De samenvatting omvat, naast een inleiding op het internationale privaatrecht het arbitragerecht, het procesrecht, het insolventierecht en het personen- en familierecht. Voornamelijk is het huwelijksvermogensrecht zeer duidelijk schematisch vormgegeven. Alle colleges en studiematerialen zijn erin v...
Het IPR bestaat uit 3 elementen
1. Het IPR is recht, want het beoogt maatschappelijke fenomenen en gedragingen op bindende
en afdwingbare wijze te ordenen.
2. Het IPR onderzoekt internationale problemen die over de grenzen heen ontstaan. (arrest MS
Brielle/Free Enterprise V -> HR lijkt het nauwst verbonden recht toe te passen.
3. Het IPR is privaatrecht.
- IPR en publiekrecht: arrest houtslijpzaak (woodpulp) -> kartelvorming in Amerika, gevolgen in
Europa -> 101 vweu van toepassing want gevolgen waren in Europa. = extra territoriale
toepassing.
- IPR en volkenrecht: Verschil ipr en volkenrecht: Volkenrecht ziet op relaties tussen staten en
op het punt van internationale organisaties. Internationale organisaties hebben immuniteit:
het gastland van een internationale organisatie kan zich niet mengen met interne zaken
binnen zo’n internationale organisatie. Uitzondering -> als bepaalde fundamentele rechten
worden geschonden. Volkenrecht is relevant voor privaatrecht, bijvoorbeeld het EVRM ->
werkt direct door in privaatrechtelijke verhoudingen.
State contracts tussen een buitenlandse overheid en een investeerder, welk recht is dan van
toepassing? Is het internationaal publiekrecht of internationaal privaatrecht? Vb: Shell.
HR heeft uitdrukkelijk geoordeeld dat de NL rechter buitenlands publiekrecht mag
toepassen. (in de VS mag dat niet).
- IPR en semipubliekrecht: dwingende bepalingen op het gebied van publiekrecht.
(arbeidsovereenkomstenrecht, huurrecht). Uit de hoop op wederkerigheid, rechtszekerheid.
IPR vragen zijn:
- Bevoegdheid van de rechter ( = formeel IPR)
- Toepasselijk recht (= materieel IPR)
- Erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen (= formeel IPR)
Kenmerken van het IPR
- Het ipr is internationaal qua voorwerp doch nationaal van oorsprong. We behandelen het
Nederlands IPR.
- Het ipr is heterogeen qua inhoud en bronnen.
Diversiteit van nationale rechtsregelen en mogelijke oplossingen: 3 hoofdmethodes in het ipr.
1. Het unilateralisme -> beperkt zich tot de reikwijdte van de eigen rechtsregels te bepalen.
Geen buitenlands recht toegepast. Niet afhankelijk van samenwerking met andere staten.
Vooral op het terrein van het internationaal procesrecht. Binnen het unilateralisme zijn
stromingen:
a. Territorialisme -> vooral publiekrechtelijke benadering. Alleen eigen recht op
territorium.
b. Unilaterale conflictregels (eenzijdige conflictregels) -> eigen recht wordt toegepast.
Vaak wat betreft het procesrecht. Geen openheid van toepassing buitenlands recht.
Als een conflictregel duidt op een band met Nederland, moet je Nederlands recht
1
, toepassen. bijv. Arbitrage, art. 1073 lid 1 Rv: ‘Het in deze Titel bepaalde is van
toepassing indien de plaats van arbitrage in Nederland is gelegen.’
c. Voorrangsregels (zijn eveneens unilateraal) -> beogen een bepaald overheidsbeleid
tot uitdrukking te brengen. Het is een beschermde regeling, Nederland bepaalt zelf
wanneer regels toepasselijk zijn -> art. 6:247 BW. Duidelijk voorbeeld
voorrangsregel: consumenten Algemene voorwaarden, 6:247 BW. Hoe gaan we dat
toepassen in internationale zaken? Beginnen bij lid 4: ‘Op overeenkomsten tussen
een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf, is, indien de wederpartij haar gewone
verblijfplaats in Nederland heeft, deze afdeling van toepassing, ongeacht het recht
dat de overeenkomst beheerst.’ Dus als een consument iets heeft gekocht van een
Duitse verkoper, en de consument zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, kan
hij de regeling met betrekking tot algemene voorwaarden inroepen. Art. 6:247 BW
van toepassing. Nederland staat dan niet open voor buitenlands privaatrecht.
d. Internationale materiele regels -> bijna hetzelfde als voorrangsregels maar andere
objecten. Materiele regels hebben namelijk een liberalisering van het eigen recht tav
internationale verhoudingen op het oog. = begunstigende regeling, bijvoorbeeld
internationaal vervoersrecht, Weens Koopverdrag, om een internationale casus goed
te kunnen beantwoorden moet je rekening houden met allerlei eenvormig recht.
