100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Probleem 7 €2,99
In winkelwagen

Antwoorden

Probleem 7

 36 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle leerdoelen van probleem 7 duidelijk uitgewerkt.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 24 juli 2020
  • 5
  • 2019/2020
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (109)
avatar-seller
studenterasmus07
Probleem 7


Bronnen:
NR 164 – 167 – Compemdium
NR 151 – 155 – Compendium
Hoofdstuk 9 - Zwaartepunten
Hoofdstuk 7 - Zwaartepunten

A
Leerdoel 1 | Wanneer wordt je eigenaar van iets dat gestolen is nadat het is
verkocht?
Vereisten voor bescherming beschikkingsonbevoegdheid 3:86
1. Overdracht -> roerende zaak, toondervordering of ordervordering
2. Levering geschiedt door bezit verschaffing 3:90, 91 en 93
3. Aan alle wettelijke overdracht vereisten is voldaan
a. Geldige titel
b. Levering
c. Overdraagbaarheid
d. Alleen aan beschikkingsbevoegd wordt niet voldaan
4. Overdacht geschiedt anders dan om niet. VB. Schenking geen beroep op 3:86
5. De verkrijger is te goeder trouw
ANDERS DAN OM NIET
Derde moet dus tegenover de levering van het goed ook iets hebben gepresteerd, of moet nog een
tegenprestatie verrichten
TE GOEDER TROUW
1. De derde-verkrijger heeft de mogelijkheid onderzoek te doen en daardoor achter de werkelijke
stand van zaken te komen, maar hij verricht dat onderzoek niet. In dat geval is de derde niet te
goeder trouw, hoezeer hij puur subjectief gezien niet beter wist.
2. De derde-verkrijger heeft de mogelijkheid onderzoek te doen, hij doet ook onderzoek, en dat
onderzoek leidt er weliswaar niet toe dat de derde met zekerheid weet waar hij aan toe is maar
niettemin is er geen reden om wantrouwig te zijn. In dat geval is de derde te goeder trouw.
3. De derde-verkrijger verkeert niet in de mogelijkheid voldoende te onderzoeken om zeker van
zijn zaak te zijn, terwijl de omstandigheden van dien aard zijn dat het wantrouwen niet geheel
verdwijnt. De derde die in dit geval niet van de transactie afziet, verricht haar op eigen risico in die
zin dat, indien later blijkt dat beschikkingsbevoegdheid ontbrak, hij niet te goeder trouw is.
Gevolgen
Overdracht is geldig DUS -> verkrijger wordt rechthebbende/ eigenaar, het goed verlaat het
vermogen van degene die tot op dat moment rechthebbende was
Uitzondering – diefstal 3:86 lid 3
De bestolene kan daarom de zaak nog gedurende drie jaar na de diefstal als zijn eigendom opeisen ->
termijn verstreken -> dan wordt derdeverkijger eigenaar met terugwerkende kracht tot op het
moment dat het is geleverd.
Uitzondering (niet van toepassing)
a. Als de zaak door een consument van een winkelier werd verkregen
b. Bij geld, toonderpapier of orderpapier
Als aan deze eisen zijn voldaan, of 1 van de eisen wordt de derdeverkrijger onmiddellijk eigenaar.
Als aan lid 1 niet is voldaan, kom je ook nooit tot lid 3.

, Drie situaties:
a. De derde heeft zelf krachtens 3:86 (jo. 3:84 lid 1) verkregen. Hij is dan rechthebbende en
derhalve beschikkingsbevoegd (nr. 114). Vervreemdt hij het goed aan een vierde, dan
verkrijgt laatstgenoemde krachtens de hoofdregel van 3:84 lid 1 (nr. 109). De
beschermingsbepaling van 3:86 komt daarbij niet aan de orde: goede of kwade trouw bij de
vierde is irrelevant.
b. Het beroep van de derde op 3:86 faalt ex lid 1 (b.v. omdat het een schenking betreft, of
omdat hij niet te goeder trouw was). In dit geval is de derde beschikkingsonbevoegd.
Vervreemdt hij het goed aan een vierde, dan is niet aan alle eisen van 3:84 lid 1 (nr. 109)
voldaan. De vierde wordt slechts rechthebbende indien hij zichzelf op 3:86 kan beroepen: in
deze feitenconstellatie is zijn goede of kwade trouw wel degelijk van belang.
c. Het beroep van de derde op 3:86 faalt ex lid 3 (diefstal; er is aan de eisen van lid 1 voldaan,
maar de bestolene kan niettemin nog revindiceren). Te onderscheiden:
- Indien de bestolene binnen drie jaar revindiceert, moet de derde of vierde de
zaak afgeven en zal hij nimmer eigenaar worden. Uitzondering: als de vierde de
zaak als consument van een ‘winkelier’ verkrijgt en hij bovendien zelf aan de
eisen van 3:84 jo. 3:86 lid 1 (goede trouw) voldoet, gaat de
revindicatiemogelijkheid voor de bestolene verloren en wordt de vierde
eigenaar; zie 3:86 lid 3 sub a.
- Indien de drie jaren verstrijken zonder dat de zaak is gerevindiceerd, is de derde
achteraf bezien steeds eigenaar – en dus beschikkingsbevoegd – geweest, zodat
de vierde ex 3:84 lid 1 van de derde heeft verkregen (goede of kwade trouw bij
vierde niet relevant).
De regeling van 3:86 doet de belangen van de oorspronkelijke rechthebbende in veel gevallen wijken
voor die van de verkrijger. Daartegenover wordt in 3:87 aan het beroep op goede-trouw-
bescherming een extra vereiste gesteld, waarmee wordt bereikt dat de oorspronkelijke
rechthebbende weet op wie hij zich eventueel zal kunnen verhalen. De verkrijger die binnen drie
jaren na zijn verkrijging gevraagd wordt wie het goed aan hem vervreemdde, dient onverwijld de
gegevens te verschaffen die nodig zijn om deze persoon terug te vinden (of die hij daartoe ten tijde
van zijn verkrijging voldoende mocht achten). Als de verkrijger niet aan deze ‘wegwijsplicht’ voldoet,
komt hem geen beroep toe op de bescherming die 3:86 aan een verkrijger te goeder trouw biedt.
Alsdan blijft de hoofdregel van 3:84 lid 1 gelden: bij gebreke van beschikkingsbevoegdheid werd het
goed niet door de derde verkregen. De bepaling van 3:87 ziet niet op geld (lid 2).

Vereisten voor bescherming krachtens 3:88
- Overdracht van een goed op een wijze die niet reeds door 3:86 wordt bestreken.
Met name bij:
– registergoederen;
– vorderingsrechten op naam;
– levering zonder bezitsverschaffing van roerende zaken, ordervorderingen
en toondervorderingen (3:95, 3:94).
- Aan alle wettelijke overdrachtsvereisten wordt voldaan, behalve aan dat van
beschikkingsbevoegdheid.
- De beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder vloeit voort uit de
ongeldigheid van een vroegere overdracht.
- De ongeldigheid van deze vroegere overdracht is niet het gevolg van
beschikkingsonbevoegdheid van de toenmalige vervreemder (zij moet dus zijn
veroorzaakt door een gebrek in de titel of de levering).
- De verkrijger is te goeder trouw.
Gevolgen
Overdracht is geldig DUS -> verkrijger wordt rechthebbende/ eigenaar, het goed verlaat het
vermogen van degene die tot op dat moment rechthebbende was

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studenterasmus07. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd