Samenvatting voor het boek Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs. H2.3 t/m H5.3.2 worden beknopt maar goed toegelicht. Van de volgende psychologen is er een woordweb gemaakt: Freud, Erikson, Paiget, Kohlberg, Vygotsky, Gal'Perin, Van Parreren, Maslow, Bronfenbrenner, Dweck. Deze...
2.3 Begrippen uit de ontwikkelingspsychologie
Onderwijs didactische termen:
Leefwereld Woonomstandigheden, afkomst, gezinssamenstelling, sociaal netwerk
(sociaal-culturele factoren).
Belevingswereld Hoe het kind de wereld ervaart:
• Kleuters: Animisme, egocentrisme, gerichtheid op
aanschouwelijke wereld.
• MB: Scheiding van fantasie en werkelijkheid, meer ordening en
structuur.
• BB: Realiteit voorop, inzicht in sociale relaties neemt toe,
abstract redeneren, eigen mening vormen.
Ontwikkelingspsychologische termen
Klassieke Stadia volgen elkaar op.
ontwikkelingspsychologie Er is een eindpunt bij ontwikkeling.
• Chronologische leeftijd: Op een bepaalde leeftijd mag je
bepaalde gedragingen en veranderingen verwachten.
• Biologische leeftijd: De menselijke ontwikkeling wordt
min of meer bepaald door fysieke factoren.
• Sociale context: Uitgangspunt is dat ontwikkeling wordt
bepaald door invloeden van de omgeving.
Levenslooppsychologie • Elk individu heeft een eigen levensloop en zijn gevormd
door hun eigen verleden.
• Ontwikkeling is levenslang proces.
• Andere kijk op kinderlijke ontwikkeling:
o Kind zelf én nu omgeving.
Ontwikkeling – ervaring – Drie stromingen:
rijping • Nature.
o Aanleg en genen.
• Nurture.
o Tabula Rasa (onbeschreven blad).
o Behaviorisme.
o Skinner en Pavlov.
o Methode conditionering (belonen, straffen).
• Interactie.
o Vygotsky.
o Vorming persoonlijkheid door erfelijke gegevens
en culturele omgeving.
Ecologische benadering Bronfenbrenner stelt:
• Mens is gemeenschapswezen, reageert door zijn gedrag
• Ontwikkeling door rechtstreekse interacties en factoren
die verder van het kind af liggen.
, • Denkmodel voor ontwikkeling in relatie tot aanleg en
opvoeding.
Narratieve benadering Narratief-biologisch perspectief:
Persoonlijk denken- en ervaringen spelen grote rol in het
nemen van beslissingen en maken van keuzes door de lkr.
Termen uit de persoonlijkheidstheorie
Identiteit Identiteit:
• Aannemen van waarden, principes en maatschappelijke
rollen.
• Geleidelijk ontwikkeld.
• Beïnvloed gedrag.
• Eerst erbij willen horen, nu eigen ik.
• Opbouwen zelfbeeld.
Genderontwikkeling Genderrolgedrag:
• Bepaald gedrag wat wordt verwacht van jongens en meisjes.
• Vanaf 2 jaar.
Genderidentiteit:
• Wanneer er tevredenheid is met en acceptatie van het eigen
geslacht en de rol die daarbij past.
Genderdysforie:
• Onvrede met biologische sekse.
• Genderidentiteitsstoornis.
WEIRD:
Onderzoekers in deze wetenschapstak bestuderen vooral kinderen die opgegroeid zijn in
rijke, westerse landen. 96% is westers, terwijl 12% van de wereldbevolking maar westers is.
Joe Henrich zei: WEIRD
W – Western.
E – Educated.
I – Industrialized.
R – Rich.
D – Democratic.
, Psychoanalytische theorie van Freud (1856 – 1939)
Grondlegger psychoanalytische Ontwikkelde drifttheorie:
theorieën Het denken en handelen van de
mens wordt bepaald door seksuele
en agressieve driften die aangeboren
Regressie = terug vallen op zijn en het hele leven invloed
eerdere fasen. hebben.
Vijf stadia in driftenontwikkeling:
1. Orale fase (0 – 1.5 jaar)
• Zuigen is belangrijkste bron lust.
• Lustbevrediging → duimzuigen,
voeding en mondbewegingen.
2. Anale fase (1,5 – 2 á 3 jaar)
• Koppigheidsfase.
• Sensatie gekoppeld aan ontlasting.
3. Fallische fase (3 tot 6 á 7 jaar)
• Ontdekken geslachtsdelen.
• Oedipuscomplex, jongens voelen
zich aangetrokken tot moeder.
• Elektracomplex, meisjes tot vader.
• Verliefdheidsgevoelens.
4. Latentiefase (7 tot 11 jaar)
• Driftimpulsen minder.
• Energie voor vrij leren en sociale
contacten buiten gezin.
5. Genitale fase (>11 jaar)
• Seksuele gevoelens in puberteit.
• Erotiek op andere persoon gericht.
Fixatie = te veel of te weinig
bevrediging kan tot stagnering
van de ontwikkeling leiden
ES:
• Afgaan op lusten. Conflicten tussen ES en uber-ich
• Vanaf jongs af aan. zijn nodig voor de ontwikkeling
ICH: kind.
• Nadenken gedrag en reactie.
• Vanaf 2 jaar.
Uber-ich:
• Geweten, moreel.
• Vanaf 5 jaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Pascalle00. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.