2. Het multilateralisme -> Conflictenrecht. Staat open voor toepassing van buitenlands recht.
a. Bilateraal: Conflictregel kan zowel voor toepassing eigen recht als voor toepassing
buitenlands recht regelen.
b. Multilateraal: niet alleen tussen recht van twee landen kan worden gekozen, ook
banden met meer dan twee landen.
3. Eenmaking en harmonisatie van recht -> geen keuzevraag. Eenmaking is hetzelfde recht via
Europese vo etc. Bij harmonisatie van recht wordt daarentegen gepoogd rechtsregelen op
elkaar af te stemmen eerder dan deze één lijn te maken. Het grote voordeel van de
conflictenrechtelijke eenmaking bestaat erin dat men forum shopping tussen verdragsstaten
uitschakelt of verminderd.
a. Volkomen eenmaking: zowel internationale als binnenlandse verhoudingen
(monisme).
b. Beperkte eenmaking: beoogt enkel rechtsregels omtrent internationale
verhoudingen een te maken of te harmoniseren. (dualisme). Eenvormig recht zoals
Weens Koopverdrag, slechts van toepassing op internationale koopgeschillen.
Daarom geen volkomen eenmaking.
2
, Internationale Arbitrage
Arbitrage cyclus
1. overeenkomst tot arbitrage
2. geschil
3. samenstelling scheidsgerecht
4. arbitrage procedure
5. arbitraal vonnis
6. (rechtsmiddelen, vernietigingsprocedure)
7. vrijwillig nakomen van vonnis, anders problemen erkenning en tenuitvoerlegging. verdrag
New York van belang voor erkenning en tenuitvoerlegging.
Mogelijke internationale problemen bij arbitrage:
- Geldigheid arbitrage ovk
- Arbitrabiliteit
- De arbitrage procedure (hoor en wederhoor, vertrouwelijkheid etc)
- De regels: toepasselijkheid
- Erkenning van eerdere uitspraken.
Kenmerken internationale arbitrage procedure
- overeenkomst tot arbitrage -> art. 10:166 BW (toepasselijke recht op de overeenkomst tot
arbitrage) - > Conflictregel IPR arbitrage -> most favourable clause-rule =
begunstigingsbeginsel. Alleen als de plaats van arbitrage in NL is kan je uitkomen bij 10:166
BW.
- Art. 10:167 BW -> DIO/IMS. Aangevoerd: onbevoegdheid scheidsgerecht. Arbitrageovk met
Staten en staatsorganen. Normaliter: Staat kan beroep doen op interne recht, ténzij
wederpartij dat interne recht niet kende of behoorde te kennen: Tussen een Iraanse
overheidsorganisatie (DIO), en een Britse leverancier (IMS) is een overeenkomst gesloten.
Over de uitvoering van de overeenkomst zijn geschillen gerezen. IMS maakt een arbitrage
aanhangig. DIO heeft de bevoegdheid van het scheidsgerecht betwist op de grond dat een
geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt. De arbitrageovereenkomst was volgens DIO
onverbindend omdat zij in strijd was met art. 139 van de Iraanse Grondwet, welk artikel
bepaalt dat geschillen tussen een Iraanse overheidsorganisatie en een buitenlandse partij
niet verwezen kunnen worden naar arbitrage zonder toestemming van het Iraanse
Parlement. Het scheidsgerecht heeft het bevoegdheidsverweer van DIO verworpen.
IMS was te goeder trouw en mocht er redelijkerwijs op vertrouwen dat de overeenkomst
gesloten kon worden.
De Lizardi-correctie is toegepast -> bescherming van een deelnemer aan het internationale
rechtsverkeer die te goeder trouw is afgegaan op de handelingsbevoegdheid van haar
wederpartij. Geen bescherming komt toe aan degene die wist of behoorde te weten dat de
wederpartij handelingsonbekwaam of handelingsonbevoegd was.
DUS: 10:167 BW = Lizardi-correctie.
- Bij betwisting van de geldigheid van de ovk tot arbitrage is het scheidsgerecht bevoegd over
zijn bevoegdheid te oordelen (zogenaamde Kompetenz-Kompetenz; art 1052 lid 1 rv).
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studiesucces1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.