)moeder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) van de jeugdige verstaan.
2
Onder de term “zelfstandige behandelgroepen” worden de behandelgroepen De Kelp en ’t Vlot verstaan.
3
Artikel 447 lid 1 Burgerlijk Wetboek 7
, gezinsbehoeften, het inzetten op hulp en begeleiding voor ouders, het behouden van de ouderlijke
verantwoordelijkheden, het maken van integrale samenwerkingsafspraken, een duidelijke rolverdeling,
erkenning en steun in het vormgeven van de rol voor ouders, investeren in de samenwerkingsrelatie
met ouders, een positieve alliantie met de jeugdige, het betrekken van het sociale netwerk en
systeem, het brengen van bezoek van ouders aan hun kind op de groep, deelname van ouders aan
het hulpverleningsproces en activiteiten op de groep, het motiveren van zowel de cliënt als ouders om
mee te werken aan de hulp en de inzet van psycho-educatie en social media.
Uit het onderzoek naar de behoeften van de jeugdigen bleek, dat zij zowel tevreden zijn over het
huidige contact als de huidige betrokkenheid van ouders bij hun behandeling. Het werd duidelijk dat
de jeugdigen behoefte hebben aan even veel contact en even veel betrokkenheid van hun ouders.
Ook werd duidelijk dat zij graag meer bezoek van hun ouders willen. Verder bleken alle respondenten
gescheiden ouders te hebben, waarbij er in veel gevallen sprake is van een of meerdere nieuwe
partners. Uit de ouderinterviews bleek dat de verwachtingen van de functie van een persoonlijk
begeleider erg uiteenlopen. Een deel van de ouders heeft niet het gevoel de ouderlijke
verantwoordelijkheden te behouden. Daarnaast bleek dat een deel van de ouders zich niet betrokken
voelt bij de behandeling. Hoewel het overgrote deel van cliënten regelmatig naar huis gaat, is
gebleken dat een groot deel van de ouders de behandeldoelen thuis niet nakomt.
Uit de hierna gevoerde interviews met de medewerkers bleek dat medewerkers geen checklist
hanteren voor het voeren van het opnamegesprek. Ook werd duidelijk dat het aanbieden van thuishulp
aan ouders niet direct ter sprake komt. Verder is de rolverdeling voor ouders onduidelijk volgens
medewerkers. Er bleek verdeeldheid te zijn onder de medewerkers over de manier van generaliseren
naar de thuissituatie. Ook bleken de behandelproducten, die inzetbaar zijn voor ouders, niet duidelijk
voor medewerkers. Volgens ouders en medewerkers is het deelnemen van ouders aan het
behandelprogramma van de jeugdige de beste mogelijkheid om ouderbetrokkenheid te vergroten. De
grootste belemmering die beiden partijen hebben ervaren om ouderbetrokkenheid te vergroten is de
privacywetgeving.
De conclusie die hieruit voortvloeit is allereerst om een werkwijze te hanteren waarbij het familieprofiel
per individu wordt opgesteld, om hierna per individu te beoordelen hoe het gezin het beste betrokken
kan worden. Daarbij is het van belang om tegemoet te komen aan de gezinsbehoeften en om met
ouders in gesprek te gaan, waarbij wordt nagegaan of zij behoefte hebben aan hulp. Ook het inzetten
van psycho-educatie kan mogelijkheden bieden om begrip te kweken in de problematiek van de
jeugdige bij hun ouders en kan de ouderbetrokkenheid bevorderen. Verder is het van belang om
integrale samenwerkingsafspraken en afspraken met betrekking tot ouderlijke verantwoordelijkheden
te maken, door verwachtingen over de uitvoering hiervan af te stemmen en deze verwachtingen
periodiek te controleren. De inzet van social media kan hieraan bijdragen door naast de
cliënttevredenheid, ook oudertevredenheid te meten. Verder is het maken van een duidelijke
rolverdeling van belang voor het vergroten van ouderbetrokkenheid, waarbij ouders erkenning en
steun krijgen in het vormgeven van hun nieuwe rol. Naast de relatie met ouders moet er ook worden
geïnvesteerd in de een positieve alliantie met de jeugdige, door deze op een empathische,
betrouwbare en gelijkwaardige manier op te bouwen. Afsluitend zijn het bezoek van ouders aan de
jeugdige op de groep, deelname van ouders aan het behandelprogramma en activiteiten op de groep
essentieel om ouderbetrokkenheid binnen de zelfstandige behandelgroepen te vergroten.
De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat ouders meer ondersteund moeten worden zodat zij
meer ruimte krijgen om er voor hun kind te zijn.
Tot slot worden er aanbevelingen gedaan om de ouderbetrokkenheid van de zelfstandige
behandelgroepen te vergroten. Allereerst wordt aanbevolen om het familieprofiel te beoordelen en het
netwerk in kaart brengen, waarbij er zo nodig wordt doorverwezen. Daarnaast moet individueel
worden bekeken of ouders aan het behandelprogramma van de jeugdige kunnen deelnemen. Dit moet
in overeenstemming met de wensen en het belang van de jeugdige en zijn behandeling zijn. Ook het
periodiek organiseren van informatieavonden voor ouders wordt aanbevolen, evenals het ontwikkelen
van een app voor oudertevredenheid. Omdat de drempel voor ouders wellicht te hoog is om hulp in te
schakelen wordt aanbevolen om ouders direct te bevragen naar hun behoefte aan hulp en waar nodig
door te verwijzen naar de juiste hulpverleningsinstanties. Verder wordt het trainen van medewerkers